Brownies en blondies
Bij de meeste baksels is het de bedoeling dat ze goed gaar zijn. Of dat zo is, daar kom je soms pas bij het aansnijden achter. Dan blijkt bijvoorbeeld of de bodem van de appeltaart tijdens het verblijf in de oven zoals gewenst is getransformeerd van bleek deeg in een krokante korst. Zo niet, dan kan zo’n taart alsnog prima smaken.
Als er een cake of biscuitbodem in de oven staat heb je meer controle. Tegen het einde van de baktijd kun je checken of er geen ongare plekken meer zijn door een cocktailprikker in het midden van het beslag te steken. Komt die er schoon uit? Dan is het tijd om de bakvorm uit de oven te halen.
Bij brownies is het juist de bedoeling dat de binnenkant nog wat klef is. Je kunt ze beter net iets te kort dan net iets te lang in de oven zetten. In het laatste geval zullen de brownies aan de droge kant zijn. Dat kan ook, maar klef is lekkerder. Voor blondies –de blanke versie van brownies– geldt hetzelfde.
Hoe lang je ze precies moet bakken is lastig te zeggen. Elke oven is anders. Check na 20 minuten hoe ze ervoor staan. Brownies of blondies kunnen uit de oven als de bovenkant droog is en de laag daaronder wat week –maar niet vloeibaar– aanvoelt. Een kleinere vorm en dus een dikkere laag deeg? Dan iets langer in de oven.