Deskundige: uitvoering opheffen PKK afhankelijk van Turkije
Het opheffen van de Koerdische militante beweging PKK hangt af van wat Turkije nu doet, zegt Joost Jongerden, socioloog en universitair hoofddocent aan de Wageningen Universiteit. De PKK heeft in haar verklaring volgens hem nog een voorbehoud gemaakt. „In principe is het besluit wel genomen, maar de PKK maakt wel een kanttekening. Ik ben heel benieuwd hoe het nu verder gaat, aangezien Turkije eerder heeft nagelaten zelf stappen te nemen.”
In de verklaring van maandag staat volgens Jongerden onder meer dat PKK-leider Abdullah Öcalan, die sinds 1999 vastzit, het opheffingsproces moet kunnen leiden. Ook vraagt de PKK om juridische garanties. Daarmee wil de groepering volgens Jongerden erkenning van de Koerdische identiteit en het recht op onderwijs in haar eigen taal, vrijlating van politieke gevangenen en verandering in het gevangenschap van Öcalan.
Jongerden, die al langere tijd onderzoek doet naar de PKK, zegt dat dit nieuws voorzichtigheid vraagt en niet te veel optimisme rechtvaardigt. „We hebben eerder in 2013/2014 gezien dat er een vredesakkoord leek te komen, waarbij de PKK ook een einde aan de gewapende strijd en een nieuwe periode van democratische politiek aankondigde. In 2015 wilden ze zelfs een congres organiseren om zichzelf op te heffen. Maar toen hebben we gezien dat Turkije de oorlog weer opnieuw begon en niet in het vredesproces wilde meegaan.”
Volgens de hoofddocent zeggen mensen die dicht bij de beweging staan dat de PKK altijd bereid is de eerste stap te zetten en verwacht dat Turkije dan ook een stap zet.