Balkenende deelt tikken uit
„Het verwijt van Rouvoet dat het CDA geen bijbelse waarden heeft, is niet christelijk.” „Aantjes kan zich beter met zijn tachtigste verjaardag bezighouden dan met politiek.” „Zalm handelt staatsrechtelijk onhoudbaar en politiek onverstandig.” CDA-lijsttrekker Balkenende deelt tikken uit. Ook voor hem is het campagne.
„Zullen we een ogenblik stil zijn?” In zijn werkvertrek in het achthoekige torentje vragen de premier en zijn politiek assistent Jack de Vries rond het middaguur een zegen voor de lunch. Het is een van de weinige momenten van de dag waarop Balkenende zijn stem niet gebruikt. „Ja, ik praat nogal veel. En snel.”
Door het nog maar onlangs aangebrachte kogelvrije glas heeft de demissionaire premier uitzicht op de Hofvijver. Maar tijdens de lunch dwalen zijn ogen niet eenmaal in die richting. Hij is geconcentreerd op het vraaggesprek. Woorden en zinnen rijgen zich moeiteloos aaneen. Over de kritiek die hij de afgelopen weken kreeg uit het linker- en uit het rechterkamp en uit eigen gelederen. En over het ’geheim’ van zijn onverstoorbaarheid.
Zijn stem klinkt wat monotoon. Als het verwijt van ChristenUnie-lijsttrekker Rouvoet ter sprake komt, deze week gedaan in een voormalig rooms-katholiek ochtendblad, komt daarin even verandering. Zich iets voorover buigend: „Het CDA zou volgens hem wel van waarden, maar niet van bijbelse waarden weten. Die opmerking laat ik geheel voor zijn rekening. Als we als christenen om politieke motieven zó met elkaar omgaan, zijn we een eind weg. Dan ben je bezig elkaar de maat te nemen.” Met stemverheffing: „Als het gaat om het uitspreken van oordelen: er is er maar Eén die oordeelt. Dat is God.”
Glijdt de meeste kritiek moeiteloos van hem af, dit soort opmerkingen ráákt hem. „Ik ben als hoogleraar, als medewerker van het Wetenschappelijk Instituut van het CDA en als politicus jaren bezig geweest met de uitwerking van het concept van de verantwoordelijke samenleving. Dat is echt geen waardevrij begrip. Als je dán zegt dat het CDA geen bijbelse waarden heeft, neem je een hele verantwoordelijkheid op je.”
In de Tweede Kamer geeft u zelden expliciet aan dat u uw waarden uit de Bijbel haalt. Zelden of nooit noemt u de Tien Geboden als bron van alle moraal.
„Ja, dat verwijt krijg ik vaak van de kleine christelijke partijen. Maar ik plaats zulke verwijten tegen de achtergrond van de aanstaande verkiezingen. Er hoeft geen enkel misverstand te bestaan over de uitgangspunten van het CDA: gerechtigheid, solidariteit, gespreide verantwoordelijkheid en rentmeesterschap. Die uitgangspunten zijn geïnspireerd door het Evangelie. In het regeringsbeleid proberen we ze gestalte te geven.”
Hoe?
„Ik noem enkele zaken: In het strategisch akkoord spreken we over respect en fatsoen. We zijn evaluaties gestart van de abortus- en euthanasiewetgeving. Waarden en normen in het onderwijs staan weer centraal. Er komt meer aandacht voor het gezin.
Dan kun je twee dingen doen. Je kunt verheugd constateren dat er een voorzichtige trendbreuk is. Je kunt je er ook politiek van af maken door te zeggen dat het allemaal niets voorstelt. Natuurlijk boekt het kabinet slechts een bescheiden vooruitgang, maar ik vraag: zou de bede ook in de troonrede zijn teruggekeerd als het CDA níet in het kabinet had gezeten? Je kunt je er als christen niet van afmaken door te zeggen dat er van dit beleid niets deugt. Dat verwijt ik Bas van der Vlies overigens veel minder dan André Rouvoet.”
De ChristenUnie heeft reden kritisch naar u te kijken. Bij de vorige verkiezing haalde u nogal wat stemmen bij hen weg. Ook nu nog overweegt een op de tien CU-kiezers CDA te stemmen, bleek uit een onderzoek door deze krant.
„Ik ben daar niet speciaal op uit geweest. Het gaat mij er niet om iets weg te halen bij ChristenUnie en eventueel SGP. Zo zit ik niet in elkaar. Ik kom wel uit voor mijn christelijke achtergrond. Ik ben wie ik ben. Als kiezers mij dan vertrouwen en op mij stemmen, is dat hun verantwoordelijkheid.
De afgelopen maanden heb ik grote hoeveelheden brieven gekregen van mensen die mij steunen en die daarbij refereren aan het geloof. Dat is zeer bemoedigend.”
Wat voor rol speelt het geloof voor u persoonlijk?
„Ik heb in een jaar veel meegemaakt. Er kwam van alles op me af wat ik nooit had verwacht: het fractievoorzitterschap, het lijsttrekkerschap, het premierschap. Dat doet veel met je. In dat alles heb ik veel steun gehad aan mijn geloof, aan mijn vertrouwen op God. Ik weet: ik sta er niet alleen voor. Ik doe het ook niet voor mijn eigen positie, maar omdat ik me gedragen voel.
Er wordt veel over mij geschreven. Daarbij komen ook kritische zaken aan de orde. Dan moet je niet alleen je rug rechten en stevig in je schoenen staan, maar dan heb je ook een kompas nodig. Het geloof speelt in al die omstandigheden een belangrijke rol. Dat ik de afgelopen maanden staande ben gebleven, kan daarvan niet los gezien worden.”
Oud-CDA-fractievoorzitter Aantjes stemde in 1998 nog op u omdat u zo goed in staat was de christen-democratische idealen te verwoorden. Nu verwijt hij u te veel aan het pluche verkleefd te zijn.
„Iedereen die mij een beetje kent, weet dat ik niet uit ben op macht. Ik ben uit op het nemen van verantwoordelijkheid om mijn idealen te realiseren. Het is een soort roeping. Ik wil me inzetten voor de kwaliteit van de Nederlandse samenleving.
En wat de heer Aantjes betreft: ik weet dat hij binnenkort tachtig jaar wordt. Ik denk dat het goed is dat hij zich gaat concentreren op zijn verjaardagsfeest.”
Een andere partijgenoot, oud-premier Van Agt, zei eind vorige week dat het debat over waarden en normen dat u hebt geïnitieerd „verwordt tot een eindeloos gebazel.”
„Dat zie ik anders. Het debat over waarden en normen is enorm aangeslagen. Iedereen heeft het erover. Er zijn discussies in de media en ingezonden stukken. Vanuit het lokaal bestuur en vanuit het maatschappelijk middenveld krijgen we uitleg over allerlei initiatieven die daar zijn. Dat is van grote betekenis.”
Maar over wélke waarden en normen hebben we het dan?
„Het CDA heeft altijd gekozen voor een betrokken samenleving waarin respect voor elkaar, naastenliefde, verantwoordelijkheid en fatsoen centraal staan. Bij de concrete invulling daarvan gaan we uit van wat de mensen zelf ervaren.
En dan is er genoeg werk aan de winkel. Want laten we elkaar niks wijs maken: we hebben grote problemen. Er is sprake van onbehouwen gedrag in het verkeer. Mensen durven ’s avonds geen gebruik te maken van het openbaar vervoer. Ouders zetten hun kinderen tijdens sportactiviteiten aan tot geweld. Dit is lang onbespreekbaar geweest.
Nu is in het onderwijs weer volop aandacht voor waarden en normen. Mijn vierjarig dochtertje zit op school. Daar geldt als regel dat de kinderen elkaar niet mogen aanraken. Bij die hernieuwde aandacht voor waarden en normen kan ook de politiek een rol spelen. Bijvoorbeeld door in gezinnen waar problemen zijn opvoedingsondersteuning aan te bieden. Of door een ethisch toetsingskader op te stellen voor nieuwe medische technologieën; iets waar het kabinet nu mee bezig is.
Is het niet te beperkt zo sterk aan te sluiten bij wat mensen ervaren?
„Als je iets wilt bereiken, moet je bij de ervaringen van de burgers beginnen. Hoe beleven zij de openbare ruimte? Wat houdt hen bezig? Alleen zo, en niet door slechts van bovenaf op te leggen, kun je bereiken dat het tussen de oren van mensen gaat zitten. Goede voorbeelden van die aanpak zijn de stadsetiquette van Rotterdam en de tien gouden regels van Gouda.
Maar er moet inderdaad meer gebeuren. Het mag niet blijven bij het inventariseren van ergernissen. Het gaat er ook om wat mensen persoonlijk kunnen doen voor de samenleving. Dat is de actieve kant. In christelijke kring is dat altijd vertaald met zending, diaconie en inzet voor wat kwetsbaar is.
Dat alles moet uiteindelijk tot concrete doelen leiden. Dat we weer opstaan voor mensen die slecht ter been zijn. Dat we ’s avonds de straat weer op durven. Dat we stoppen met dat irritante bumperkleven. En laten we, als we het over het verkeer hebben, maar eens serieus nadenken over een puntenrijbewijs. Langs die weg moeten we tot gedragsverandering komen.”
Heeft de beschermwaardigheid van het leven ook niet alles te maken met waarden en normen?
„Zeker. Daar doen we ook wat aan. Er komt een medisch-ethisch toetsingskader voor medische vraagstukken. Dit kabinet gaat actie ondernemen tegen medici die zich bezig hebben gehouden met het kloneren van mensen. Verder is in het strategisch akkoord afgesproken dat er een evaluatie komt van de abortuswetgeving en van de manier waarop de euthanasiewetgeving in de praktijk gestalte krijgt.”
Dat is toch een mager resultaat?
„Kijk daar niet te minachtend op neer. In de afgelopen jaren was het politiek niet mogelijk een onderzoek in te laten stellen naar het functioneren van de abortuswetgeving. Dat is winst.”
Wat wil het CDA nadat de evaluaties over abortus en euthanasie zijn verschenen. Deze wetten terugdraaien?
„We waren geen voorstander van de huidige euthanasiewetgeving. De strafbaarheid is uit het Wetboek van Strafrecht gehaald en het openbaar ministerie is op afstand geplaatst door de instelling van toetsingscommissies. Dat willen we terugdraaien.
En verder kan natuurlijk élke evaluatie in principe leiden tot de herziening van een wet.”
Moet er een weer een absoluut verbod komen op euthanasie?
„Ik denk dat we onder zeer strikte voorwaarden mensen wel de mogelijkheid moeten bieden hun leven in geval van ondraaglijk lichamelijk lijden te beëindigen. Het CDA is geen voorstander van het oprekken van de huidige wet om levensbeëindiging mogelijk te maken vanwege psychisch lijden. Ook ben ik blij met de uitspraak van de Hoge Raad in de zaak-Brongersma.
Waar ik verder blij mee ben is dat er in zorginstellingen een omslag in het denken merkbaar is. Ik reken dat ook tot de resultaten van het debat over waarden en normen. In ziekenhuizen wordt meer gekeken naar mogelijkheden om mensen in hun werkelijke behoeften te helpen en hun lijden te verlichten door onder meer palliatieve zorg. Ik merk dat er meer aandacht komt voor de beschermwaardigheid van het leven. Die weg moeten we met kracht vervolgen.”
En de abortuswet?
„Eigenlijk dezelfde lijn volgen. Het CDA wil graag dat de wet goed wordt nageleefd. Dat zou kunnen betekenen dat we weer aandacht vragen voor de vijf dagen bedenktijd die in de wet staat. Daar wordt nu, zo lijkt het, te weinig aandacht aan besteed. Daarnaast moeten we ons inzetten om door voorlichting, anticonceptie en verbetering van de seksuele moraal het aantal daadwerkelijke abortussen te verminderen. Daar is nog een wereld te winnen.”
Dus wat u betreft komt er geen absoluut verbod meer op het afbreken van zwangerschappen?
„Ik zou er zelf geen moeite mee hebben om de wet ten principale nog eens te bekijken. Maar je hoeft geen grote rekenmeester te zijn om te concluderen dat christenen in het politieke debat in de minderheid zijn.”
Bent u geschrokken van VVD-lijsttrekker Zalm, die artikel 1 van de Grondwet wil plaatsen boven de klassieke grondrechten, zoals vrijheid van godsdienst, meningsuiting en onderwijs?
„Daar kunnen we kort over zijn: wat Zalm zegt, kan staatsrechtelijk niet en is politiek gezien onverstandig. Bepaalde christelijke kringen hebben moeite met homoseksualiteit. Dat mag. Je mag de kinderen daarover in het gezin of op school een bepaalde opvatting meegeven. Aanzetten tot haat mag natuurlijk niet.
Eenzelfde redenering geldt als het gaat om de positie van de vrouw. Sommige christenen zien de man als hoofd van de vrouw. Dat mag je naar voren brengen. Maar je mag de meisjes niet van school houden omdat het volgen van onderwijs in jouw visie niet van belang zou zijn voor hun toekomst. Wie die klassieke grondrechten wil afzwakken ten voordele van het antidiscriminatiebeginsel, vindt in het CDA een tegenstander. Ook in toekomstige formatiebesprekingen.”