Opinie

Franca Treur cultiveert twijfel

Het blijft een spannende vraag waarom reportages en romans over de orthodox-gereformeerde wereld zo’n forse aantrekkingskracht hebben bij het grote publiek. Boeken van auteurs als Maarten ’t Hart, Jan Siebelink en nu ook Franca Treur gaan als warme broodjes over de toonbank. Binnen de gereformeerde gezindte worden hun werken ook gelezen. Vaak met gefronste wenkbrauwen; de verdedigingswal wordt betrokken. Maar niet altijd blijkt de boodschap goed te worden begrepen.

tekst W. B. Kranendonk
5 March 2010 18:16Gewijzigd op 14 November 2020 10:01
Boek van Treur biedt sympathieke beschrijving van boerenleven. Foto RD, Christiaan Zielman.
Boek van Treur biedt sympathieke beschrijving van boerenleven. Foto RD, Christiaan Zielman.

Aandacht heeft het boek ”Dorsvloer vol confetti” van Franca Treur zeker gekregen. Binnen een halfjaar verschenen dertien drukken. In korte tijd was de schrijfster van een onbekende literaire debutant een BN’er geworden. Seculiere media beoordeelden vooral het literaire gehalte en gaven de jonge schrijfster een vette voldoende. Christelijke organen gingen met name in op de vraag hoe Franca omgaat met het reformatorisch milieu waarin ze zelf is geboren en getogen.Critici uit laatstgenoemde kring stelden vast dat er met de beschrijving van de orthodox-christelijke leefwereld niet zo veel mis is. Er is geen sprake van felle kritiek, zoals die bijvoorbeeld in de ontworstelingsromans van Maarten ’t Hart te vinden is. Expliciete grofheden komen niet voor. Integendeel, men zou ”Dorsvloer vol confetti” kunnen omschrijven als een goed te lezen schets van het plattelandsleven op Walcheren zoals gereformeerde boeren dat leiden. De auteur doet dat met een zekere sympathie, maar bouwt tegelijk distantie in. Literair gezien is dat een knappe prestatie. Kritiek vanuit reformatorische hoek op de toonzetting van het boek is daarom beperkt, al herkent ze zich niet altijd in de beschrijving van de bevindelijk-gereformeerde leef- en gedachtewereld.

Dat ligt anders als het gaat om de conclusies die aan het boek verbonden worden. Sommige recensenten veronderstelden dat Franca is opgegroeid in een milieu van vorm zonder inhoud; veel regels en weinig geloof. Anderen meenden de roman te moeten interpreteren als een kritiek op het leven in de reformatorische zuil. Kortom, Franca Treur zou met dit boek de gereformeerde gezindte een spiegel voorhouden, waar alle ouders, kerkelijke voormannen en opinieleiders maar eens goed in moeten kijken.

Volgens de schrijfster hebben zij het allemaal mis, al laat ze de lezers vrij in wat deze willen lezen in haar roman. In ieder geval zegt Franca Treur zelf duidelijk dat ze geen kritiek wilde oefenen op haar ouders, noch op het reformatorisch milieu waarin ze opgroeide. Gisteren schreef ze in deze krant: „Kritiek op mijn opvoeding of op de regeltjes in de reformatorische zuil, staat niet centraal in mijn roman.” Verder stelde ze met nadruk te zijn opgevoed in „een warm gezin, op een manier die ik elk kind kan toewensen.” Ook komt ze niet tot het oordeel dat de kerkmensen uit haar jeugd te weinig van Gods liefde uitstraalden. „Aan mijn geloofsopvoeding mankeerde niets”, aldus Franca. Nog steeds zijn haar familieleden haar dierbaarder dan wie of wat dan ook. En als ze Meliskerke bezoekt, zet ze zich niet af tegen de kerkgang van haar familie.

Na lezing van het artikel van Franca zou men als reformatorisch christen opgelucht adem kunnen halen. Immers, er lijkt niets aan de hand te zijn. Franca is geen gefrustreerde vrouw die continu worstelt met haar opvoeding. Dus, overgaan tot de orde van de dag.

Bedenksels

Toch ligt dat niet zo eenvoudig, Er is wel degelijk iets aan de hand. De roman van Treur is het resultaat van de keuze die ze zelf heeft gemaakt. Tijdens haar studententijd in Leiden, waar ze actief was binnen de reformatorische studentenkring van de CSFR, concludeerde ze dat ze onderdeel is van een groot verhaal, dat een gemaakt verhaal is, een verzonnen waarheid. Goden zijn volgens haar bedenksels van mensen en het geloof daarin is dus het geloof in een mythe. Christenen zijn daarin geen uitzondering. Ieder mens heeft een eigen verhaal waar hij zich aan vasthoudt.

De kritiek van Franca Treur op de reformatorische christenen is dus niet dat ze geloven, maar dat ze denken de waarheid in pacht te hebben. Prima dat orthodoxe gereformeerden hun geloof hebben. Het kan zelfs Treur vertederen als ze ziet hoe bevindelijk gereformeerden hun geloof in afhankelijkheid van God beleven. Maar de vertedering slaat om in irritatie als reformatorische christenen stellen dat hun geloof het enige ware is. Toen na afloop van een debatavond een spreker van reformatorischen huize Franca vroeg iets te schrijven in zijn exemplaar van haar boek, schreef ze: ”Wees eens wat minder zeker van je zaak”.

Met haar boek ”Dorsvloer vol confetti” wil Treur lezers bewust maken van het feit dat zij niet alleen de waarheid bezitten. Daarvoor gebruikt ze de hoofdpersoon, Katalijne, een monter en pienter jong meisje. Katalijne is betrokken, leergierig en stelt pittige vragen bij de vanzelfsprekendheden die behoren tot het bevindelijk-gereformeerde leven. Ze neemt geen genoegen met standaard­antwoorden. De levensvraag van Katalijne is: „Klopt het verhaal wel?” Door die levenshouding is het meisje min of meer een buitenstaander in de kring die haar tegelijk dierbaar is. Ongelovig is Katalijne aan het eind van het boek niet, maar de twijfel over de echtheid van het geloof is levensgroot. De kiemen voor de breuk met kerk en godsdienst zijn gelegd.

Moeilijke vragen

Christenen zullen veel herkennen in de vragen van Katalijne. Hoeveel kinderen stellen in hun onbevangenheid niet vragen waardoor ouders soms met een mond vol tanden zitten? Zolang het nog geen tieners zijn, kunnen die vragen ook nog een glimlach ontlokken. Bij pubers wordt dat al wat lastiger, omdat ouders de vragen vaak interpreteren als bewijs van recalcitrant gedrag en zich niet afvragen of ze voortkomen uit innerlijke onzekerheid en twijfel.

Van belang is die vragen serieus te nemen en te proberen een eerlijk antwoord te geven. Het verkopen van stelligheden of het geven van stereotiepe antwoorden is dan niet verstandig. Jongeren zoeken naar oprechtheid en bij alle twijfel hunkeren ze vaak naar zekerheid. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat het hier wel eens aan schort. Opvoeders, predikanten en ouderlingen kunnen soms zichtbaar geïrriteerd raken als jongeren lastige vragen stellen over zaken die onder ons volkomen zekerheid hebben. Franca Treur heeft in zekere mate gelijk als ze schrijft: „Ik denk niet dat veel ouders en ambtsdragers in de reformatorische zuil zitten te wachten op dat soort Katalijnes.”

Binnen de gereformeerde gezindte wordt de kritische houding van jongeren nogal eens uitgelegd als dwarsigheid die met de jaren wel zal verdwijnen. In een aantal gevallen is dat ook zo. Maar het is minder vanzelfsprekend dan voorheen.

Het moderne leefklimaat is doordesemd van onzekerheid. Ook al erkent iedereen dat mensen behoefte hebben aan vastheid en waarheid is volgens velen permanente twijfel de hoogst bereikbare stand. De waarheden die eeuwenlang als onwrikbaar golden, zijn niet meer algemeen geldend. Dat wordt binnen reformatorische kring niet altijd voldoende onderkend.

Was het dertig, veertig jaar geleden vooral de studerende jeugd die ouders en ambtsdragers zorgen baarde omdat hij wegdreef van de beginselen, vandaag de dag worden ook mensen met een lagere opleiding meegesleurd met het heersende denkklimaat. En dat proces verloopt meestal heel ongemerkt. De niet-gelovige is vaak vriendelijk en is er niet op gericht de christelijke levensovertuiging belachelijk te maken, zoals dat voorheen nogal eens het geval was. Integendeel, hij is belangstellend en vraagt je het hemd van het lijf. Maar ondertussen worden met die vragen wel kwesties aan de orde gesteld waar veel reformatorische jongeren, en ook ouderen, het antwoord schuldig op blijven. Die kritische welwillendheid is vaak gevaarlijker dan bruut verzet. Zo wordt de twijfel gezaaid. En ieder die met de geschiedenis van de zondeval bekend is, weet dat het zaaien van twijfel Satans eerste middel was om Adam en Eva van God los te weken. Zo worden vooral jongeren ongemerkt afgetrokken van hun opvoeding, ook in open gezinnen waar goede gesprekken mogelijk zijn.

In een fictieve brief die Franca Treur gisteren in nrc.next schreef aan haarzelf toen ze acht jaar was, wenst ze haar jonge ‘ik’ toe „af en toe eens van een niet-gelovig perspectief naar de dingen te kijken. Omdat het bevrijdend is. Het is zonde om je hersenen per testament te vermaken aan de Heere en Zijn dienst. Daar heb je ze niet voor gekregen.” Daar heeft ze het doel van haar schrijfwerk mee samengevat. Het gaat haar erom de zekerheden die er binnen de orthodox-gereformeerde wereld zijn ter discussie te stellen. Ze kunnen wel als waarheid beleefd worden, maar ze zijn niet per definitie waar.

Beroep op gezag

In de achterliggende maanden zijn foute veronderstellingen gedaan over het milieu waarin Franca Treur is opgegroeid. Ze zou komen uit een gesloten gezin waarin geen ruimte was voor het stellen van vragen. Het tegendeel is waar. De opmerkingen die zijn gemaakt over het gezin Treur moeten voor de ouders pijnlijk zijn geweest. En het is te waarderen dat Franca ze weersproken heeft. Maar tegelijk is het een belangrijke les voor vaders, moeders en ambtsdragers dat het onthechtingsproces in gezinnen met meelevende kinderen heel sluipend plaats kan hebben.

Opvoeders en ambtsdragers zullen twijfelende jongeren tegemoet moeten komen. Dat is een worsteling waarmee de gereformeerde gezindte nog niet klaar is. Zeker, er moet sprake zijn van gezag, thuis en in de kerk. Er moet ook gesproken worden met gezag, maar wel op de geijkte momenten. Al te snel en al te gemakkelijk een beroep doen op de ouderlijke of ambtelijke autoriteit kan de vervreemding van de kerk eerder stimuleren dan remmen.

Het is beslist waar dat het kennen van de Heere veel vragen doet verdwijnen. Daarom mag die oplossing niet in het gesprek met jongeren ontbreken. Maar toch is daarmee niet alles gezegd. Tegelijk is het nodig dat mensen antwoorden krijgen op kwesties waarmee ze in de samenleving in aanraking komen.

Het is tekenend dat juist in onze tijd de aandacht voor de verdediging van het christelijk geloof, de apologetiek, zo is toegenomen. Dat heeft niet alleen te maken met de opmars van een strijdvaardig atheïsme, maar ook met de behoefte aan goede antwoorden waardoor de twijfel kan verstommen.

In het gesprek met de moderne mens zullen christenen duidelijk moeten maken wat het unieke is van het Evangelie dat ze zondag aan zondag horen. Uiteindelijk zal alleen de kracht daarvan mensen kunnen overtuigen. Franca vroeg gisteren aan het eind van haar artikel of er meer redenen zijn om te geloven dan dat je toevallig in een christelijk gezin bent geboren. Ja, die zijn er. Het is geen toeval dat mensen geboren worden op een plaats waar het Evangelie van Gods genade klinkt, maar het is Gods bestuur. Daar klinkt de unieke boodschap dat Christus belangeloos kwam om Zijn vijanden te redden. Dat is zo’n uniek verhaal, dat geen mens het kan bedenken.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer