Raad voor de Journalistiek stelt RD in gelijk in onderzoek Malawi
De Raad voor de Journalistiek (RvJ) heeft een tegen het Reformatorisch Dagblad ingediende klacht ongegrond verklaard. De klacht had betrekking op een onderzoek van het RD naar misstanden rond een veldwerker in Malawi.

In de vierdelige serie verhalen is het handelen beschreven van de op verdenking van seksueel misbruik aangeklaagde Wim Akster. De artikelen gingen met name in op de rol van Aksters voormalige werknemer, stichting Timotheos.
Volgens de klager, wiens betrokkenheid bij de kwestie ter sprake kwam in één van de artikelen, wordt hem „ten onrechte een te grote rol toegedicht” en is zijn privacy „disproportioneel geschaad” door zijn naam te noemen. Ook stelde hij dat er sprake zou zijn van (de schijn van) belangenverstrengeling. Dit omdat de huidige directeur van stichting Timotheos, Cornelis Bosch, ook deel uitmaakt van één van de toezichthoudende organen van het RD.
De RvJ gaat in beide delen van de klacht niet mee. Klager had een „zodanige rol, dat hij invloed had of heeft kunnen hebben op het bestuurlijk handelen” van de stichting. Daarmee is volgens de raad het vermelden van zijn volledige naam „journalistiek relevant en niet ontoelaatbaar”.
Ook de suggestie van belangenverstrengeling wijst de RvJ van de hand. Weliswaar nam Bosch op verzoek van klager zelf contact met de redactie op, maar uit het e-mailverkeer „blijkt juist dat het RD zich niet heeft laten beïnvloeden”. Het is volgens de raad evenmin gebleken „dat de onafhankelijkheid van het RD in het geding is”. Het orgaan wijst erop dat de krant „aannemelijk heeft gemaakt dat gedegen onderzoek is verricht, waarbij niet alleen Bosch maar juist een veelheid aan zowel mondelinge als schriftelijke bronnen is gebruikt”.
Lees hier de volledige uitspraak.