J. M. van Oort, Kesteren, stemt tegen: „Als wij instemmen met de grondwet, geven wij de goedkeuring aan het verkopen van onze zelfstandigheid. Dan zal in de toekomst ons land ons land niet meer zijn, maar dan zullen wij gebonden zijn aan de grondwet van Parijs en Berlijn. Dan zullen wij een provincie worden van Europa en daarbij zal de SGP wel van de kaart geveegd worden, vanwege het vrouwenstandpunt.

En hierbij wil ik de SGP -die nu stoer de oproep doet met non, nein, nee- oproepen om als een haas uit de EU te stappen. De SGP heeft namelijk zelf voor de laatste uitbreiding van tien landen gestemd, met als argument: Hoe meer landen er meedoen, hoe moeilijker het wordt om een grondwet te vormen. Medeoprichter van de SGP ds. P. Zandt zegt: Te stellen dat Nederland zonder Europa geen toekomst heeft, is een regelrechte miskenning van de levende God.”

J. A. Conen, Leersum, stemt tegen: „Ik kom tot de conclusie dat de opzet om te komen tot een Europese Unie van een beperkt aantal landen uitgelopen is op een machtsstreven om een zo groot mogelijk aantal landen samen te voegen tot een Europees machtsblok. Het resultaat zal dan zijn een steeds hogere belastingaanslag en een vermindering van onze invloed. Let wel, ik heb niets tegen een samenwerkingsverband van Europese landen, maar wel tegen een soort federatie ter meerdere glorie van Brussel.”

Marloes Schouten, Ugchelen, stemt tegen: „Boven Psalm 127 staat in de NBG-vertaling van 1951: „Aan ’s Heren zegen is ’t al gelegen.” Treffender kan ik de reden waarom ik tegen het verdrag stem niet verwoorden. Welnu, de ontwerpers van de gewraakte grondwet wensen de zegen van de Heere niet, getuige het feit dat zij zorgvuldig vermeden hebben te verwijzen naar de christelijk-joodse traditie van Europa. Zij houden de Heere zogezegd buiten de deur. Dit feit doet mijn adem stokken. Wie denkt zoiets straffeloos te kunnen doen? „God laat niet met Zich spotten”, lees ik in Galaten 6:7. Stemmen? Tegen! Bidden? Voor! Voor de makers van deze grondwet, voor de burgers van Europa. Om vergeving en genade. Bidden… „Uw Koninkrijk kome…””

Prof. dr. T. Blokland, Naarden, stemt tegen: „In de gedachte grondwet komt niet (meer) voor het uitgangspunt dat de joodschristelijke beginselen de basis zijn voor de samenleving. De verwijzing zelfs maar naar die thora, samengevat in de decaloog (de wet der Tien Geboden), is er niet (meer) bij. Daarmee is en wordt Europa -en in het bijzonder Nederland, waarvan wij immers inwoners zijn- nog verder losgemaakt uit de goede en heilzame regels van de jurisdictie van de Eeuwige. Daar is niets goeds van te verwachten.

Nederland heeft een eigen plaats door de bijzondere gang door de geschiedenis heen. In een groot Europa gaat dat teloor. Zo zal ook de protestantse invloed en betekenis die Nederland had en nog heeft, eerder afnemen dan blijven. Hoe ver gaat het met dat groot Europa? Wordt het een soort herstel van het Romeinse Rijk?”