Haverkoeken
Al kun je als je van huis gaat langs de route gewoonlijk genoeg te eten vinden (in stadscentra, op stations, in kiosken langs de snelweg): het is vaak wel zo bevredigend om zelf iets mee te nemen.
Een lunchpakketje met volkoren boterhammen. Als het koud is een thermoskan hete thee of anders een fles water. Een pak rijstwafels of een reep chocolade als de reis langer duurt dan gedacht. Pepermuntjes voor je weet maar nooit. Appels, natuurlijk, en mandarijnen. Of gekookte eieren.
Als er tussen het inpakken door nog tijd voor is, vind ik het een leuke uitdaging om voor onderweg zelf iets te maken. Soms met als aanleiding wat er nog in de koelkast ligt of staat en op moet. Zo bakte ik weleens op het laatste nippertje pannenkoeken die de volgende dag bij de eerste reisstop prima smaakten. Mede dankzij de van huis meegenomen bijna lege fles schenkstroop.
Want iets zoets valt onderweg meestal wel in de smaak. Met die gedachte in het achterhoofd bakte ik voor een lange treinreis met een groep reisgenoten een trommel vol robuuste haverkoeken. Vanbinnen nog een beetje taai, vanbuiten krokant, met als extra toevoeging pecannoten. Het zijn wel echt koekén. Wie liever koekjés heeft kan de hoopjes deeg op de bakplaat kleiner maken – en ze wat korter bakken.