Kerk & religie

De belijdenis van de marskramer

SPIJKENISSE - Elf keer verhuisde de predikant in de loop van zijn leven. „Je leert dat je hier geen blijvende stad hebt”, zegt ds. A. Stehouwer. Sinds twee jaar wonen hij en zijn vrouw in een seniorenwoning in Spijkenisse. „Als je heel die weg overziet, vervult je dat met ootmoed, verwondering. Gods weg is volmaakt.”

A. de Heer
2 November 2007 09:09Gewijzigd op 14 November 2020 05:14
SPIJKENISSE – „Ik mag nog altijd preken”, zegt ds. A. Stehouwer (77). „Zondag nog, in Spijkenisse, twee keer; de week ervoor in Tholen en Oud Vossemeer.” De christelijke gereformeerde emeritus predikant herdenkt dezer dagen zijn veertigjarig ambtsjubileum
SPIJKENISSE – „Ik mag nog altijd preken”, zegt ds. A. Stehouwer (77). „Zondag nog, in Spijkenisse, twee keer; de week ervoor in Tholen en Oud Vossemeer.” De christelijke gereformeerde emeritus predikant herdenkt dezer dagen zijn veertigjarig ambtsjubileum

Zevenenzeventig jaar is de christelijke gereformeerde emeritus predikant intussen. „Maar ik mag nog altijd preken, bijna elke week. Zondag nog, in Spijkenisse, twee keer; de week ervoor in Tholen en Oud-Vossemeer.” „En”, zegt ds. Stehouwer, „ik doe dat met heel mijn hart; zeker niet plichtmatig. Ik zit ook alweer tot eind volgend jaar vol.”Canada

Zijn wieg stond in Papendrecht. In 1953 emigreerde Stehouwer echter naar Canada, waar hij een jaar later in het huwelijk trad.

In Canada zou hij uiteindelijk ook predikant worden, binnen de Free Reformed Churches. „Van een geordend kerkelijk leven was in die tijd eigenlijk geen sprake. Alles moest nog opgebouwd worden. In Toronto was men met achttien mensen een huisgemeente begonnen, allemaal Nederlandse emigranten. Maar predikanten waren er bijna niet - in het begin alleen ds. J. Tamminga, die al verschillende nieuwe gemeenten diende. Toen werd mij gevraagd of ik catechisatie wilde geven; ik sprak inmiddels redelijk goed Engels.”

„Die taal”, zegt ds. Stehouwer, „op een gegeven moment werd dat echt een probleem. Veel jongelui kenden het Nederlands niet meer. Ik heb ook ds. W. C. Lamain, in Grand Rapids, goed gekend; toen hij ouder werd, kreeg hij steeds grotere moeite met de taal. Dat zag je overal.”

Bachelor of divinity
Geleidelijk aan werd het de jonge Stehouwer duidelijk dat hij predikant móést worden. Ds. Stehouwer toont twee getuigschriften, een van het Calvin College, een van het Calvin Theological Seminary in Grand Rapids. Aan laatstgenoemd instituut, de predikantsopleiding van de Christian Reformed Churches (CRC), haalde hij zijn ”bachelor of divinity”. „Ik had duidelijk een andere ligging, maar toch heb ik er een goede tijd gehad. Er waren toen 43 studenten, en ze moesten allemaal catechismus leren preken. Maar niemand wilde het eerste deel behandelen, de ellende. Dat moest ik maar doen.”

„In die eerste jaren in Canada”, zegt zijn echtgenote, „is de tekst: „Op de berg des Heeren zal het voorzien worden” voor ons veel gaan betekenen. De Heere heeft in al die jaren dat mijn man studeerde, voorzien. Ik heb al die tijd gewerkt, en we hadden steeds precies genoeg. We deden ook alles biddend. We waren er ons zo bewust van dat we zonder de Heere niets konden doen.”

Geopende deur
In 1967 werd kandidaat Stehouwer beroepbaar gesteld. Achtereenvolgens diende hij daarna de Free Reformed Church in Chatham, in London en in Aldergrove. „En in 1982 zijn we naar Nederland gekomen.”

Ds. Stehouwer: „In 1981 was ik met het gezin in Nederland geweest. Toen we weer terug waren, preekte ik de eerste zondag over Openbaring 3:8: „Zie, Ik heb een geopende deur voor u gegeven, en niemand kan die sluiten.” Toen werd er een deur geopend - maar waarheen wist ik niet. Toen ik thuiskwam, zei ik tegen mijn vrouw: We moeten hier weg. „Maar je hebt niet eens een beroep!” zei ze. Een poosje daarna kwam het beroep van Nijkerk.”

Op 4 juni 1982 deed de predikant er intrede. „Het was de gemeente waar ds. R. Kok had gestaan, en hij was er nog steeds lid, al woonden hij en zijn vrouw bij de kinderen in Soest. Ik ben vaak bij hen op bezoek geweest. En altijd weer ervoer ik: Dit is het voorportaal van de hemel. Twee oude mensen die samen dicht bij de hemel leefden. Dan vroeg ik: „En dominee, hoe is het nu?” En dan zei hij: „Zoals ik gepreekt heb, zo is het.””

En „ondanks de breuk”, zegt ds. Stehouwer, „heeft hij zich nooit negatief uitgelaten over de Gereformeerde Gemeenten. Maar hij had graag meegemaakt dat er een positief gebaar vanuit de Gereformeerde Gemeenten was gekomen. Overigens heeft ds. Kok ons altijd op het hart gedrukt dat hij nooit geschorst is, maar voor de schorsing uit het kerkverband is gegaan.”

Verbrokkeld
Na Nijkerk volgden Vlaardingen en, na zijn emeritaat (1998), Zuidland, waar ds. Stehouwer hulp verleende aan de kleine gemeente ter plaatse. Daarnaast ging hij achttien jaar lang voor tijdens vakantiediensten in Frankrijk.

En nu wonen de predikant en zijn vrouw dan in Spijkenisse. Zondagmiddag hoopt hij zijn veertigjarig ambtsjubileum te herdenken in de cgk te Vlaardingen.

Heeft hij nooit overwogen terug te gaan naar Canada? „Het was de wens van mijn hart, maar de Heere heeft die weg altijd gesloten, soms heel duidelijk.”

Binnen de CGK weet ds. Stehouwer zich verbonden aan Bewaar het Pand, „aan de bevindelijke prediking.” Maar, zegt hij, „eigenlijk heb ik niet zo veel met hokjes. Ik ben ook lid van de SGP, maar een tweepartijenstelsel, zoals in Amerika, spreekt me meer aan. Het is hier allemaal zo verbrokkeld. Maar vanuit de Bijbel kan ik nooit te groot van God spreken, van de Heere Jezus Christus, van de Heilige Geest, en ook nooit genoeg de diepte peilen van onze verlorenheid.”

Marskramer
„Ik bedoel dit”, zegt de emeritus predikant. „Jaren geleden mocht ik in Zeist spreken op een reformatieherdenkingsavond, samen met een predikant van de Gereformeerde Gemeenten en een hervormd predikant. Aan het einde heb ik toen verteld over een zekere marskramer, Spurgeon schrijft daarover. Die marskramer was op zijn tocht bij een vrouw langsgekomen. Zij zong juist een versje, en dat herinnerde hem aan zijn moeder. Hij kwam tot inkeer, kwam weer bij de kerk terecht, en deed uiteindelijk belijdenis. Maar ja, toen wilden de broeders toch wel van hem weten hoe hij tot bekering was gekomen. De marskramer had niet veel woorden nodig. „Lager dan een arme zondaar kan ik niet en hoger kan ik niet; Jezus Christus is mijn één en al.” Ik ben nooit vergeten dat de predikant van de gereformeerde gemeente na afloop naar me toekwam en me een hand gaf: Zo is het, broeder. En daarna de hervormde predikant ook: Zó is het. En dan sta je daar, als predikanten uit drie kerken. Zo’n eenvoudig zinnetje, maar zó kernachtig. En als mensen dat die marskramer nooit leren nazeggen, dan hebben ze niets. Maar als je dat nu wel kunt nazeggen, nastamelen, ben je een gezegend mens.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer