Mantra’s en een orakel in het Bijbels Museum
Marissa is boeddhist. Bij problemen raadpleegt ze het orakel met de bamboestokjes. „Als je met de koker schudt, valt er een staafje uit met een nummer. De tekst die daarbij hoort, geeft antwoord op je vraag.” Na de islam krijgen nu ook het boeddhisme en het hindoeïsme een plaats in het Bijbels Museum in Amsterdam.
De meterslange hangende foto’s van twaalf jongeren zijn blikvangers in de ruimte waar de tentoonstelling ”Binnenstebuiten - jongeren en religie” is ingericht. De jongeren vertegenwoordigen vijf religies en twaalf religieuze stromingen. Achter elke foto bevindt zich een ”privédomein”: een paneel met daarop vooral beelden -voorzien van een korte uitleg- en een enkel voorwerp. Op het tableau van de hindoeïstische Pravesh hangt een ketting met 108 kralen. Het voorwerp helpt bij het opzeggen van mantra’s: heilige gebedsregels die hindoes dichter bij (de godheid) krisjna moeten brengen. Het steeds sneller herhalen ervan heet ”chanten”. „Hare krisjna, krisjna, krisjna.”De portretten bieden een kijkje in het leven van een Nederlandse godsdienstige jongere, en daarmee ook in hun moskee, tempel of kerk. „Allemaal staan ze op een gewone manier in het leven”, zegt directeur Janrense Boonstra van het Bijbels Museum. „Ze kiezen bewust voor religie, zetten zich niet af.”
Dat positieve geluid mag best wel eens gehoord worden, vindt Boonstra. „Te vaak associëren mensen godsdienst met negatief nieuws, zoals onlangs de berichten over de polygame sekte in Texas.” Het kan daarom geen kwaad, meent de directeur, om juist de positieve kanten van godsdienst naar voren te brengen. „Mensen zijn geneigd om te generaliseren. We willen hen verder laten kijken dan hun neus lang is.”
Dialoog
Het museum stelt zich ten doel vooroordelen te bestrijden en de dialoog aan te moedigen tussen aanhangers van verschillende religies. De tentoonstelling past in de lijn van de zogenoemde vergelijkende tentoonstellingen, exposities die vooral de overeenkomsten tussen religies voor het voetlicht halen. Zo liep er enige tijd geleden een tentoonstelling over Marokko en de Joden. Ook de manier waarop het museum de Tempelberg in Jeruzalem presenteert, is hier een voorbeeld van.
Behalve een fototentoonstelling richtte het museum een dialoogruimte met een ”dialooginstallatie” in. Op grote beeldschermen presenteren veertien jongeren zich. Met behulp van een touchscreen kan een bezoeker met hen ’in gesprek’ gaan. Hij kiest een stelling uit -”Ik heb het beste geloof!”- en kiest vervolgens een jongere aan wie hij de stelling voorlegt. Per vraag kunnen zes van de veertien jongeren een antwoord geven.
Met de huidige tentoonstelling over religieuze tradities onder jongeren gaat het Bijbels Museum nog een stapje verder. Boonstra: „Veel jongeren van verschillende godsdienstige komaf zijn verrast als ze merken hoeveel ze gemeenschappelijk hebben. Bijvoorbeeld als het gaat om spijswetten of de besnijdenis.” Dat de verschillen altijd nog groter zijn dan de overeenkomsten, deert niet, vindt de directeur. „De verschillen krijgen in deze tijd al genoeg aandacht en leiden bovendien tot spanning.”
In de expositie komen niet alleen boeddhisten en hindoes aan het woord maar ook christelijke, islamitische en joodse jongeren. Ze zijn tussen de dertien en de twintig jaar oud. Het christendom wordt vertegenwoordigd door de protestantse Merel en Matthijs uit Houten, de rooms-katholieke Thérèse en Gabriëlle uit Den Bosch, Eunice van de ”charismatische kerk” in Amsterdam-Zuidoost en de Russisch-orthodoxe Daniel uit Amsterdam. De laatste: „Mijn vader bidt elke ochtend voor de iconen. De heiligen staan dichter bij God. Je weet nooit zeker of je krijgt wat je vraagt. Als ik veel heb gescholden of ruziegemaakt zou het niet logisch zijn als God me zou belonen.”
In gesprek
Op een kaartje dat aan de ”muur van meningen” hangt, kan de museumbezoeker zelf zijn reactie kwijt, die zo een deel van de tentoonstelling wordt. Het Bijbels Museum organiseert verder, als onderdeel van ”Binnenstebuiten”, bijeenkomsten waarbij verschillende geloofsgemeenschappen met elkaar in gesprek gaan. Een joodse gemeente ontmoet een Russisch-orthodoxe gemeente, christenen en moslims praten over de dresscode in hun religie.
Behalve voor het christendom, het jodendom en de islam is er in het Bijbels Museum ruimte gemaakt voor het hindoeïsme en het boeddhisme. Wijst dat op een koerswijziging?
Boonstra: „In de tijdelijke tentoonstellingen breiden wij het veld uit, ja. Dat zegt niets over de vaste collectie van het museum: dat cultuurhistorisch erfgoed is en blijft van grote betekenis. Maar het Bijbels Museum is niet meer het museum van 150 jaar geleden, toen ds. L. Schouten zijn pastorie als museum inrichtte met als doel om het Woord te verkondigen.”
Mooi toch?
„Prachtig, maar in de loop van de tijd zijn er dingen veranderd. In de tijdelijke tentoonstellingen zoeken wij aansluiting bij de veranderende maatschappij en cultuur. De samenstelling van de bevolking verandert, er komen vragen over en daar doe je wat mee. Tegelijk zal er altijd veel van de Bijbel en van de kunst en cultuur die daarbij horen te zien zijn. Ons nieuwe motto is: ”Bijbel en religie in cultuur en samenleving”.
Waarbij de Bijbel op één lijn komt te staan met andere heilige boeken?
„Ja, maar de Bijbel staat wel vooraan. Als ik het Bijbels Museum vergelijk met Museumpark Orientalis, voorheen het Bijbels Openluchtmuseum, constateer ik een verschil, ondanks het feit dat wij ons beide op het interreligieuze vlak begeven. Het woord Bijbel wordt daar niet meer genoemd.”
”Binnenstebuiten - jongeren en religie” loopt vanaf vandaag tot 2 november. De beelden en teksten van de tijdelijke tentoonstelling zijn vervat in het gelijknamige boek, dat vandaag werd overhandigd aan de jongeren die meewerkten aan de expositie.