Utrechtse Bijbels leggen stuk geschiedenis bloot
MAARTENSDIJK – Stuk voor stuk dragen ze drie tot vier eeuwen geschiedenis met zich mee. Toch is dat maar gedeeltelijk te zien aan vier Statenbijbels van de protestantse gemeente in Utrecht. „Deze Bijbels waren er slecht aan toe. Toch waren ze het opknappen waard. Ze maken de Utrechtse kerkgeschiedenis zichtbaar.”
„In één oogopslag kun je zien dat dit kanselbijbels zijn geweest”, zegt handboekbinder R. Kok. „Stuk voor stuk zijn de bladzijden in het midden aan de randen afgesleten.” Dergelijke beschadigingen wijzen volgens de Maartensdijkse boekenrestaurateur maar op één ding: „Deze Bijbels hebben jarenlang in het midden opengeslagen gelegen. Daar is te zien hoe de toga langs het papier heeft geschuurd.”
Gisteren werden de gerestaureerde exemplaren door Kok weer overgedragen aan de Utrechtse gemeente. De vier in bruin leer gebonden boeken staan te glimmen op de toonbank in de werkplaats. Delen van het koperbeslag ogen als nieuw, andere alsof ze vele eeuwen hebben doorstaan. „Het beslag was niet meer compleet”, aldus Kok. „We hebben een aantal onderdelen zo getrouw mogelijk nagemaakt.”
De restauratie van de vier Bijbels vond plaats in opdracht van de Utrechtse protestantse gemeente. Volgens drs. T. P. G. Kralt, voorzitter van het college van kerkrentmeesters, waren ze uniek genoeg om ze te laten opknappen. „We bezitten diverse oude Bijbels. Daarvan waren deze er het slechtst aan toe. Alle zijn echter afkomstig uit een van de Utrechtse kerken.”
De protestantse gemeente startte enkele jaren geleden met de inventarisatie van de kerkelijke ‘schatten’, zegt directeur L. J. M. Paulussen. „Veel voorwerpen lagen al jaren in de kluis. Denk aan 17e-eeuwse avondmaalsserviezen. Die zijn te kostbaar om te gebruiken.”
Bij het uit de verpakking halen van de vele voorwerpen doken ook diverse Bijbels op. „Ze waren verpakt in kranten uit de periode dat Drees minister-president was”, aldus Paulussen. „Een halve eeuw hebben ze dus niet het daglicht gezien.”
Een tiental exemplaren bleek gerestaureerd te moeten worden. Kralt: „Dankzij een legaat konden we de vier die het het meest nodig hadden, onder handen laten nemen.”
Bladerend door een van de exemplaren wijst boekbinder Kok op enkele bijzonderheden. Zoals in een exemplaar waarvan ene Cornelis Koopman in 1720 de eigenaar was. Onder zijn naam volgt een complete familiestamboom. Het schutblad van de Bijbel vermeldt echter de naam van de familie De Haan. Die schonk het boekwerk in 1920, bij de ingebruikname van de –inmiddels gesloopte– Oranjekerk. Tussen de bladzijden prijkt nog een liturgie uit 1978.
Ook de andere Bijbels bevatten enkele schatten. Het bijzonderst is wel een preekrooster van alle hervormde kerken in Utrecht, uit 1775. Ze staan op een blad in een zogeheten Goetzeebijbel, in de 18e eeuw vervaardigd door een Gorinchemse drukkerij.
Pennenstreek
Eén Bijbel moet het wat mededelingen betreft doen met een summiere pennenstreek. ”Eigendom van A. Kool”, is de calvinistisch sobere noot die een vroegere bezitter op het schutblad schreef. In een andere schrijft ”Jongelings vereeniging Daniël” in 1931 echter een gekalligrafeerde opdracht, die afsluit met de woorden van 1 Petrus 1:25: „Maar het Woord des Heeren blijft in der eeuwigheid; en dit is het Woord, dat onder u verkondigd is.”
De vier Statenbijbels zijn vanaf volgend jaar te zien. Voor dat doel zijn twee vitrinekasten aangeschaft, vertelt Kralt. „We zijn nog aan het bedenken hoe we het kerkelijke kunstbezit kunnen tonen. Volgend jaar worden enkele kerken opnieuw ingericht. Daarbij proberen we een plekje te vinden voor de Bijbels.”