Het 43-jarige slachtoffer werd in de avond van tweede kerstdag 2022 levenloos gevonden in haar woning aan de Treek in de Rotterdamse wijk Vreewijk. Ze bleek door haar hoofd geschoten in de slaapkamer, terwijl haar jongste dochters van 5 en 8 jaar in de woning aanwezig waren. De vrouw zat enkele weken ervoor nog in een blijf-van-mijn-lijfhuis.

Verdachte M. zou na het schieten nog de hele nacht en de ochtend erna in de woning zijn gebleven en ook foto’s hebben gemaakt van het slachtoffer, met wie hij vijf jaar een relatie had. Volgens justitie heeft hij twee keer geschoten. DNA-sporen van M. zijn gevonden op hulzen in de slaapkamer en ook op het wapen dat de politie de volgende dag vond in de woning van zijn broer.

Volgens de officier van justitie werd de vrouw al langer bedreigd door M. en bleef hij haar opzoeken. Het OM is ervan overtuigd dat M. niet in een opwelling handelde. Het 8-jarige meisje verklaarde direct na de moord dat haar stiefvader ’s avonds al had gezegd haar moeder om het leven te zullen brengen. Het vuurwapen dat hij daarvoor gebruikte, bewaarde hij in de stortbak van het toilet. De officier sprak van een moedig meisje, dat concreet en gedetailleerd over de moord heeft verklaard.

Het OM vindt dat de vrouw slachtoffer is van zogeheten femicide, vrouwenmoord. Daarbij worden vrouwen om het leven gebracht door hun partner of ex-partner. „We beschouwen M. als gevaar voor de samenleving, vrouwen in het bijzonder.”

M. heeft tijdens de hele strafzaak gezwegen. Zijn advocaat pleitte voor vrijspraak, omdat M. de moord ontkent. „In zijn eerste verhoor bij de politie heeft hij kort verklaard dat hij de woning verliet toen het slachtoffer nog leefde om kerst te vieren met zijn familie.” Justitie gelooft hier niets van.

De advocaat voerde ook aan dat er geen bewijzen zijn voor een vooropgezet plan. De familie zou samen kerst vieren en dat duidt volgens de raadsman niet op voorbedachte raad. „Dit is geen kalm beraad geweest. Hoe het precies is gegaan, weten we niet.”

De rechtbank doet op 15 maart uitspraak.