Opinie

Niks aan te doen Jeroen

Ruim vijf jaar ben ik weggeweest uit het onderwijs. Onlangs stapte ik in Apeldoorn weer een school voor voortgezet onderwijs binnen, als interim-manager. En ziedaar, er is iets veranderd. De basisvorming is verdampt en opgegaan in scenario’s. De vernieuwde tweede fase is opnieuw vernieuwd.

S. D. Post
14 December 2007 18:41Gewijzigd op 14 November 2020 05:22

En in de krant -verrassend aspect van het korte inwerkprogramma!- gingen alle oude bekenden weer een voor een op de foto. Ik was hun namen eerlijk gezegd bijna vergeten: Ginjaar-Maas, Verlaan en Netelenbos. Het was leuk hen weer eens te zien. Veel verder dan de foto’s kwam ik trouwens niet. Ik begon dapper met het lezen van de artikelen, maar daar was ik snel van bekomen. Hermans huilt en Tineke lacht. Of onderwijs is een drama; dat was de schuld van de voorganger, of het gaat goed; mijn succes.Het onderwijs heeft de politiek weinig te verwijten. Sommige politici wilden hun eigen ding doen, anderen wilden naar het veld luisteren. De verwarring bleef. Het maakte weinig uit. Het zal tussen onderwijs en politiek wel ranzig blijven boteren. De commissie-Dijsselbloem gaat het verschil niet maken. Jammer voor Jeroen.

Intimideren

De politiek is niet het probleem. Het is het onderwijs zelf. We laten ons intimideren door onderwijskundigen en leerpsychologen. Mensen die het zelf geen dag voor een klas met pubers uithouden, leggen ons uit hoe je les moet geven. En wij luisteren daarnaar. Zo gaat het.

Dat is in de zorg anders. Mensen die daar een methodiek presenteren, werken zelf in de praktijk. Geen lezing over een andere aanpak zonder de bespreking van herkenbare casussen. Geen congres zonder een prominente plek voor mensen van de werkvloer. Vaak daarnaast een bijdrage van degenen die de zorg kregen, de ervaringsdeskundigen. En ten slotte is er wetenschappelijk onderzoek dat effecten meet. Dan weet je hoe het werkt. Het plaatje is compleet.

In het onderwijs worden de denkers en de doeners uit elkaar getrokken. De denkers dicteren de doeners. Dat is de nationale onderwijsramp. Het zou verboden moeten worden in een tijdschrift één letter te noteren over didactiek of op een congres één woord te stamelen over leerpsychologie voordat je 1080 uur (of was het nu 1040?) opgesloten bent geweest in een lokaal met 27 tieners. Iedere master onderwijskunde sluit voortaan af met de meesterproef: je komt als docent het eerste jaar door zonder uitval.

We moeten in het onderwijs opstaan. Docenten zijn de beste leerpsychologen. Ze snappen hoe het werkt. Soms is het zo simpel. We weten het in de docentenkamer. Voor leren heb je twee dingen nodig: de uitdaging en iemand die in je gelooft. Niet netjes aansluiten. Niks adaptief onderwijs.

Ik was laatst op een congres in Rotterdam over leren en presteren. Ik zat een beetje te dommelen, zoals dat gewoonlijk gaat onder een lezing na de lunch. En daar hoorde ik plots de naam Vygotsky. Ik schoot overeind, dacht dat ik droomde over vroeger. Maar even later viel de naam opnieuw. Lev Vygotsky, de Russische leerpsycholoog, de man van de zone van de naastgelegen ontwikkeling. Leren is niet voorzichtig de leerling volgen in zijn ontwikkeling, maar hem uitdagen om een sprong te maken, geruggensteund door de leraar die zijn vertrouwen in de mogelijkheden van de leerling uitstraalt.
Kick

Als leraar Nederlands bespreek je niet het gedicht dat de leerling zelf meeneemt en zo leuk vindt. Dat is totale infantilisering. Je legt de klas een gedicht voor van Paul van Ostayen, dat ze bij eerste lezing niet snappen, en je daagt de klas uit door gerichte vragen te stellen, denkduwtjes te geven, hen op te jutten om het kunstwerk te betreden en de kick te ervaren dat de wereld van dat ene gedicht voor je opengaat. Dat is leren en genieten.

Het is wat we diep in onze genen weten. We moeten ons niet van de wijs laten brengen door vreemde deskundigen of politici met ambitie. De jonge moeder of vader, die de eerste stapjes van de peuter rond de boxrand ziet, hoeft niet te googelen op Stevens of Simons om te weten wat leren op gang brengt. Die zet de peuter voor zich. Strekt de handen uit. Een onoverkomelijke ruimte tussen de peuter, die nog nooit los heeft gelopen, en de handen van de vader. „Toe maar, je kunt het best. Ja, jaa!! Goed zo.” En daar worden de eerste losse stapjes gemaakt. Feest.

Dat is leren. Leerlingen uitdagen. Als het zelfvertrouwen nog niet zo groot is, kleine sprongetjes en veel geloof uitstralen. Als het zelfvertrouwen groeit, grotere sprongen en minder aanmoediging.
Relatie

Nu ik toch wakker was, viel me op datzelfde congres trouwens het interview op van de hoogleraar sociale psychologie John Rijsman met de Franse directeur-generaal onderwijs Monteill. Nu is het onderwijs in Frankrijk ook niet alles -zelfs de Sorbonne staat dramatisch laag op de ranglijst- maar deze politicus had toch een gaaf verhaal. Zijn boodschap was dat leren alles te maken heeft met eigenwaarde, met identiteit. Je leert alleen als je identiteit …

Wacht even, waar ben ik mee bezig. Vykotsky, Rijsman, Monteill. Daar heb je ze weer: de psychologen en politici. Echt, we doen het zelf. Parlementair onderzoek is overbodig. Het maakt niet uit. Het onderwijs heeft geen gevoel voor eigen competentie en autonomie. Het moet het hebben van relatie. Relatie met psychologen en politici. Niks aan te doen, Jeroen. Dag Dijsselbloem, ploem, ploem.

De auteur is zelfstandig coach, mediator en adviseur.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer