Economie

Goedgekozen woord misleidt volksstammen

Een goedgekozen woord kan hele volksstammen op de been brengen. Of juist aanzetten tot inactiviteit. Daarover kan Heineken meepraten. Zo kreeg het alcoholvrije Buckler ineens een bijsmaak toen bekende Nederlanders het biermerk op de hak namen. Voor Heineken was dat een miljoenenschadepost.

Erica Verdegaal
18 December 2009 23:22Gewijzigd op 14 November 2020 09:25

Eenzelfde orkaankracht kunnen financiële termen hebben. Neem de uitdrukking ”overwaarde benutten”, dat is het (extra) verhypothekeren van een eigen woning voor bijvoorbeeld pensioen, een teakhout- of vastgoedbelegging, een woonlastenpolis of een contant bedrag in handen.Het woord ”overwaarde” suggereert dat u eigenlijk steenrijk bent. De term ”benutten” wijst er venijnig op dat alleen een zielenpiet zijn huis niet tot de nok verhypothekeert. En wat heeft die toverspreuk gewerkt! Onze nationale hypotheekschuld explodeerde van 160 miljard euro in 1996 tot 600 miljard euro nu.

Ook inventief: pensioengat. ”Pensioen” laat u wegdromen over de vakantie zonder zorgen. Maar ”gat” schreeuwt dat dit feest niet door kan gaan. Tenzij u het manco laat repareren met een lijfrentepolis, koopsomabonnement of het doorsluizen van uw spaarloon naar een woekerpolis.

”Bestedingsruimte” is een eufemisme waar zelfs universitair geschoolden intuinen. Is je ”ruimte” 2500 euro, dan lijkt het of dat bedrag nog op je rekening staat. In werkelijkheid mag u dit geld spenderen, ongeacht of u het bezit. De schuld mag u gespreid betalen. Dat klinkt royaal, maar is een dikke havanna uit eigen doos. Over het krediet betaalt u bijvoorbeeld 15,9 procent rente, 159 euro voor elke 1000 euro betalingsachterstand per jaar.

Bedenk liever termen die mensen afhouden van nadelige producten of diensten. Een mooi voorbeeld is ”woekerpolis”. Sinds de vondst van dit woord is de afzet van te dure beleggingsverzekeringen ingestort. Andere suggesties zijn van harte welkom. Hieronder vast vier voorbeelden:

1. Doolhofbelegging

Dit is heldere taal voor een beleggingsproduct met een garantie, een vaste looptijd, ondoorgrondelijke kosten en opbrengsten, een onleesbare prospectus, mooi voorgespiegeld maar doorgaans tegenvallend rendement.

2. Budgetslurper

Een eenvoudig verkrijgbare leenvorm die eruitziet alsof het geen lening is, maar die jaarlijks honderden euro’s rente en dus bestedingsruimte opslorpt. Een voorbeeld is het gespreid betalen van aankopen of creditcardschuld.

3. Siliconenbelegging

Een belegging die een geweldig rendement belooft op iets ongrijpbaars zoals teakhout, citrusvruchten, olie, diamanten of kantoortorens in een ver warm land. Meestal moet u minimaal 50.000 euro inleggen, waardoor het aanbod buiten het toezicht valt.

4. Provisiezuiger

Een tussenpersoon die (nog) afhankelijk is van verkoopprovisies, en die geen eed wil afleggen dat hij primair werkt in het belang van de klant. Zo’n beroepseed werd onlangs voorgesteld door honderd adviseurs. Dat is één procent van de 10.000 leden tellende beroepsgroep.

De auteur is econoom en freelance journalist.

Meer over
Kleingeld

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer