EU-grondwet maakt verkeerde keuzes
Met de nieuwe grondwet zet de EU een forse stap in de federale richting, stellen drs. B. Belder
en mr. C. G. van der Staaij. Volgens hen maakt het document op belangrijke punten de verkeerde keuzes. Wie het nieuws goed gevolgd heeft, weet best welke argumenten de voorstanders hanteren. De grondwet is goed voor onze economie, goed voor onze burgerrechten, goed voor terrorismebestrijding enzovoort. Enkele belangrijke punten worden door diezelfde voorstanders echter stelselmatig uit de weg gegaan.
Vreemd
Punt één. Staan we met deze grondwet voor de fundamentele keus: Welk Europa willen we? Of is de grondwet slechts een bescheiden stap op weg naar verdere integratie? Natuurlijk het laatste, zeggen de voorstanders.
De SGP houdt daarentegen staande dat het referendum ons voor de vraag stelt of we een Europese Unie zoals de grondwet die voorstelt willen of niet? Dus wel dégelijk een fundamentele keus. Voor het eerst krijgt de Unie een heuse grondwet. De EU neemt de trekken aan van een nationale staat.
De contouren van een Europese regering met eigen president worden zichtbaar. De Unie gaat zich intensiever bezighouden met buitenlandse zaken en defensie. Kortom, de EU zet een forse stap op weg naar een federale staat. En de vraag is dus: Wilt u zo’n federaal Europa?
Het tweede punt is: Verliest Nederland met deze nieuwe grondwet niet heel veel macht? Een vervelende vraag voor de voorstanders. Meestal geven ze dan als antwoord dat de machtsverdeling tussen de lidstaten met de grondwet eerlijker wordt dan nu het geval is. Het is maar hoe je het bekijkt.
De grondwet zorgt ervoor dat nog meer dan nu al het geval is, landen met een grotere bevolking meer stemmengewicht krijgen. Dat is in het voordeel van landen als Duitsland en Frankrijk. Het maakt het voor hen nog gemakkelijker om een sterk stempel te zetten op wat er in Brussel besloten wordt.
Dat soevereine lidstaten gelijkwaardig zijn en dat daarom hun machtspositie niet al te zeer uiteen moet lopen, is een gedachte die vreemd is aan de grondwet. De Europese grondwet zorgt er daarmee ook voor dat, mocht Turkije onverhoopt toetreden tot de Unie, dit meer Aziatische land direct een van de machtigste landen van de EU wordt.
Hymne
Daarmee zijn we bij punt drie aangeland: Heeft die Europese grondwet ook iets met Turkije te maken? Nee, zeggen de voorstanders. De grondwet voert hervormingen door die sowieso nodig waren, ook al zou Turkije geen lid worden.
Maar dat is slechts een deel van het verhaal. Want van een grondwet mag je verwachten dat die duidelijk de geografische grenzen van Europa aangeeft. Dat nu is niet het geval.
In artikel I-1 wordt gesteld dat de EU openstaat voor alle „Europese staten” die ook de Europese waarden onderschrijven. Kennelijk beschouwt men Turkije dus ook als Europees land, terwijl iedereen die kaart kan lezen ziet dat Turkije grotendeels buiten het Europese continent ligt. Kortom, „Europese staten” moeten we maar met een korreltje zout nemen.
Vreemd overigens dat de grondwet wel klip en klaar bepaalt dat 9 mei de ”Dag van Europa” wordt en dat de finale van Beethovens negende symfonie wordt gebombardeerd tot de Europese ”hymne”.
Om duistere redenen vond men het nodig dergelijke overbodige franje wel gedetailleerd vastleggen, maar liet men het antwoord op de fundamentele vraag naar de grenzen van de EU open! De vraag die op 1 juni voorligt is dus ook: Wilt u een Europese Unie die niet eens bij de grenzen van het Europese continent ophoudt?
Eenheidsworst
Het vierde punt is: Moeten we niet minder in plaats van meer Europese integratie? De voorstanders zeggen dat we meer integratie nodig hebben om gezamenlijke problemen effectiever aan te kunnen pakken. Daarmee zien ze echter wel iets over het hoofd. Na de oostwaartse uitbreiding van 2004 bestaat de EU uit 25 landen. En het worden er nog meer.
De EU kenmerkt zich door een gigantische diversiteit aan politieke stelsels, rechtssystemen, talen, culturen en gewoonten. De geschiedenis toont dat grote politieke rijken alleen konden voortbestaan als ze veel ruimte lieten voor diversiteit. De les voor de EU is duidelijk: niet méér centralisatie en integratie, maar juist minder.
De grondwet laat de vraag onbeantwoord hoe de EU om zal gaan met de enorme diversiteit in de lidstaten. En de vraag die u op 1 juni moet beantwoorden is dus: Wilt u steeds meer Europese eenheidsworst, of juist minder?
Kortom, de Europese grondwet maakt op belangrijke punten de verkeerde keuze. Doet u dat op 1 juni vooral niet!
De auteurs zijn respectievelijk lid van het Europees Parlement voor de ChristenUnie-SGP en lid van de Tweede Kamer voor de SGP.