Grenzen stellen leidt tot meer vrijheid
Het gangbare westerse vrijheidsbegrip verdient heroverweging. Als de overheid grenzen stelt, leidt dat uiteindelijk tot meer vrijheid. Dat betoogde mr. André Rouvoet woensdagmorgen tijdens het Europees gebedsontbijt in Brussel. Een samenvatting.
Martin Simek schreef onlangs in NRC Handelsblad dat hij, toen hij in 1968 uit Tsjechië gevlucht was en aankwam in Nederland, had verwacht veel blije mensen aan te treffen die hun vrijheid vierden. Maar de radio- en tv-presentator zag sombere gezichten om zich heen: alsof niemand echt van de vrijheid genoot. „Het was alsof ze meer wilden van iets dat ze al hadden.”Wat is er aan de hand met vrijheid? Het gangbare vrijheidsbegrip is het liberale idee van het individuele recht om te doen wat je maar wilt zolang het je medeburgers niet schaadt. Dit is een negatief vrijheidsbegrip: de afwezigheid van dwang.
De goede kant daarvan is de bescherming van het individu tegen een opdringerige staat. Dat was het juiste antwoord tegen dictators in de Tweede Wereldoorlog en de communistische regimes, en is nog steeds van belang voor die delen van de wereld waar mensen onderdrukt worden.
Het probleem is dat we in het Westen zijn vergeten wat het doel van vrijheid is. Met name de generatie van de jaren zestig overdrijft de vrijheid in de manier waarop ze met relaties en welvaart omgaat. Iemand omschreef dit als: „wij kopen dingen die we niet nodig hebben om indruk te maken op mensen die we niet mogen.”
Seculiere agenda
Op de grotere schaal van de economie heeft het overdreven najagen van winst en consumptie de huidige financiële crisis en milieucrisis veroorzaakt. Deze hebben het onrechtvaardige gevolg dat degenen die het minst profiteren en het minst verantwoordelijk zijn voor de problemen het hardst worden getroffen.
Politiek gesproken wordt de vrijheid bedreigd door de verabsolutering van individuele rechten. Zo leidt verabsolutering van de vrijheid van meningsuiting tot het recht op kwetsen van de diepste religieuze gevoelens. Verabsolutering van het recht op gelijke behandeling leidt tot het verbieden van religieuze organisaties om personeel te werven met een gelijke overtuiging.
Men zou denken dat dit niet-liberale standpunten zijn, maar zowel in Europa als in Nederland wordt dit debat juist voortdurend aangezwengeld door liberalen. Ik vrees dan ook dat hier in feite geen vrijheidsagenda, maar een seculiere agenda wordt nagestreefd. Dat komt ook naar voren in het debat over het toelaten van religieuze symbolen in de publieke ruimte.
Het gangbare vrijheidsbegrip verdient volgens mij dan ook heroverweging. Daarvoor wil ik twee Bijbelse principes onder de aandacht brengen.
Het eerste komt uit Galaten 5: „U bent geroepen om vrij te zijn. Misbruik die vrijheid niet om uw eigen verlangens te bevredigen, maar dien elkaar in liefde.” De boodschap is dat een mens pas vrij is als hij losraakt van zelfzucht en zijn naaste leert lief te hebben. Dit is de blinde vlek van het hedendaagse vrijheidsidee. Toen God Zijn volk uit Egypte bevrijd had, stuurde Hij hen niet naar het Beloofde Land met de boodschap: „Ga, en doe waar je zin in hebt.” Hij gaf hun de Tien Geboden als de weg naar de vrijheid. Ware vrijheid luistert naar wetten.
Morele keuzes
Het tweede Bijbelse principe is dat van de overheid als dienares van God. Zij moet worden gehoorzaamd, maar wordt ook begrensd door de oproep om God meer te gehoorzamen dan mensen. Dat betekent: geen totalitaire overheid, maar ook scheiding van kerk en staat.
Toch moet de overheid morele keuzes maken, namelijk om te waarborgen dat de verschillende kringen in de samenleving kunnen functioneren naar Gods bedoeling en niet in strijd komen met de publieke gerechtigheid. Onbegrensde bonussen die onverantwoorde risico’s stimuleren ontwrichten het financiële systeem, en zijn dus in strijd met de publieke gerechtigheid. Kindermishandeling is in strijd met de publieke gerechtigheid, dus moeten de autoriteiten ingrijpen in het gezinsleven.
De overheid kan dus nooit moreel neutraal zijn. Om die reden roept christelijke politiek vaak boze reacties op. Als navolgers van Jezus hebben we de les geleerd dat vrijheid niet hetzelfde is als het opheffen van grenzen, maar dat vrijheid wordt gerealiseerd door grenzen in acht te nemen.
Vandaag zijn er voorbeelden genoeg om dit te illustreren, zoals het gegeven dat de seksuele vrijheid zeer groot is, maar een kwart van de jonge vrouwen juist te maken heeft met gedwongen seksueel geweld. En kinderen krijgen veel vrijheid, maar het gevolg is dat 22 procent van de jongeren tussen de 16 en 24 jaar probleemdrinkers zijn.
Daarom is het niet tegenstrijdig als een overheid grenzen aan de vrijheid stelt. Uiteindelijk zal het leiden tot meer vrijheid.
De auteur is vicepremier namens de ChristenUnie.