Ook protesten in zwart Afrika
Wat wordt het volgende regime dat door zijn eigen bevolking aan de kant wordt geschoven? Nu voormalig president Mubarak van Egypte de handdoek in de ring heeft gegooid, zijn de ogen van de wereld gericht op Noord-Afrikaanse landen als Libië en Algerije. Maar ook in zwart-Afrikaanse landen als Gabon en Djibouti vinden al enkele weken straatprotesten plaats.
In landjes als Gabon en Djibouti is geen wereldpers aanwezig om te laten zien dat ook in het Afrika onder de Sahara mensen strijden voor vrijheid en een eerlijke verdeling van de rijkdommen. Op de internetsite YouTube zijn de eerste filmpjes te zien van naar schatting enkele duizenden schreeuwende demonstranten in de straten van Djibouti, de hoofdstad van het gelijknamige, piepkleine landje tussen Eritrea en Somalië.
De demonstranten eisen dat president Ismail Omar Guelleh zich terugtrekt bij de verkiezingen die voor april gepland staan. Guelleh nam in 1999 het regeringsstokje over van zijn oom Hassan Guled Aptidon, die president van Djibouti was vanaf 1977. Djibouti wordt dus al 34 jaar door dezelfde familie geregeerd.
Guelleh beloofde bij zijn aantreden in 1999 dat hij zich aan de grondwet zou houden, waarin staat dat een president maximaal twee keer achter elkaar gekozen kan worden. Dat betekende dus dat hij niet mee kon doen met de komende verkiezingen. Maar vorig jaar heeft Guelleh die grondwet zo aangepast dat hij wel langer dan twee termijnen achtereen president kan blijven.
De revolutie in Djibouti staat nog in de kinderschoenen. Als er niet meer demonstranten komen of als de demonstraties, die tot nog toe vreedzaam verlopen, met geweld onderdrukt worden, kan de revolutie makkelijk doodbloeden. Gisteren en volgende week vrijdag zijn door oppositieleiders uitgeroepen tot Dagen van Woede.
Schaduwregering
Ook de onlusten in het West-Afrikaanse land Gabon moeten nog aan kracht winnen. Op dit moment kan president Ali Bongo Ondimba nog net doen alsof er niets aan de hand is. Deze week ontving hij bijvoorbeeld de Chinese minister Yang Jiechi van Buitenlandse Zaken voor een officieel bezoek. China wil graag zakendoen met het olierijke Gabon. Toch maakt Ali Bongo zich grote zorgen. Hij heeft zijn oproerpolitie opdracht gegeven om elke vorm van demonstratie hardhandig de grond in te boren.
Het begon nogal knullig. Westerse diplomaten reageerden een beetje grinnikend toen op 26 januari oppositieleider André Mba Obame van Gabon zich meldde bij de gebouwen van het VN-ontwikkelingsprogramma (UNDP) in de hoofdstad Libreville. Hij had zich daags tevoren uitgeroepen tot president en hij had een schaduwregering gevormd met maar liefst 26 ministers. Zij vreesden allen dat ze gearresteerd zouden worden en zochten daarom bescherming bij de VN. Met frisse tegenzin liet de UNDP de mannen toe. Zij zitten er nog steeds.
Enkele dagen later, op 29 januari, werd het serieuzer. Toen trokken in Libreville duizenden demonstranten de straat op. Met spandoeken en veel geschreeuw eisten zij het aftreden van president Ali Bongo. Begin februari verschenen er ook in andere steden van het land grote groepen demonstranten op straat.
De reactie van de regering bleef niet uit. Demonstraties werden met traangas en ander geweld uiteengeslagen en leiders van de demonstranten zijn opgepakt. De zelfbenoemde president André Obame houdt zich ondertussen met zijn schaduwregering nog steeds schuil op de compound van de UNDP. De VN zitten behoorlijk met de zaak in hun maag. Er zijn geruchten dat er druk wordt uitoefend op de schaduwregering om de gebouwen van de UNDP te verlaten. Maar de oppositieleiders kijken wel uit. Zij vrezen onmiddellijk gearresteerd te worden als zij één voet zetten buiten de ommuurde VN-compound.
Het laatste nieuws is dat er op 12 februari een arrestatiebevel is uitgevaardigd tegen oppositieleider Obame en zijn onofficiële regering. Ook medestanders die buiten de compound van de UNDP demonstreren, dreigen te worden gearresteerd.
Familiedynastie
Opvallend is dat de eerste Afrikaanse landen ten zuiden van de Sahara waar onlusten uitbreken, staatjes zijn die eigenlijk niemand kent. Djibouti en Gabon staan te boek als uiterst rustige en stabiele landen, die ook daarom al nauwelijks het nieuws halen. Oppositiegroepen lijken er echter weinig vrijheid te hebben.
Beide landen worden geregeerd door een familiedynastie. De macht is de afgelopen tientallen jaren geconcentreerd rond een kleine, rijke elite. Vooral de regering van Ali Bongo staat erom bekend dat zij de olierijkdommen van het land schaamteloos naar zich toetrekt. Gabon heeft grote olie-inkomsten en een bevolking van slechts 1,5 miljoen mensen. Het inkomen per hoofd van de bevolking is dan ook hoog in vergelijking met andere Afrikaanse landen. Als het geld eerlijk verdeeld zou worden, zou Gabon een middeninkomenland zijn. De rijkdommen druppelen echter nauwelijks door naar de gewone bevolking. Een derde van de Gabonezen leeft in armoede.
In tegenstelling tot de grote media-aandacht voor de revoluties in Tunesië en vooral Egypte, is er nauwelijks aandacht voor de pogingen tot revolutie in Djibouti en Gabon. Wie op internet zoekt naar nieuws over beide landen, komt eerder terecht bij voetbaluitslagen dan bij beschrijvingen van demonstraties. Bij de revoluties in Tunesië en Egypte heeft de massale media-aandacht vanzelfsprekend grote invloed gehad op het verloop van de gebeurtenissen. Het gebrek aan aandacht voor het bevolkingsoproer in Djibouti en Gabon geeft de premiers van beide landen de mogelijkheid om demonstranten hard aan te pakken. Zolang de wereld geen aandacht geeft aan deze ontwikkelingen, kunnen oppositieleiders ongezien verdwijnen en kunnen revoluties in de kiem worden gesmoord.