Het mes in de verzorgingsstaat
Het Centraal Planbureau (CPB) wil het mes zetten in de verzorgingsstaat. In ieder geval moet het Rijk stoppen met voorzieningen waarvan zowel armen als rijken profiteren, zo wordt gesteld in een notitie die gisteren gepubliceerd werd. Zowel de AOW, als het spaarloon en de fiscale aftrekbaarheid van de hypotheekrente moeten volgens het CPB worden geschrapt.Duidelijk is wel dat hiermee heel wat overhoopgehaald wordt. Afschaffing van de AOW was in de Nederlandse politiek tot dusver geen item. De reacties van vrijwel alle partijen, van CDA tot GroenLinks, op de nu voorgestelde afschaffing zijn dan ook negatief.
Alleen de jongerenorganisatie van de VVD heeft zich daar vorige maand voor uitgesproken. Afschaffing van de hypotheekrenteaftrek staat in ieder geval niet op het liberale wensenlijstje.
Terecht constateert het Centraal Planbureau dat het streven naar vermindering van inkomensverschillen op gespannen voet staat met de noodzaak om meer mensen aan het werk te krijgen. De zogenaamde armoedeval stimuleert mensen niet om aan het werk te gaan. Als je van je nieuwe baan financieel niets beter wordt en zelfs het risico loopt dat je er, alles bij elkaar genomen, op achteruitgaat, zijn maar weinig mensen bereid om daarvoor elke morgen vroeg uit hun bed te komen.
De AOW is echter een ander verhaal. Hier gaat het om mensen die in principe voor de arbeidsmarkt zijn afgeschreven. Hooguit kan men discussiëren over de vraag of een verhoging van de AOW-gerechtigde leeftijd naar bijvoorbeeld 67 jaar gewenst zou zijn, maar ook na die ingreep blijft er nog een heel leger AOW’ers over.
De pensioenopbouw in Nederland houdt echter sinds jaar en dag rekening met het bestaan van de AOW. Je kunt daar niet zomaar een streep door halen. Weliswaar is er een categorie rijke bejaarden die een zodanig pensioen en/of eigen vermogen heeft dat ze ook zonder AOW van een royale oude dag kunnen genieten. Maar die hebben voor die AOW-uitkering net zo goed premie betaald als anderen. De AOW is nu eenmaal een andersoortige voorziening dan de bijstand.
In de toekomst de AOW vervangen door een bijstandsregeling voor arme bejaarden heeft ook z’n bezwaren. Dat wordt een bijstandsuitkering voor de rest van hun leven, omdat 65-plussers vrijwel geen mogelijkheden hebben om hun inkomenspositie te verbeteren. Al te laag kan die uitkering niet zijn. Je kunt bejaarden nu eenmaal niet op straat laten zwerven en uit de vuilnisbak laten eten. Dat willen we toch niet!
Een uitkering op het huidige AOW-niveau wordt echter algauw oneerlijk ten opzichte van die mensen die jarenlang betaald hebben voor een beperkt pensioen en dan, als ze 65 worden, moeten constateren dat hun buurman die daarvoor nooit wat betaald heeft, nu haast evenveel uitgekeerd krijgt.
Dat het Centraal Planbureau de hypotheekrenteaftrek ter discussie stelt, is een andere zaak. Dat is inderdaad een duidelijk voorbeeld van fiscale subsidiëring van de hogere inkomensgroepen. Ook al omdat de meeste Europese landen dat instrument niet kennen, ziet het er inmiddels wel naar uit dat die regeling haar langste tijd heeft gehad.
Wel geldt dat de afschaffing van deze aftrekpost, waar velen zo royaal gebruik van maken, heel geleidelijk moet plaatsvinden. Anders komen mensen in de knel en gebeuren er ongelukken. Daarbij valt te denken aan een gelijktijdige verlaging van het algemene belastingtarief. Dat sluit ook aan bij de onlangs gestarte discussie over de vlaktaks.
Herziening en inperking van de verzorgingsstaat zullen de komende jaren wel op de politieke agenda blijven staan. Daar is zeker reden toe. Maar de consequenties van allerlei ingrepen moeten wel goed doordacht worden.