Opinie

Commissie-Cnossen kiest stijl van het Koninkrijk

De commissie-Cnossen van de ChristenUnie heeft de goede stijl gekozen, vindt B. J. den Dekker. Oordelen over elkaars intenties past niet bij het Koninkrijk van God, maar het elkaar daarop bevragen en met elkaar in gesprek gaan.

20 May 2008 10:18Gewijzigd op 14 November 2020 05:51
„We praten niet over elkaar, maar gaan met elkaar in gesprek.” Foto ANP
„We praten niet over elkaar, maar gaan met elkaar in gesprek.” Foto ANP

Het rapport van de commissie-Cnossen heeft tot verdeelde reacties geleid binnen en buiten de ChristenUnie. Dat viel ook wel te verwachten, want het betreft hier een gevoelig actueel onderwerp.Wat me echter gestoord heeft, is het gemak waarmee sommigen de intenties van de commissie en de partij weten te duiden. „De ChristenUnie wil de kool en de geit sparen”, „Ze zijn bang om principiële uitspraken te doen”, „Ze durven geen klare wijn te schenken vanwege hun regeringsdeelname”, zo lees ik in de krant en op de diverse christelijke discussiefora op internet. Daarmee wordt een directe aanval gedaan op de integriteit van de ChristenUnie, en daarmee van vele christelijke politici en bestuurders.

Hoe weet men zo precies dat angst voor de buitenwereld de reden is waarom de commissie tot dit rapport gekomen is? Heeft men met commissieleden gesproken en van hen gehoord: „We konden niet anders, want we worden aangevallen door D66?” Of: „Straks raken we onze goede relatie met het COC kwijt?” Ik heb ze dat niet horen zeggen en ik ben er ook van overtuigd dat dat niet de reden is waarom de ChristenUnie geen lijst krijgt met verboden voor bestuurders. Die reden is niet angst voor de buitenwereld, maar barmhartigheid naar de eigen leden toe. Omdat het onze eigen broeders en zusters zijn, van wie we houden en die we niet kwetsen willen.

Als je homoseksuelen alleen kent van de krantenfoto’s van een Gay Parade, dan is het heel makkelijk om generaliserend te zeggen: Voor hen is geen plaats in onze partij. Eén klein amendement in het reglement en klaar is kees.

Gesprek
Maar nu gaat het om die sympathieke man die achter je in de kerk zit, samen met jou op koor zit, zich inzet als vrijwilliger en hart en ziel heeft voor christelijk-sociale politiek? Je kent hem van de vereniging en drinkt graag een kop koffie met hem. Ja, hij woont samen met een vriend. Dat kun je niet meemaken. Nu zou deze man zich graag inzetten in de gemeenteraad.

Wat doe je dan als bestuurder? Je dient een motie in bij het congres: Homo’s worden uitgesloten van politieke functies. Of je gaat met hem in gesprek: „Pim, jongen, we vinden dat je fantastisch werk doet, maar kijk: je woont samen en zo kun je natuurlijk niet onze partij vertegenwoordigen. Want hoe kun je de beginselen van onze partij uitdragen als je die zelf niet volledig naleeft?”

De stijl die de ChristenUnie hanteert, is de laatste. Dat is ook de strekking van het rapport-Cnossen: we houden de historische lijn vast, maar gaan geen lijsten aanleggen van do’s en don’ts. Wanneer het actueel wordt, gaan we met elkaar in gesprek. Kortom: we praten niet over elkaar, maar gaan met elkaar in gesprek. En het is te wensen dat men ook zo met de ChristenUnie omgaat: niet oordelen over elkaars intenties, maar elkaar erop bevragen en met elkaar in gesprek gaan. Dat is de stijl van het Koninkrijk van God.

De auteur is lid van de ChristenUnie.

Meer over
ChristenUnie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer