Opinie

Royaal gebaar

De wal keert het schip. Ook in het onderwijs. Na een aantal jaren dogmatisch gehamer op het leren van vaardigheden in plaats van kennis, krijgen we nu het tegengeluid te horen. Het ministerie van Onderwijs maakte begin deze week bekend dat er 115 miljoen euro beschikbaar komt om de reken- en taalvaardigheid van leerlingen in het hele onderwijs te verbeteren. Vrijdag kwam daar het nieuws bij dat basisscholen subsidie kunnen aanvragen om hun taal- en rekenonderwijs te verbeteren. Daarvoor trekt het ministerie nog eens 5,4 miljoen euro uit.

2 May 2008 23:09Gewijzigd op 14 November 2020 05:48

Het royale gebaar uit Den Haag staat niet op zichzelf. Al langere tijd klagen universiteiten en hogescholen dat studenten te weinig weten. Op de vraag wat er in 754 bij Dokkum gebeurde, antwoorden sommige jongeren rustig dat Willem van Oranje werd vermoord. Dergelijke onkunde heeft er inmiddels toe geleid dat er een heuse canon bestaat die voorschrijft wat jongeren van de Nederlandse geschiedenis moeten weten. En dat in een tijd waarin velen weinig moeten hebben van dogma’s.Steeds meer jongeren weten weinig of zelfs niets van de Bijbel. Ze groeien op in een seculier gezin waar de Bijbel geen enkele rol speelt en ook op school horen ze er niet over. Naast het aangrijpende van dit moderne heidendom is volstrekte onkunde aangaande de Bijbel een ernstig manco in de algemene ontwikkeling van jongeren. Hoe kunnen ze de westerse geschiedenis en beschaving begrijpen als ze niets van de Bijbel en het christelijk geloof weten? Hoogleraren kunstgeschiedenis en literatuur tobben daar ook mee. Ze moeten tegenwoordig hun studenten eerst een cursus basale Bijbelkennis geven voordat ze met hun vak kunnen beginnen.

De jarenlange roep om vaardigheden in plaats van kennis eist ook zijn tol in de beheersing van elementaire vakken als rekenen en taal. Hoofdrekenen is uit de tijd, want iedereen heeft tegenwoordig een rekenmachine, al of niet op de computer, binnen handbereik.

Wat de taalbeheersing betreft: steeds meer hoger opgeleiden kunnen niet foutloos schrijven. Ze haspelen met d’s en t’s. Een snel, tegelijk oppervlakkig medium als e-mail doet er ook al geen goed aan. Het is soms beschamend hoe mailtjes eruitzien: boordevol taalfouten. Wie toch al geen ster is in de beheersing van de grammatica zal het door het veelvuldig gebruik van e-mail zeker niet beter leren.

Zo langzamerhand komen we er met z’n allen achter dat een bepaalde hoeveelheid basiskennis op allerlei gebied onmisbaar is om te kunnen functioneren in de samenleving. Zelfs om te kunnen googelen, een populaire bezigheid onder jongeren én ouderen, is die kennis nodig. Tegen die achtergrond is het volstrekt begrijpelijk dat het ministerie van Onderwijs een financiële mega-injectie nodig acht voor de verbetering van de reken- en taalvaardigheid van jongeren.

Op de pabo’s in het land leeft dit besef al langer. Zij zijn er enkele jaren geleden toe overgegaan een reken- en taaltoets af te nemen bij hun eerstejaarsstudenten. Die toetsen bewegen zich op het niveau van groep 7 en 8 van het basisonderwijs. Het grootste deel van de pabostudenten heeft meerdere pogingen nodig om de toets te halen. Dat onderstreept de noodzaak van het royale gebaar uit Den Haag.

Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer