Ruiming hobbydieren duurt weken
Het ministerie van Landbouw begint volgende week met het ruimen van hobbydieren in Midden-Limburg en een deel van Oost-Brabant. Dat heeft een woordvoerder van het ministerie dinsdag gezegd.
In België is opnieuw een pluimveebedrijf verdacht van besmetting met vogelpest. Het bedrijf met 20.000 vogels in Brecht, vlak bij de Nederlandse grens bij Breda, wordt geruimd nog voordat de uitslag van een eerste laboratoriumtest bekend is. Het nieuwe verdachte bedrijf ligt binnen een straal van 3 kilometer van een eerder ontdekte besmettingshaard.
Dinsdag is voor de derde achtereenvolgende dag nergens in Nederland een nieuw geval van verdenking van vogelpest geconstateerd, aldus de woordvoerder van het ministerie. Het is nog te vroeg om daaraan conclusies te verbinden, zei hij.
De ruimingen van hobbydieren in Limburg en Brabant gaan zeker tot 1 juni, en mogelijk tot half juni duren. Het ministerie schat dat er in de regio’s rond Weert, Roermond en Venlo zo’n 15.000 particulieren hobbypluimvee hebben. De dieren worden thuis opgehaald en naar een centrale plek in de directe omgeving gebracht, waar ze worden gedood. De eerste ruiming is in Nederweert. Het ruimen van hobbydieren in de Gelderse Vallei en Beneden-Leeuwen is nog in volle gang.
De zogenoemde vermeerderaars in Nederland lijden grote verliezen door de pestuitbraak. Deze familiebedrijven hebben volgens het Productschap Vee, Vlees en Eieren (PVE) sinds het uitbreken van de vogelpest in maart al 100.000 euro schade per bedrijf opgelopen. Dat heeft een woordvoerder van het productschap dinsdag gezegd.
Vermeerderaars hebben gemiddeld 12.000 hennen en een aantal hanen, die bevruchte eieren produceren. Deze eieren worden verkocht aan broederijen waar ze uitgebroed worden, de kuikens worden vervolgens opgefokt als vleeskuikens of leghennen. In Nederland zijn in totaal 374 vermeerderaars.
De vermeerderaars kunnen hun kostbare bevruchte eieren, die normaal ongeveer 15 eurocent per stuk opleveren, door allerlei landelijke verboden niet kwijt aan de broederijen. Het enige wat rest is de eiverwerkende industrie, maar deze bedrijven geven slechts 3 of 4 eurocent per broedei, aldus de PVE-woordvoerder. Volgens het productschap is het moeilijk in te schatten wanneer individuele bedrijven failliet gaan. „Dat is sterk afhankelijk van hoeveel geld mensen achter de hand hebben”, legt de woordvoerder uit. „We worden wel regelmatig gebeld of geschreven door mensen die het echt niet meer zien zitten, die in paniek zijn en niet weten hoe het verder moet.”
Niet alleen vermeerderaars zitten in de problemen, ook broederijen en bedrijven die leghennen opfokken moeten de broekriem aanhalen. Voor de opfokbedrijven is op korte termijn een oplossing voorhanden. In overleg met de pluimveesector wil het ministerie van Landbouw eenmalig het vervoer van de jonge hennen naar de legbedrijven toestaan. Dit mag alleen in de gebieden waar geen vogelpest heerst. De uitgelegde hennen moeten wel eerst naar de slacht gebracht worden om ruimte te maken voor de jonge dieren.