Misschien wel Nederlands beste ontbijt
Grand Hotel Krasnapolsky domineert de Dam. Toch kennen weinig landgenoten dit paradepaardje van de Nederlandse hotellerie vanbinnen. Taxi’s rijden er af en aan. Op de stoep van het hotel heet een conciërge met hoge hoed de gasten welkom. De draaideur lijkt altijd in beweging: bemiddelde rugzaktoeristen uit de VS checken evenzogoed in als chique zakenlui uit Italië en Japan.
Achter de relatief eenvoudige jarenvijftiggevel van ”Kras”, zoals Amsterdammers het hotel liefkozend noemen, schuilt een uitgestrekt complex met 468 hotelkamers, 36 volledig gemeubileerde appartementen, 6 restaurants en een vergadercentrum met 22 zalen voor in totaal 2000 mensen. Het café-restaurant aan de Damzijde zit altijd vol, niet alleen met hotelgasten maar ook met Amsterdammers en dagjesmensen. Een statige oude dame zit tevreden naast een groepje bierdrinkende studenten. Een beetje bekakt zegt ze: „Met uitzicht op het Monument op de Dam en het Koninklijke Paleis smaakt een vers taartje toch lekkerder.”In de lounge van het hotel, tussen het café-restaurant en de Wintertuin, hangen grote portretten van de oprichters: Adolph Willem Krasnapolsky en zijn echtgenote Johanna Volmer. Wat zij meer dan 140 jaar geleden als eenvoudig koffiehuis in de Warmoesstraat begonnen, groeide uit tot het grootste vijfsterrenhotel van Nederland.
Momenteel runt de Spaanse keten NH Hotels de onderneming. Het is alsof Adolph Krasnapolsky zijn kansen geroken heeft. In de tweede helft van de 19e eeuw krijgt de Amsterdamse economie een enorme slinger. De opbrengsten van de landbouw in de regio stijgen en na de komst van het Noordzeekanaal draaien de havens op volle toeren. Het zijn niet alleen de biefstukken en de karbonades die gretig aftrek vinden, maar vooral de pannenkoeken! Een afzet van een paar honderd pannenkoeken per dag vormt geen uitzondering. De vooruitzichten zijn goed, Krasnapolsky huurt een belendend koffiehuis en realiseert er een vergaderzaal en een biljartgelegenheid; Café Krasnapolsky is geboren.
Tropische wintertuin
In het geheim koopt Krasnapolsky vervolgens 39 vervallen paalwoningen en krotten op een oppervlakte van 4000 vierkante meter, zodat er ruimte ontstaat voor een werkelijk groot etablissement. Als in 1883 de Wereldtentoonstelling naar Amsterdam komt, telt het hotelgedeelte zeventig kamers. Daarna volgt tot op de huidige dag een periode van bouwen, afbreken en renoveren. Pas na de Tweede Wereldoorlog wordt het horecacomplex van de erven Krasnapolsky met Amerikaanse Marshallhulp uitgebreid van de Warmoesstraat naar wat het nu is. Bij alle wijzigingen blijft de beroemde Wintertuin behouden.
De hoteleigenaar realiseert in 1880 de voor die tijd unieke tropische binnentuin met palmen, cactussen, spiegels en wandschilderingen met financiële hulp van Amsterdamse bierbrouwerijen. De bijzonder decoratieve staalconstructie baart opzien in heel West-Europa. Dagblad De Amsterdammer meldt: „Alles stroomt erheen om te zien en te bewonderen, het bierpaleis dat op het vaste land zijn gelijke zoekt. Alles is idyllisch verlicht door honderden gaslampen en gekoeld door een stoomaangedreven airconditioning.”
Alles in het hotel is nieuw en vooruitstrevend voor die tijd: kamerbreed tapijt op de kamers, telefoon van kamer naar kamer, centrale verwarming, warm en koud stromend water, eiken parketvloeren in de openbare ruimtes, terwijl bediening en kaarsen op de kamer bij de prijs zijn inbegrepen. Op deze manier kan het hotel zich meten met de concurrentie in Londen, Parijs en Wenen.
Overweldigend gevoel
’s Morgens vroeg is het een drukte van belang voor de ingang van de Wintertuin, die onlangs is toegevoegd aan de lijst van rijksmonumenten. De mensen komen af op het ontbijt. Voor 25 euro, kinderen tot 12 jaar half geld, krijg je in de Wintertuin misschien wel het beste ontbijt van Nederland. Het hotelpersoneel controleert of iemand als hotelgast geregistreerd staat en rekent af met de passant die alleen voor het ontbijt komt. Daarna neemt een hostess de bezoeker mee naar een beschikbaar tafeltje.
Het glazen dak en de spiegels geven -zo midden in een massief hotelcomplex- een overweldigend gevoel van ruimte en licht. De vloer van witte en zwarte marmeren tegels zorgt voor een extra chique uitstraling. Aan de wanden zijn fraaie decoraties aangebracht die handel, wetenschap en kunst verbeelden.
In het midden van de zaal staat het ontbijtbuffet. Voor de gasten, afkomstig uit alle delen van de wereld, is er voldoende keus. Alle soorten vaste en vloeibare kaas, vele vlees- en vissoorten, alle mogelijke variaties cornflakes en muesli, yoghurts, vers fruit, vele variaties brood en zelfs een sapcentrifuge waar gasten zelf de meest uiteenlopende groenten kunnen persen.
Een goedlachse kok grapt: „Ja, een ei hoort erbij!” Hij bakt ze naar keuze: „Een omeletje? Een gebakken eitje met hele of kapotte dooier?” Hij houdt ook een oogje op de fraai glimmende warmhoudschalen met gekookte eieren en roerei, uitgebakken ontbijtspek, worstjes en gebakken aardappels. „Daar zijn Amerikanen dol op”, legt hij uit.
Waar ooit een Duitse immigrant een ”koffijhuis” begon, schenkt nu een Marokkaanse ober heerlijke koffie of thee naar keuze. Als we wat langer naar het ”Arsalane Jaouad” op zijn naambordje kijken, reageert hij met een duidelijk Amsterdams accent: „Moeilijke naam hè? Zeg maar gewoon Joop.”