Theologie debatteert niet over vraag of God bestaat
De moderne theologie heeft het niet over de vraag of God bestaat, maar over de vraag hoe Hij bestaat. Dat stelt dr. Maarten Wisse in reactie op een debat over de visie van de atheïstische predikant ds. K. Hendrikse.
Tijdens een discussie in De Rode Hoed in Amsterdam waarbij ds. J. G. Offringa van de beweging Op Goed Gerucht en de scriba van de PKN-synode dr. B. Plaisier het woord voerden, betoogde ds. Offringa dat de PKN zich te weinig met moderne vragen bezighoudt. In het kielzog van deze discussie -althans volgens het RD-verslag van 5 april- kregen ook academische theologen een veeg uit de pan: „De kerk had dat debat juist moeten oppikken. Overigens vind ik niet alleen dat de kerkleiding dat debat uit de weg is gegaan, maar dat ook de theologen aan de universiteit zich gedrukt hebben. Ze leken erg bang om de discussie aan te gaan.” „Dat laatste ben ik met u eens”, aldus dr. Plaisier. „Wat betreft dat eerste: er zijn regels waar we ons in de kerk aan willen houden.”De beide opmerkingen nopen mij tot een reactie. Over dr. Plaisiers reactie kunnen we kort zijn. Het is een bekende retorische truc om iemand gelijk te geven in een beschuldiging die jou zelf niet schaadt, om dan de aandacht af te leiden van een beschuldiging die wel op jou of de organisatie die je vertegenwoordigt, gericht is.
Waarom houden academische theologen zich niet intensiever met het boek van ds. Hendrikse bezig dan zij nu feitelijk doen? Waarom weerleggen we die man niet? Of zouden we, om meer in de lijn van de behoefte van ds. Offringa te blijven, ons niet sterker moeten laten uitdagen door de moderne vragen waarvan ds. Hendrikse een representant is?
Geen bijdrage
Ik denk dat de voornaamste reden waarom academische theologen zich maar in beperkte mate met de discussie rond ds. Hendrikse hebben beziggehouden, is dat het boek van ds. Hendrikse naar hun inschatting weinig bijdraagt tot de discussie in hun vakgebied.
Dat klinkt misschien een beetje vervelend, alsof de vraag naar het bestaan van God ons als academische theologen niet zou interesseren. Het laatste is zeker niet het geval. ’Moderne vragen’ interesseren mijn collega’s en mij zeer. Sommigen van mijn collega’s houden zich er dagelijks mee bezig en geven er heel verschillende antwoorden op, moderne antwoorden, maar ook traditionelere antwoorden. Van academische theologen wordt verwacht dat ze die antwoorden kunnen motiveren met argumenten die binnen het academische debat van dat moment geldig zijn en kennis van dat debat weerspiegelen.
Waarom draagt het boek van Hendrikse weinig bij aan de academische theologische discussie? Omdat de standpunten die erin worden verdedigd ten opzichte van geloof in God niet de huidige stand van de theologie weerspiegelen. Ds. Hendrikse formuleert de vormgeving van het christelijke geloof in deze tijd helemaal in termen van het al dan niet ’bestaan’ van God, een vraagstelling die kenmerkend was voor het theologische debat in de jaren ’60 tot ’80, maar niet meer voor het moderne theologische discours.
Moderne theologen van vandaag zijn niet zozeer geïnteresseerd in de vraag of God al dan niet bestaat, maar zijn primair geïnteresseerd in de vraag hoe God bestaat, ofwel welke betekenis het woord bestaan heeft als het op God betrokken wordt. Ze geven daar heel verschillende antwoorden op, maar over de vraag of het woord bestaan in verband met God precies dezelfde betekenis heeft als het wordt toegepast op dingen, zijn ze het bijna allemaal eens: nee.
Wezen
Met dat antwoord wijken moderne theologen niet af van de theologische traditie. Onze Nederlandse Geloofsbelijdenis zegt in artikel 1 over God: „dat er is een enig en eenvoudig geestelijk Wezen, Hetwelk wij God noemen…” Hetwelk wij God nóémen. Dat zegt al veel. We hebben voor het wezen van God feitelijk geen woorden, maar dat is iets heel anders dan dat God niet zou bestaan.
Soms als ik met Nederlandse kerkmensen of intellectuelen spreek, heb ik de indruk dat de naam van Kuitert en theologische standpunten die met hem verwant zijn, nog steeds heel sterk het beeld bepalen dat men in Nederland van hedendaagse theologie heeft, alsof moderne theologie synoniem is met het ontkennen van Gods bestaan, het verwerpen van de godheid van Christus of het afwijzen van God als de Drie-eenheid.
Het tegendeel is waar. In de internationale theologie van vandaag zijn die opvattingen al lang niet meer beeldbepalend. Dat wil niet zeggen dat er niet nog genoeg opvattingen over zijn die binnen een reformatorisch kader als verwerpelijk zullen worden aangemerkt, maar ze gaan eerder over de specifieke invulling van het bestaan van God, de godheid van Christus of de Drie-eenheid.
De auteur is als protestants systematisch theoloog werkzaam aan de Katholieke Universiteit Leuven, België.