Kerk & religie

„Goed beschouwd ben ik hersteld katholiek”

Evangelist P. Pols, werkzaam vanuit de stichting Het levende Woord, is verwonderd over de ingang die hij heeft bij moslims, rooms-katholieken en anderen in Uden, Rosmalen en Veghel. „Ik heb daar heel wat meegemaakt.”

30 September 2008 08:35Gewijzigd op 14 November 2020 06:27
UDEN - Evangelist P. Pols (r.): „Er moeten veel meer evangelisten komen in Brabant. Het is een braakliggend land. En ik kan het niet alleen.” Foto Bert Jansen
UDEN - Evangelist P. Pols (r.): „Er moeten veel meer evangelisten komen in Brabant. Het is een braakliggend land. En ik kan het niet alleen.” Foto Bert Jansen

Na de start van het evangelisatiewerk in 1993 bestaat de evangelisatiepost in Uden nu tien jaar. Pols: „Toen ds. J. G. van Tilburg, predikant te Waddinxveen, belde, begon het. Hij wilde 50.000 evangelisatiefolders laten drukken voor Noord-Brabant. Dat hebben we toen samen opgepakt en uit eigen middelen betaald. Door een groep vrijwilligers zijn die folders verspreid. Daar kwamen reacties op van mensen die wilden praten. Gelukkig kwam in Uden een schooltje beschikbaar, waar we eens in de week bijeen konden komen.”Algauw groeiden de bijeenkomsten uit tot geregelde samenkomsten. „We wilden niet sektarisch verder en zochten aansluiting bij een kerkelijke gemeente. In Nieuw-Lekkerland stond toen ds. C. van den Berg. Onder zijn leiding is daarop de stichting Predik het Woord opgericht, met een eigen bestuur waarin vooral predikanten zitting hadden.”

Toen het evangelisatiewerk vaste vormen kreeg, wilde Pols officieel evangelist worden. „Een politieman of militair heeft toch ook zijn tenue aan?” Rechtstreeks vanuit de kerk uitgezonden worden kon niet vanwege de kerkelijke structuur, want geografisch is heel Nederland voorzien van hervormde gemeenten. „Als evangelist zou ik de gemeenten in Noord-Brabant voor de voeten lopen. Aan ds. K. Veldman, die ook in het bestuur zat, vroeg ik: Wilt u mij officieel uitzenden vanuit de stichting? Dat is gebeurd vanuit Handelingen 1:8.”

Pols geeft aan dat hij door de Heere geroepen is om evangelist te worden: „Dat is mijn diepste drijfveer om dit werk te doen. Ik moet Zijn Woord prediken. Dat heeft mij heel wat tobberijen gekost, maar we zijn nooit tekort gekomen.”

Het evangeliseren gebeurt onder andere door te folderen en door huis aan huis aan te bellen. „In het algemeen hebben we een goede ingang bij de mensen. Zo kom ik ook bij moslims in huis. Ook daar is pijn, nood en verdriet. Dan stel je voor om te bidden in de naam van Jezus Christus, Gods Zoon. En dat vinden ze nog goed ook.”

Op papier is de omgeving rooms-katholiek. „Maar de parochies worden soms samengevoegd omdat de kerken leeglopen. De mensen die naar onze diensten komen, krijgen thuis problemen. Een rooms-katholiek heeft dan oorlog in zijn huis. Er is een soort duistere macht die Brabant in zijn greep houdt. Het licht van het Evangelie moet daar met alle kracht worden uitgeblust.”

De Brabanders, merkt Pols, zijn gemoedelijk van inslag. „De meesten denken: Het komt wel goed, ’ons lieve Heer’ maakt het wel recht. Er is veel werkheiligheid. De mensen zijn zo verduisterd voor de boodschap van genade in Jezus Christus. Ze zitten daar niet op te wachten. Wie eigenlijk wel?”

Iedere zondagmorgen belegt Pols een dienst in het Ujeshofke in Uden en sinds kort op de zondagmiddag een dienst in Veghel. Zo’n dertig tot veertig mensen van ten minste zestien nationaliteiten uit alle werelddelen bezoeken deze diensten. „De mensen die komen, kennen geen regelmatige kerkgang zoals wij dat gewend zijn. Ze komen als ze zin hebben.”

Eens klaagde Pols dat hij zo weinig toehoorders had. Een allochtoon hoorde dat. „Hij zei: Dan bidden we toch? Dat deden we. De volgende zondag hadden we twintig mensen meer. Toen zei ik tegen die man: Nu heb ik een vervoersprobleem. In de auto’s die op dat moment beschikbaar waren, paste niet iedereen. Hij zei: Dan bidden we toch? Een vakantieganger die daar in de buurt was, wilde die zondag ook bij mij kerken. Sinds die dag rijdt hij elke zondag met zijn bus de mensen naar de evangelisatiepost. Zo heeft de Heere vaak wonderlijk geholpen.”

Pols heeft niet alleen oog voor de geestelijke nood van de mensen, maar ook voor hun maatschappelijke problemen. „Het Brood des levens staat voorop, maar het dagelijks brood wordt ook uitgedeeld. Bij mij komen vooral mensen met een lage sociale status: zigeuners, asielzoekers, mensen uit de heggen en de steggen. De tijdelijke en de geestelijke nood gaat vaak samen op. Ik moet absoluut oppassen dat ik geen maatschappelijk werker word.”

De evangelist vermoedt dat de gemiddelde kerkganger zijn ogen uitwrijft als hij zou zien wat ’s zondags in het zaaltje in Uden bij elkaar komt. „Je hebt te maken met andere omstandigheden dan in een gewone kerkelijke gemeente. Dat is aan buitenstaanders soms lastig uit te leggen. Als een vrouw met geverfde lippen en zonder hoed binnenkomt, kun je haar toch niet wegsturen?”

Toen de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) ontstond, werd een nieuw stichting, Het levende Woord, opgericht. In het bestuur hebben leden van zowel de Protestantse Kerk in Nederland als de Hersteld Hervormde Kerk zitting.

Naar het voorbeeld van evangelist W. den Hertog uit Dirksland heeft ook Pols een evangelisatiebijbel -”Het levende Woord”- laten drukken in een oplage van 135.000 stuks. „Dat zijn Nieuwe Testamenten in de Statenvertaling. Er zijn er nog maar 8000 over. Als mensen een volledige Bijbel willen hebben, verwijs ik hen naar de GBS. Ik heb daar goede contacten.”

Pols werkt sinds mei dit jaar fulltime als evangelist in Noord-Brabant. Door contacten met de stichting In de Rechte Straat (IRS) is het mogelijk geworden dat hij ook in ’s-Hertogenbosch gaat evangeliseren. „Dat is de poort van Brabant.” Pols heeft ter oriëntatie ook een bezoek gebracht aan de rooms-katholieke kerk ter plaatse. „Ik zei toen dat ik hersteld katholiek was. Maar daar hadden ze nog nooit van gehoord. Ik heb daar prima gesprekken gehad. We hebben daar ook al een gebouw kunnen huren.”

Is het werk niet te veel rond uw persoon geconcentreerd?

„Ik ben nu 59 jaar. In Uden zijn drie ouderlingen die de diensten voort kunnen zetten als ik er niet meer zou zijn. De kinderclub in Uden heeft een zelfstandig bestuur van twaalf personen, die in Rosmalen achttien. Bovendien, er moeten veel meer evangelisten komen in Brabant. Het is een braakliggend land. En ik kan het niet alleen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer