Orgelmuseum krijgt kabinetorgel Strümphler in bruikleen
Het Nationaal Orgelmuseum in Elburg presenteert op 24 mei een nieuwe aanwinst. Het betreft een kabinetorgel van Strümphler, dat het museum langdurig in bruikleen krijgt.

Het instrument werd aan het begin van de 19e eeuw gebouwd door Johannes Stephanus Strümpler. Voorafgaand aan de presentatie van de aanwinst organiseert het Nationaal Orgelmuseum een tocht langs kabinetorgels op de Noord-Veluwe. Met medewerking van de organisten Jos van der Kooy en Wout van der Linden en Allison Smith, die fluit en barokhobo speelt.
De dag begint om 10.30 uur met inloop bij de oude orgelmakerswerkplaats van Reil aan de Soerelseweg 8 in Heerde. Deze orgelmakerij heeft het instrument van Strümphler nagekeken en schoongemaakt. Om 11.00 uur wordt het Van Gruisenorgel in genoemde werkplaats bespeeld. Andere onderdelen van de dag zijn een concert op het kabinetorgel van Blank in de kerk van Noordeinde, een lezing over orgelbouwer Strümphler en zijn werk door Maarten Seijbel en een bijdrage van de eigenaar van het Strümphlerorgel. Hij zal iets vertellen over de plek van dit instrument in zijn familie.
Om 16.00 uur zal de burgemeester van Elburg, ir. J. M. N. Rozendaal, het kabinetorgel van Strümphler kort bespelen. Daarna volgt een concert op dit instrument.
Strümphler (1736-1807) was een Nederlandse orgelmaker van Duitse afkomst. Hij bouwde diverse kleine en middelgrote kerkorgels en de nodige huisinstrumenten. Zijn grootste orgel is het drieklaviersinstrument dat hij realiseerde voor de hersteld evangelisch-lutherse kerk aan de Kloveniersburgwal in Amsterdam. Het instrument werd jarenlang bespeeld door Jan Zwart. In 1962 verhuisde het orgel naar de Arnhemse Eusebiuskerk.
Wie (een deel) van de dag van het Nationaal Orgelmuseum wil bijwonen, moet zich vooraf opgeven in verband met het beperkte aantal plaatsen. Dit kan door een mail te sturen naar info@nationaalorgelmuseum.nl onder vermelding van ”24 mei”. De kosten bedragen 25 euro.