Hoewel Israël formeel maar heel weinig kwijt wil over de aanval van afgelopen vrijdag op een Iraanse luchtmachtbasis, wijst alles erop dat Jeruzalem achter deze actie zat. Daarmee vergold de Joodse staat het massale Iraanse offensief van een week eerder.

Voor enkele extreemrechtse politici in Israël ging de vergeldingsaanval lang niet ver genoeg. „Zwak”, was het commentaar van minister van Nationale Veiligheid, Itamar Ben Gvir. Die opmerking werd hem in eigen land niet door iedereen in dank afgenomen. Behalve dat hij daarmee officieel Israëlische betrokkenheid suggereerde, kreeg de bewindsman het verwijt dat hij doelbewust op een regionale oorlog aanstuurt.

Het oordeel van Ben Gvir is ook niet terecht, gelet op de grote symbolische betekenis van de Israëlische vergelding. Gevechtsvliegtuigen schakelden de radar van geavanceerde Russische S300-luchtafweerbatterijen uit, waarmee het signaal werd afgegeven dat de bescherming van het Iraanse luchtruim een wassen neus is. De aanval op een militaire basis diep in Iran liet tevens zien dat Israël in staat is elk gewenst doel te treffen. Bovendien gaf Jeruzalem daarmee de niet mis te verstane waarschuwing af dat de nucleaire installaties van de Islamitische Republiek het volgende doelwit zouden kunnen zijn.

Iran lijkt dat signaal serieus te hebben genomen en ziet vooralsnog af van de massieve wraakacties waarmee het had gedreigd. Daarmee is het gevaar van een grootschalige confrontatie even geweken. Het risico van escalatie blijft echter volop bestaan. Zo bestookt Iran Israël nog steeds vanuit Libanon via bondgenoot Hezbollah.

Een extra gevaar schuilt in de versteviging van de banden tussen Iran en Rusland. Diverse Iraanse en Arabische media melden dat Moskou nog deze week een eerste zending SU-35 gevechtsvliegtuigen aan Teheran zal leveren. Ook zouden de Russen overwegen ander modern oorlogstuig naar de Islamitische Republiek te sturen.

Behalve over die concrete militaire steun maakt de regering in Jeruzalem zich zorgen over de diplomatieke houding van Rusland. Moskou weigerde de Iraanse aanval op Israël te veroordelen en riep recent nog op tot sancties tegen het land omdat het geen staakt-het-vuren in de oorlog tegen Hamas in de Gazastrook in acht wil nemen. De Russische senator Dmitri Rogozin nam het zelfs openlijk op voor Iran. Hij benadrukte de innige banden tussen Teheran en Moskou en verklaarde dat Iran de Joodse staat bij een nieuwe confrontatie zal verslaan.

Rusland staat in het krijt bij Iran, omdat Teheran al duizenden drones heeft geleverd voor de strijd tegen Oekraïne. Een verdere verdieping van de alliantie tussen deze twee dubieuze regimes is bepaald geen goed nieuws voor Israël en de rest van de wereld.