Mens & samenlevingBreinonderzoek

Neurowetenschapper Eveline Crone schrijft boek over het brein, van vorming tot aftakeling

Wat gebeurt er in je hersenen als je verliefd bent, je kind huilt, spanning toeslaat, de overgang zich aandient? Het komt allemaal langs in het jongste boek van prof. Eveline Crone. Rondrit van een dag door het menselijk brein.

15 May 2025 07:03Gewijzigd op 15 May 2025 09:22Leestijd 8 minuten
Prof. Eveline Crone op haar werkplek aan de Universiteit Leiden. beeld Hanno de Vries
Prof. Eveline Crone op haar werkplek aan de Universiteit Leiden. beeld Hanno de Vries

Voor haar nieuwe pennenvrucht werkte prof. dr. Eveline Crone (49) samen met journalist Eva Munnik. Die bedacht de personages en belevenissen van bewoners van de Bolstraat waarmee Crone de verkregen kennis over het brein kon overdragen. Het werd een gevarieerd gezelschap. Ashwin, van Antilliaanse komaf, en Sophie kregen een tweeling. Ashwin heeft daarnaast een zoon van 17, Sophie een dochter van 13 uit eerdere relaties. Maud, ongehuwd alleenstaande moeder, draagt zorg voor een peuter en een baby. Kenneth, de vader van Ashwin, is inmiddels op leeftijd, maar desondanks verliefd op buurvrouw Ans. Alleen het traditionele gezin ontbreekt.

Tientallen jaren van hersenonderzoek leerden Crone dat je niet kunt spreken over een functioneel en een disfunctioneel brein. Gevoeligheden die problematisch zijn, hebben bijna altijd ook een positieve kant. „Dat vind ik de meest opvallende ontdekking van het breinonderzoek. Een sterke gevoeligheid voor het oordeel van de omgeving maakt iemand op andere momenten extra empathisch. Iemand die geneigd is om veel risico’s te nemen, is vaak ook degene die opkomt voor de leerling op het schoolplein die in de penarie zit. Ruim tien jaar geleden ontdekten we een gebied in de hersenen dat sterk bepalend is voor risicogedrag, maar datzelfde gebied is betrokken bij het sluiten en onderhouden van vriendschappen. Ja, ons brein is heel complex en supermagisch. Het is een cadeautje om er onderzoek naar te kunnen doen.”

Breinonderzoek

Aanvankelijk richtte ze zich op de ontwikkeling en het functioneren van het brein bij jongeren tussen de 10 en 25 jaar. „Inmiddels is de leeftijd opgerekt tot 30 jaar, omdat jonge mensen in onze maatschappij best lang nodig hebben om hun plek te vinden.”

Een belangrijk middel voor breinonderzoek is het zichtbaar maken van hersenprocessen via functionele MRI, waarbij mensen in een scanner opdrachten moeten verrichten, beelden voorgeschoteld krijgen of hun gedachten op een bepaald onderwerp moeten richten. „Zo kregen we een goed beeld van een gezond functionerend brein. Kunnen we werkelijk multitasken, wat gebeurt er als we worden afgewezen of juist een compliment krijgen, wat is beschermend…? We begrijpen nu beter welke onderdelen van de hersenen daarin een belangrijke rol spelen. Over complexe stoornissen, zoals schizofrenie, kwamen we veel minder te weten. Daardoor bleef het nut voor de psychiatrie beperkt.”

Met haar nieuwe boek wil de ontwikkelingspsycholoog uit Oegstgeest inzicht geven in het functioneren van het brein in verschillende levensfasen en begrip wekken voor bepaald gedrag. Door het vele onderzoek dat ze verrichtte, ging ze ook bewuster naar haar eigen gedrag kijken. „Ik vind het leuk om over het functioneren van mijn brein na te denken, bijvoorbeeld als ik me gestrest voel. Daarin ben ik een beetje een nerd. Bovendien kun je stress naar beneden brengen door gerichte gedachteoefeningen. Van die kennis maak ik gebruik.”

Plastisch

In de opvoeding van haar kinderen, 17 en 12 jaar oud, doet ze vrijwel niets met haar wetenschappelijke kennis. „Ik ben gewoon hun moeder, die alles wat ze doen fantastisch vindt. Terwijl ik uit de boeken beter weet. Wat dat betreft zijn werk en privé gescheiden velden.”

„Ik ontvang veel waardering voor mijn onderzoek, maar drie negatieve reacties raken me meer dan honderd positieve”

Prof. Eveline Crone, hoogleraar neurocognitieve ontwikkelingspsychologie

De opgedane kennis maakte haar voor zichzelf milder. „Ik heb behoorlijk wat geschreven over het gevoel erbij te horen of juist afgewezen te worden. Dat snap ik heel goed, daarom vind ik het leuk om uit te leggen hoe het werkt. Ik ontvang veel waardering voor mijn onderzoek, maar drie negatieve reacties raken me meer dan honderd positieve. Dat heeft te maken met mijn perfectionisme: ik wil het gewoon graag goed doen. Het onderstreept wat ik net aangaf: een bepaalde gevoeligheid in het brein heeft zowel positieve als negatieve kanten. Andere thema’s in het boek, zoals antisociaal gedrag, herken ik persoonlijk niet. Daarom koos ik ervoor om de hoofdpersonen niet over de schreef te laten gaan. Dat maakte het eenvoudiger om dit soort gedrag met meer afstand te beschrijven.”

De opvatting dat de mens samenvalt met zijn brein, kan Crone niet bekoren. „Ik behoor tot de school die goed kan leven met het idee dat we heel veel nog niet weten. We hebben inmiddels redelijk zicht op de basisprocessen in de hersenen, maar als het gaat om complexe gedragingen werken we nog steeds met vooronderstellingen. Onze hersenen zijn enorm plastisch en daardoor in staat zich snel aan te passen als de omstandigheden daarom vragen. Er is sprake van een complex samenspel tussen brein, lichaam, eerder opgedane ervaringen, onze omgeving, de mensen om ons heen...”

Interpretatie

De overtuiging dat gedrag niet uitsluitend aan het brein valt toe te schrijven, bracht haar tot het combineren van hersenonderzoek met ander onderzoeksmethoden, zoals het laten invullen van vragenlijsten en panelgesprekken. „Het ontrafelen van het brein en de interactie van systemen binnen de hersenen is supertof, maar je blijft met de vraag zitten waarom niet alle mensen op gelijke wijze reageren. Het beantwoorden daarvan vraagt om breder onderzoek, met andere instrumenten. Een voorbeeld: wanneer we als individuen tegenover elkaar zitten, is het meestal niet moeilijk om connectie te maken. Vormen we groepen, dan wordt het ineens zij tegenover wij. Hoe komt dat? Dit soort vragen vind ik interessanter dan de vraag of we nu wel of niet ons brein zijn.”

Met haar onderzoek verwierf Eveline Crone onder meer de prestigieuze Spinozapremie. beeld Hanno de Vries

Zelf is ze van mening dat het brein iets van een mysterie houdt. „Dat magische vind ik juist mooi. Over de uitkomsten van het hersenonderzoek zijn alle wetenschappers het wel eens: het verschil zit in de interpretatie. Dat hoort bij het wetenschappelijk debat. Wat mij betreft, blijft dat debat niet tot de wetenschappelijke wereld beperkt. Ik vind het mooi om mijn bevindingen met de samenleving te delen, zonder er tips aan te verbinden. Dat past niet bij mijn rol als wetenschapper. Niemand kan totaal waardevrij onderzoek verrichten, maar in mijn werk probeer ik te voorkomen dat ik me laat leiden door mijn politieke opvattingen of levensbeschouwelijke vooronderstellingen.”

Evolutie

De ontwikkeling en het functioneren van het menselijk brein verklaart de hoogleraar vanuit de evolutie. „Daar is veel bewijs voor. De evolutietheorie lost niet elke vraag op, maar het is een fijn hulpmiddel. Het is aan de lezers om te bepalen of ze dat ook zo zien.”

Haar huidige onderzoek is gericht op de vraag of het brein van jongvolwassenen optimaal is uitgerust voor het in gang zetten van veranderingen in de samenleving. „Voor die hypothese zijn veel bewijzen: in de geschiedenis en intussen ook door breinonderzoek. Momenteel hebben we te maken met grote mondiale crises met blijvende gevolgen, met name voor de bronnen waarover we beschikken. Dat leidt nu al tot grote spanningen. In Amerika is het voor wetenschappers verboden om openlijk over deze crises te praten. Ik vind het interessant om onderzoek te doen naar de bereidheid om krimpende bronnen te delen met anderen: mensen die je kent, die je niet persoonlijk kent, van andere culturen… Door vragenlijsten kun je nagaan hoe mensen tegen deze thematiek aankijken. Hersenonderzoek maakt het mogelijk om te zien hoe het brein reageert. Wat doe je als je een bepaald bedrag mag verdelen, hoe reageer je als je een oneerlijk aanbod krijgt? Neuro-imaging toont welke hersengebieden actief worden bij het je inleven in iemand anders of bij walging.”

Nieuwsgierig

Het hersenonderzoek is nog te jong om met stelligheid te kunnen beweren dat het brein van iemand die nu ter wereld komt, wezenlijk anders wordt dan het brein van een kind dat in 1800 werd geboren. „Wel weten we dat, naarmate de samenleving complexer is, de ontwikkeling van het brein en daarmee het proces van volwassen worden trager verloopt. Dat blijkt ook uit antropologisch onderzoek in meer dan honderd verschillende culturen. Je kunt je afvragen of het een ”blessing” is of niet. Ik vind van wel. Jonge mensen krijgen bij ons lang de tijd om volwassen te worden. Hun nog plastische brein biedt kansen om zich zo goed mogelijk te vormen voor hun positie in de samenleving.”

„Jongeren blijven langer thuis wonen, gaan later relaties aan, worden later economisch zelfstandig, maar er wordt wel veel van hen verwacht op jonge leeftijd”

Prof. Eveline Crone, hoogleraar neurocognitieve ontwikkelingspsychologie

Daar staat tegenover dat cruciale beslissingen, zoals de studiekeuze, al jong genomen moeten worden. „Daar ligt een paradox. Jongeren blijven langer thuis wonen, gaan later relaties aan, worden later economisch zelfstandig, maar er wordt wel veel van hen verwacht op jonge leeftijd. Dat is superingewikkeld. Ook op dit terrein ben ik terughoudend met het geven van concrete adviezen. Beleidsmakers nemen de beslissingen, vaak waardegedreven. We kunnen als wetenschappers wel zo goed mogelijk de nodige kennis aanreiken. Voor mij is de grote vraag waar de limieten van het adaptief vermogen van het brein liggen. Ja, daar ben ik heel nieuwsgierig naar.”

Vond je dit artikel nuttig?

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer