Laagvliegende kogels in Marnehuizen
Het Noord-Groningse Marnehuizen is een spookdorp met verlaten huizen, winkels en auto’s. Overdag sluipen er zwaarbewapende soldaten door de straten. Achter hen rijdt een tank op een mijn. Het is oorlog.
Met stevige vaart stuurt Majoor Jacques Boender zijn legerjeep langs de ‘Afghaanse’ keienweg die naar het dorp Marnehuizen leidt. Niet de natuurlijke bodem die je verwacht in het voormalige Lauwerszeegebied. De weg is nieuw: aangelegd als training van de troepen voor Uruzgan.Boender, die onder militairen ook wel ”de burgemeester van Marnehuizen” heet, stapt even later over het verlaten dorpsplein. Dat biedt, ondanks de zon, een desolate indruk: Lege straten met dichte huizen. Diverse autowrakken naast een verlaten speeltuintje.
Marnehuizen mag dan een burgemeester kennen, inwoners heeft het defensieoefendorp niet, en dat is maar goed ook. In het militaire oefenseizoen fluiten hier dagelijks de kogels rond. Soms virtueel, uit laserkastjes, maar even verderop in het gebied wordt met scherp geschoten.
Een bezoekje aan een huis maakt het ook niet gezelliger: In het donker struikel je over afgekeurd Defensiemeubilair, een zwaar bureau verspert de doorgang in de gang. Boender: „Allemaal om het natuurgetrouw te laten overkomen. In een oorlogsgebied staan ook niet alle meubels in de huizen netjes waar ze horen.”
Het bord ”Verboden Toegang” bij het dorp sorteert maar weinig effect. Voor fietsers en wandelaars wordt het gebied rond het dorp open gehouden. Maar ook snelle scooters komen zo door het hek: Jongeren die in het verlaten Marnehuizen het weekend komen vieren. Om die reden zijn ook de huizen afgesloten met stalen luiken.
In de autowrakken zijn deuken getrapt. Die auto’s zijn niet eens goedkoop, zegt Boender. „Ze zijn gestript van milieuvervuilend materiaal: 450 euro per stuk.”
Hoe doorsnee de woningen in Marnehuizen er ook uitzien; het is een A-locatie voor militairen. Het grootste oefendorp van Europa, zo’n 1,5 vierkante kilometer groot, is vanaf de jaren tachtig gebouwd en bestaat uit 122 huizen met wat winkels.
Het bijzondere is echter niet de hardware, maar de software. Iedere soldaat en ieder voertuig is overal te volgen. De wapens schieten lege hulzen af. Maar elk schot wordt vastgelegd –de ‘kogel’ volgt zelfs de baan van de aarde– en is later weer terug te bekijken.
Dit zogeheten SAAB-systeem zorgt ervoor dat het oefenen in Marnehuizen levensecht is. Het beeldscherm in de controlekamer toont dat aan, tijdens een oefening: Zwaarbewapende infanteristen doorzoeken de huizen, gevolgd door ratelende tanks. Het dorp is oorlogsgebied.
Een tank nadert het marktplein en schiet op een YPR-voertuig. In werkelijkheid vliegt alleen een lege huls weg, maar het scherm toont een laserstraal die het voertuig vol in de flank treft. Links en rechts vallen soldaten neer die gewond zijn. Althans, dat heeft de computer ze verteld door hun headset: „U bent geraakt, wacht op verzorging.”
Maar de „genezeriken” laten te lang op zich wachten, vindt Majoor Boender vanuit zijn controlekamer. Hij ‘verwijdert’ de schotwond met een computercommando, en de soldaten kunnen weer meedoen.
Militairen zijn zelfs in de huizen te volgen. En alles is later terug te zien. Handig, zegt trainer Bob Koster. „Zeker als we een zogeheten blue-on-blue hebben: een soldaat die een collega doodschiet. Het wil nogal eens gebeuren dat hij dat in de verwarring niet doorhad, of niet toe wil geven. Dan is het handig dat je het even terug kunt halen: De techniek liegt niet. En daar balen ze echt van: een eigen maat raken, dat is broedermoord. Dat wil niemand, ook niet bij een oefening.”
Boender is trots op zijn dorp. „Het kost het nodige. Maar dit spaart enorm veel levens.”
Dit is het laatste deel in een serie over borden met de tekst ”Verboden toegang”.