Opinie

Postmoderne pelgrim mist doel

Modern is ouderwets. De cultuur van de 21e eeuw is niet modern meer, maar postmodern. Het woord valt steeds vaker, maar het is niet duidelijk wat het betekent. Christenen zijn het er ook niet over eens. Is het goed of slecht? Hoe verhoudt de Bijbelse boodschap zich tot de nieuwe cultuur? Het antwoord is eenvoudig: net zoals tot elke cultuur: sympathiek, kritisch en vooral transformerend.

Dr. H. van den Belt
19 October 2009 14:14Gewijzigd op 14 November 2020 08:55

Het is begrijpelijk dat studenten bezig zijn met het postmodernisme. Vandaag wordt in Rotterdam bij het CSFR-dispuut Ichthus het tiende lustrum gevierd. De titel van de te presenteren bundel is ”Postmodern gereformeerd”. Daarin wordt gepleit voor een omslag van denken in leerstellingen naar denken in relaties. Het is mooi dat christelijke studenten op de frontlinie nadenken over de tijd waarin zij leven en over de juiste vertolking van het christelijk geloof.Toch kun je de cultuur ook te serieus nemen. Wat zich als nieuw aandient, is vaak heel oud. Dat betekent niet dat oude antwoorden gekopieerd kunnen worden. Het Evangelie is geen bekraste grammofoonplaat. Maar wie goedgelovig het culturele zelfbeeld aanvaart, komt bedrogen uit. De cultuur is een masker, waarachter een wereld schuilt, een wereld van verzet en vijandschap tegen God. Het christendom doorlicht de tijd vanuit de eeuwigheid en de cultuur vanuit de schriftuur.

Gescheiden vrouw

Het postmoderne denken wordt door orthodoxe christenen vaak negatief geduid. Dat is niet vanzelfsprekend. Zij zouden blij moeten zijn dat het modernisme van de verlichting eindelijk doodverklaard wordt. Maar het lijkt alsof postmodern nog erger is dan modern.

Geen enkele cultuur maakt mensen immuun voor het Evangelie. Dat betekent niet dat het allemaal om het even is. Sommige culturen zijn onbevangen en open, andere weerbarstig en gesloten. Het moderne denken heeft een gesloten wereldbeeld waarin voor de openbaring van God geen ruimte is. Het postmoderne denken is opener voor religie. Dat is mooi en sympathiek.

De westerse wereld van de 21e eeuw lijkt op de context van de Vroege Kerk. Toch is de onbevangenheid en openheid nu anders dan die van de antieke cultuur. De postmoderne cultuur is geen maagd, maar een gescheiden vrouw, die wel openstaat voor nieuwe relaties, maar zich niet wil binden. Die wetenschap behoedt voor optimisme.

Het Evangelie staat trouwens altijd sympathiek in de cultuur. Dat houdt verband met de verhouding tussen natuur en genade. De genade vernietigt de natuur niet, maar verlost en herstelt haar, door haar te redden uit de greep van het kwaad. Wie in Christus is, wordt pas echt mens; geen supermens, maar een nieuw mens.

De genade herschept ook de door de zonde aangevreten cultuur. Dat gebeurt niet onmiddellijk en direct, maar door de vernieuwing van het gemoed, de bekering. De enige hoop voor de postmoderne cultuur is de bekering van postmoderne mensen. Maar dat is van alle tijden.

Anker binnenboord

Het postmoderne denken presenteert zichzelf als een breuk met het moderne denken. Het is echter een crisis in het moderne denken. Een postmodern mens is een extreem modern mens, maar dan geflipt. Hij moest wel flippen, het zat ingebakken.

In de verlichting verschuift het gezag van buiten de mens naar binnen. Het christelijk geloof is niet langer gefundeerd op het gezag van de openbaring. De rede bepaalt wat wel en niet geloofwaardig is.

Dan valt er ook weinig met zekerheid over God te zeggen. Echte zekerheid is gebaseerd op feiten, kan rationeel doordacht worden. Alles wat wij over boven zeggen komt van beneden, alles wat wij over God zeggen, bedenken wij zelf. Harry Kuitert is een exponent van dit moderne denken.

Nu lijkt het postmoderne denken veel meer open te staan voor de openbaring van God. Maar is dat wel zo? In de plaats van het verstand komt het gevoel. Maar of het nu rationeel of emotioneel is, de laatste gezagsinstantie zit nog steeds in de mens zelf.

Het gevoel heeft sinds de verlichting wel vaker stuivertje gewisseld met het verstand, bijvoorbeeld in de romantiek. Als de moderne mens stuit op de grenzen van de ratio, vlucht hij naar de diepere lagen van het hart. De postmoderne reactie op het modernisme verraadt de innerlijke onzekerheid van de mens die het anker niet buiten boord werpt, maar probeert te hechten in zijn eigen ziel.

Het postmodernisme verraadt zich vooral door de verabsolutering van het relativisme. „Dit is het absolute einde van alle grote verhalen.” De stelligheid waarmee dat geproclameerd wordt, is modern. Grote stelligheid moet je altijd wantrouwen. Het is een symptoom van innerlijke onzekerheid.

De verabsolutering van het relatieve bedreigt de belijdenis van de ene Naam. De exclusiviteit van de waarheid is onopgeefbaar voor het christelijke geloof. Die claim roept in de postmoderne fase van de moderne tijd meer aversie op dan daarvoor. Postmodern lijkt vriendelijker, maar is op dit punt agressiever dan modern.

Ietsisten

Culturen worden niet bekeerd, maar bekeerde mensen beïnvloeden wel de cultuur. De gewenste omslag in het denken, de vernieuwing van het gemoed (metanoia), is geen aanpassing van de christen aan de cultuur, maar een aanpassing van de christen en de cultuur aan het Evangelie. Om zo ver te komen, moet een christen wel weten wat de kernmerkende waarden van de cultuur zijn. Aansluiting voorkomt kortsluiting.

Een belangrijke postmoderne waarde is authenticiteit. Die is vooral van belang in de buitenste cirkel van het getuigenis in de wereld. Mensen vinden het belangrijk dat iets echt is, van binnenuit komt. Dat is nog belangrijker dan of het ook waar is. Daarom is het vandaag zo belangrijk om de Bijbelse boodschap te brengen in de vorm van het persoonlijke levensverhaal.

Dat mensen geloven dat er iets is, is niet veel, maar het is ook niet niks. Zij geloven dat omdat hun hart op God is aangelegd. Ietsisten kun je niet bereiken door massief binnen te komen met de absolute waarheden van het christelijke geloof, maar door het verhaal te vertellen, het kleine verhaal, dat verwijst naar het grote verhaal van Christus. De authenticiteit of de echtheid moet waarheid worden door de transformatie van het Evangelie.

Als het getuigenis geen persoonlijk ooggetuigenverslag is, stelt het weinig voor. Dat is nooit anders geweest. Dode orthodoxie werkt zelden aanstekelijk. Het postmoderne waarheidsbegrip maakt een persoonlijke benadering noodzakelijk. De bevindelijk gereformeerde traditie heeft dat narratieve element in huis. De tale Kanaäns moet wel vertaald worden in het Nederlands.

Het is niet eenvoudig om de persoonlijke geloofservaring onder woorden te brengen. Veel christenen hebben weinig te vertellen, omdat ze zelf zo weinig van God ervaren. Maar bevinding is ook beproeving. Het kan heel authentiek en heilzaam zijn om in alle openheid en kwetsbaarheid te vertellen hoe moeilijk je het hebt met God en het geloof. Dat is de bevindelijke taal van de Psalmen.

Om te oefenen in het verwoorden van het persoonlijk getuigenis is de gemeenschap van de kerk nodig, een tweede cirkel. De kerk heeft een onmisbare institutionele kant, de bediening van het Woord en de sacramenten, het ambt, de belijdenis. Maar de kerk heeft ook een organische kant, zij is de gemeenschap der heiligen. Als de gereformeerde gezindte in een post­moderne cultuur wil overleven dan zal zij in de gemeenschap moeten investeren.

Gemeenschap is een waarde die in de postmoderne cultuur hoog aangeschreven staat. Je bent wie je bent door je relaties, je netwerk. Die contacten zijn wel gebaseerd op de keuze die je zelf maakt. Denk aan het verschijnsel speeddating. Een groep mannen en vrouwen maken kennis met elkaar. Na een paar minuten gaat de bel en dan moet je rouleren. Dat is typisch postmodern.

De christelijke gemeenschap transformeert de postmoderne oppervlakkige en egocentrische relaties. Voor die transformatie is wel zelfverloochening nodig, de christelijke waarde die het meest haaks staat op het postmoderne levensgevoel. Toch kan de christelijke gemeenschap iets bieden waar de postmoderne mens naar hunkert, een thuishaven, een plek waar je niet op je tenen hoeft te lopen om niet steeds weer afgewezen te worden. Een plek van genade. Laat de kerk een vrijplaats en een schuilplaats zijn en geen boksring voor zwaargewichten.

Pelgrim

De binnenste cirkel is die van het christelijke leven. De postmoderne mens is een zoeker, een pelgrim. De waarde die daarbij hoort is openheid. Pelgrimages nemen een hoge vlucht. Iemand fietst voor de zending naar Santiago de Compostella. De postmoderne mens is op reis, altijd in ontwikkeling, nooit klaar. De reis heeft geen einddoel, want de reis is zelf het doel. Dat is het verschil met de christenreis naar de eeuwigheid.

De postmoderne mens wil geen mogelijkheden uitsluiten, omdat hij bang is kansen mis te lopen. Hij is niet bang voor de dood, maar wel bang om in het leven de boot te missen bij de zelfontplooiing. Hij is bang dat de levens-TomTom zegt: „U nadert de bestemming.”

De doelloze postmoderne openheid moet getransformeerd worden naar een doelgericht en doelbewust leven. Christenen zijn niet van deze wereld. Zij zijn ook niet van de vorige eeuw. Zij zijn van de toekomende en kijken vanuit dat eschatologisch perspectief naar de tijd en de cultuur waarin zij leven. Als pelgrims hebben zij wel een bijzondere interesse voor wat zij onderweg tegenkomen. Zij nemen verantwoordelijkheid voor deze wereld, die uiteindelijk Gods wereld zal blijken te zijn. De rechtvaardigen zullen de aarde beërven. Zo wonen zij in de wereld als Abraham in Kanaän, vreemdeling en erfgenaam tegelijk.

Een kind van God is een kind van zijn tijd, maar dan gereformeerd, getransformeerd naar het beeld van de Zoon en getransponeerd naar het koninkrijk. Dat koninkrijk is pas echt post-modern. Daar zal geen tijd meer zijn.

Dit artikel is een samenvatting van een lezing op een lustrumcongres dat het CSFR-dispuut Ichthus in Rotterdam voor vandaag heeft georganiseerd.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer