CU-Europarlementariër Anja Haga ontvangt brief Erdogan over Armeense genocide
ChristenUnie-Europarlementariër Anja Haga heeft een brief ontvangen van de Turkse regering met de vraag om niet meer de term Armeense genocide te gebruiken.
Het document, ondertekend door de permanent vertegenwoordiger (ambassadeur) van Turkije bij de Europese Unie, is een reactie op „bevooroordeelde uitlatingen” van Haga op berichtenplatform X waarin ze de term genocide gebruikt. Ankara zegt in de brief die woordkeuze ontoelaatbaar te vinden en legt uit waarom.
„Turkije ontkent niet het lijden van de Armeense bevolking”, staat in de brief. Waar Ankara moeite mee heeft is dat de ChristenUnie-Europarlementariër de „tragische gebeurtenissen van 1915 als een genocide bestempelt”. Dit zou niet alleen juridisch een onjuiste wijze van voorstellen zijn, maar ook „totaal geen rekening houden met het lijden van de Turkse en moslimpopulatie”.
Haga is echter allerminst van plan om haar woorden terug te nemen. „Het is schandalig dat Turkije blijft volharden in het ontkennen van de Armeense genocide. Dit is zo’n ontzettend groot pijnpunt in de Armeense gemeenschap. Ik zal altijd blijven spreken van de Armeense genocide en ik laat me de mond niet snoeren”, zegt de ChristenUniepolitica in een reactie.
Ook ChristenUnie Kamerlid Don Ceder heeft gereageerd. „De ChristenUnie zal altijd ronduit blijven spreken over de Armeense genocide, en ik vind het goed en moedig dat Anja Haga daar uitgesproken voor blijft staan. Ik benadruk met klem dat het ook aan de Nederlandse overheid is om de Armeense genocide te benoemen voor wat die is.”
Massamoord
Bij de verdrijving van Armeniërs in 1915 uit grote delen van het toenmalige Ottomaanse Rijk lieten volgens cijfers tussen de 1 en 1,5 miljoen Armenen het leven, naast honderdduizenden christelijke Arameeërs en Grieken. Turkije, de seculiere staat die de islamitische Ottomaanse heerschappij opvolgde, ontkent nog altijd dat het woord genocide een goede term is voor de massamoord.
Haga’s voorganger Peter van Dalen maakte zich als Europarlementariër al druk over de onderdrukking van Armeniërs in onder meer Nagorno-Karabach. Bij de herdenking van 100 jaar Armeense genocide in 2015 in Almelo riep Van Dalen op tot erkenning van de gebeurtenis. Het Nederlandse kabinet heeft de genocide namelijk nooit volmondig erkend. Dat zou volgens toenmalig premier Mark Rutte niet bijdragen aan verzoening tussen Armenië en Turkije. Wel ging er in 2018 voor het eerst een lid van het kabinet –voormalig staatssecretaris van Financiën Menno Snel– naar de jaarlijkse herdenking van de genocide in de Armeense hoofdstad Yerevan.
Nagorno-Karabach
Ook Haga vraagt als Europarlementariër aandacht voor de situatie van de Armeniërs. „Het Armeense volk is het oudste christelijke volk van de wereld. Hun geschiedenis is doordrenkt met vervolging en verdrijving. Dit mag niet verzwegen worden en dan moet en zal de Armeense genocide genoemd en herdacht moeten worden”, zegt Haga nu. Ook is de ChristenUniepolitica tegen Turks EU-lidmaatschap.
Haga vraagt ook aandacht voor „de etnische zuivering van Nagorno-Karabach door Azerbeidzjan”. Azerbeidzjan en Armenië voerden in de jaren 90 en in 2020 bloedige oorlogen om Nagorno-Karabach. De strijd in 2020 eindigde na zes weken met een bestand waarbij Azerbeidzjan grote delen van het door Armeniërs bewoonde gebied in bezit nam. Na een bliksemoperatie in september vorig jaar viel het gebied geheel in handen van Azerbeidzjan en werden de etnische Armeniërs uit Nagorno-Karabach verdreven.