„Of ik hier sterf of niet, ik ga niet weg”
Een halfjaar is verstreken sinds Azerbeidzjaanse troepen Nagorno-Karabach binnentrokken. Sindsdien zijn nagenoeg alle 100.000 Armeniërs de regio ontvlucht. Een enkeling weigert het gebied te verlaten. „Of ik hier sterf of niet, ik ga niet weg.”
De aanval op de Armeense enclave Nagorno-Karabach –omsloten door Azerbeidzjaans grondgebied– in september 2023 gebeurde in een oogwenk: in minder dan 24 uur gaven de militairen zich over en ontvluchtten duizenden Armeniërs de regio. Een paar maanden later werd de internationaal niet-erkende republiek officieel ontbonden.
Slechts enkelen zijn in Nagorno-Karabach achtergebleven. Anna Jambazian, werkzaam voor de christelijke organisatie Diaconia Charitable Fund, partner van de Nederlandse stichting Kom over en Help, kent een aantal van deze mensen persoonlijk. „Ik herinner me een man van boven de 70 jaar. Hij is in de regio geboren en zijn zonen zijn in een eerdere oorlog met Azerbeidzjan gesneuveld. Hij zei: „Of ik hier sterf of niet, ik ga niet weg. Ik wil geen nieuw leven beginnen.” Anderen bleven omdat ze niet beseften wat er gebeurde”, vertelt de Armeense telefonisch.
Abrikozen
De inval in de enclave is volgens Jambazian het gevolg van een jarenlange politieke machtsstrijd. „Armenië is in de regio een klein, christelijk land, omgeven door islamitische grootmachten als Azerbeidzjan en Turkije. Nagorno-Karabach wordt al honderden jaren bewoond door Armeniërs, maar Azerbeidzjan legde de laatste jaren steeds nadrukkelijker een claim op het gebied. Dat Armenië in 1991 een oorlog met Azerbeidzjan won, ligt tot op de dag van vandaag gevoelig. Daarom namen ze wraak en eisten ze de controle over de regio terug.”
Nagorno-Karabach is bovendien een heel vruchtbaar gebied. De regio is bekend om haar wijn, en vruchten als granaatappels, abrikozen en peren groeien er goed. Het gebied levert daardoor ook economische winst op voor Azerbeidzjan.
Veel mensen zijn zwaar getraumatiseerd; in één klap zijn ze hun hele bestaan kwijtgeraakt
Het is daarom niet verwonderlijk dat het land haast maakt met de wederopbouw van de regio. De Azerbeidzjaanse president Ilham Aliyev maakte bekend voor 2024 ruim 2,2 miljard euro, een tiende van de nationale begroting, gereserveerd te hebben voor de bouw van nieuwe wegen, luchthavens en woningen. Die zijn bedoeld om duizenden Azeri’s, die de regio ontvluchtten tijdens de oorlog met Armenië begin jaren negentig, een nieuw bestaan te bieden.
Op Azerbeidzjaanse nieuwszenders is te zien dat kerken en kloosters worden verbouwd tot moskee. Jambazian: „Alles wat met het christendom te maken had, wordt uitgeroeid. Aliyev heeft beloofd van Nagorno-Karabach een paradijs te maken.”
Getraumatiseerd
Daarvan is voor de ontheemden in Armenië allerminst sprake, stelt Jambazian. Omdat ze als hulpverleenster actief is, maakt ze alles van dichtbij mee. „Veel mensen zijn zwaar getraumatiseerd. In één klap zijn ze hun hele bestaan kwijtgeraakt en afhankelijk geworden van anderen. Kinderen vertellen me huilend dat ze geen afscheid hebben kunnen nemen van hun klasgenoten.”
Hoewel velen familie in Armenië hebben en ze hulp krijgen van de staat, is het lastig een nieuw leven op te bouwen. Dat komt ook doordat het land een van de minst ontwikkelde staten van de Kaukasus is. „Er is veel armoede en de infrastructuur is slecht. Voor Armeense burgers is het leven al moeilijk, laat staan voor de vluchtelingen. Zij hebben daarom weinig perspectief in Armenië.”
Eén ding weet Jambazian zeker: „Azerbeidzjan is de grote winnaar van het conflict. Rusland, dat altijd een bondgenoot van Armenië was, hield zich afzijdig.” Dat begrijpt de Armeense wel. „Poetin heeft genoeg problemen. Het kost hem de grootste moeite de strijd in Oekraïne te winnen.” Omdat ze niet op Rusland kunnen rekenen, zoeken politici in Armenië toenadering tot het Westen. Vorige week riep de Armeense premier Nikol Pasjinjan zelfs op tot een brede publieke dialoog over toetreding tot de Europese Unie.
Belangen
Op steun van het Westen hoeft Armenië voorlopig echter niet te rekenen. Dat is volgens de hulpverleenster goed te verklaren. „Het probleem is dat ze niet geïnteresseerd zijn in Armenië. Elk land kijkt naar zijn eigen belangen. Wij hebben weinig te bieden. Azerbeidzjan is daarentegen belangrijk voor Europa vanwege de olie. Bovendien zit Turkije, de belangrijkste bondgenoot van Azerbeidzjan, bij de NAVO. Daarom durft het Westen zich niet stevig uit te spreken.”
Alles wat met het christendom te maken had, wordt uitgeroeid; Aliyev heeft beloofd van Nagorno-Karabach een paradijs te maken
Inmiddels zijn Azerbeidzjan en Armenië gesprekken gestart over een vredesverdrag. „Dat lijkt positief, maar we kunnen erop rekenen dat dat nadelig uitpakt voor Armenië”, verwacht Jambazian. „Het werkt simpel: wie de strijd wint, bepaalt de regels. Dat is Azerbeidzjan. Aliyev heeft al gezegd dat hij heel Armenië als Azerbeidzjaans grondgebied ziet en heeft gedreigd militair in te grijpen als we geen concessies doen. De situatie is hachelijk. Nog een keer vechten kunnen we niet; daarvoor zijn we te zwak.”
Voor Armenië ziet de toekomst er daarom somber uit, zegt Jambazian. „Dat komt ook doordat veel mensen het christelijk geloof achter zich hebben gelaten en vooral bezig zijn met de vraag hoe ze hun problemen moeten oplossen. Ze vergeten dat alleen God dat kan. Zonder Zijn hulp is de strijd voor het voortbestaan van ons volk tevergeefs.”