Gesprek over visie ds. Hendrikse onzinnig in kerk
Ds. K. Hendrikse hoort met zijn opvattingen niet thuis in de Protestantse Kerk in Nederland, stelt ds. D. J. Budding. De kerk mag daarover geen onduidelijkheid laten bestaan.
In de discussie rondom ds K. Hendrikse, de ”atheïstische” dominee, is een aantal dingen duidelijk en een aantal dingen onduidelijk.Allereerst is Gods Woord overduidelijk, niet voor tweeërlei uitleg vatbaar, in de zaak waar het hierover gaat. De wezensnaam voor God is JHWH, ”Hij, Die is”. En: „Wie tot God komt moet geloven dat Hij is, en een Beloner is dergenen die Hem zoeken” (Hebr. 11:6). En: „De dwaas zegt in zijn hart: Er is geen God” (Ps. 53:2).
De belijdenis van de Protestantse Kerk in Nederland is ook duidelijk: „Wij geloven allen met het hart en belijden met de mond, dat er is een enig en eenvoudig geestelijk Wezen, hetwelk wij God noemen: eeuwig, onbegrijpelijk, onzienlijk, onveranderlijk, oneindig, almachtig, volkomen wijs, rechtvaardig, goed en een zeer overvloedige fontein aller goeden” (Nederlandse Geloofsbelijdenis, artikel 1).
Het is onzinnig over bovenstaande uitspraken een gesprek te voeren als kerk. Al blijft bezinning op het kennen van en spreken over God altijd nodig.
Duidelijk zijn ook de uitspraken van ds. Hendrikse zelf. Hij gelooft niet in God, dat heeft hij nooit gedaan. Hij gelooft niet in Jezus Christus als de Zoon van God en als de Verlosser van onze zonden. Kortom, hij laat van de fundamenten van de kerk geen spaan heel. Hij geeft ook veel publiciteit aan zijn opvattingen.
Het is waar dat geen mens die fundamenten kan ondergraven of ook maar 1 millimeter verschuiven. Het is even duidelijk dat ds. Hendrikse dat wel met alle macht probeert. Maar als er een hondje heel de nacht tegen de maan staat te keffen, dan heeft dat geen enkele invloed op de glans en de loop van de maan.
Verbijsterend
Duidelijk is ook de reactie van de scriba van de generale synode van de Protestantse Kerk (RD van 11 februari): „Wij geloven in God. Wie dat niet doet, stelt zich buiten het belijden van de kerk. Daarmee verlaat je de kerk.”
Wat is niet duidelijk, ja, ronduit verbijsterend?
- Dat ds. Hendrikse predikant kon worden in de Nederlandse Hervormde Kerk. Hij beweert immers dat hij nooit in God geloofd heeft.
Dat hij zelf predikant wilde worden in de kerk van Christus, die Hem belijdt als de Zoon van de levende God, de verzoening voor onze zonden en de enige Weg tot de Vader.
Dat hij beloofd heeft dat hij zich zou bewegen in de weg van het belijden der kerk, en toch zijn atheïstische opvattingen voorstaat en uitdraagt.
Dat de classis Zierikzee is teruggekomen op haar besluit een onderzoek te starten naar de opvattingen van ds. Hendrikse omdat „zijn uitlatingen niet van het gewicht zijn dat zij de fundamenten van de kerk aantasten.” Hiermee laadt de classis een zware verantwoordelijkheid op zich. Zij is daardoor mede verantwoordelijk voor het preken, leren en schrijven van ds. Hendrikse. Want het is haar kerkordelijke taak en roeping een tuchtprocedure aan te spannen.
Wat ook onduidelijk is, is de wijze waarop de scriba van de Protestantse Kerk probeert te verdedigen dat er geen tucht wordt uitgeoefend over ds Hendrikse. Hij maakt onderscheid tussen „tucht over de leer” en „tucht over een persoon in verband met de leer.” De Protestantse Kerk is in het laatste zeer terughoudend. Dat kan zo zijn, maar dat kan toch niet betekenen dat in de Protestantse Kerk openlijk geleerd kan worden dat God niet bestaat? Daarmee maakt de kerk zich wel degelijk medeplichtig.
Gebed
Wat is nog meer duidelijk? Dat het gebed een machtig wapen is in deze geestelijke strijd. Laten we daarom bidden:
Voor ds. Hendrikse, dat hem de ogen worden geopend. Hij zou niet de eerste zijn van wie gezegd zou worden: „Die ons eerst vervolgde, predikt nu Christus.”
Voor de ambtsdragers die in de Protestantse Kerk geroepen zijn om de Bijbelse tucht uit te oefenen, opdat zij het zo mogen doen, zoals zij voor Gods rechterstoel zullen wensen het gedaan te hebben.
Voor de broeders die bezwaar hebben gemaakt tegen het besluit van de classis Zierikzee, opdat hun arbeid gezegend worde tot eer van God en tot heil van Zijn kerk.
De auteur is emeritus predikant van de Protestantse Kerk in Nederland en predikant van de Reformed Church in America.