Croque-monsieur, de Franse tosti met bechamelsaus
Wat is dat toch met tosti’s? Je hebt een boterham met kaas waar –zo is het tenminste hier in huis– haast niemand voor warmloopt. De kaas smelt, het brood wordt knapperig en iedereen vecht erom. Zelfs de pubers: de tosti wint het bíjna van de absolute topper, het frikandelbroodje.
Mijn voorkeur ging altijd uit naar een in de pan gebakken, met boter besmeerde tosti, waardoor het brood zo’n volle smaak krijgt. Maar sinds een jaar ben ik om. We kregen een contactgrill in een kerstpakket (nee, niet van de krant) en sindsdien stoppen we alles tussen de geribbelde platen. Werkt fijner dan zo’n tosti-ijzer dat de boterhammen omtovert in voorgevormde driehoekjes. Bij mijn schoolvriendinnetje knipten ze die driehoektosti’s vervolgens met een schaar doormidden, in plaats van ze te snijden. Dat is dus wat ik vooral onthouden heb van die regelmatige woensdagse lunches buitenshuis. Maar ook dat ze lekker waren, die tosti’s met kaas.
Tegenwoordig bakken we voor de een ketchup mee, de ander eet –de keren dat we ham in huis hebben– het liefst een ham-kaastosti. De croque-monsieur, een Franse ham-kaastosti waar ook nog bechamelsaus ingaat, maakte ik voor het eerst toen er een restje saus over was. Zo kost deze variant amper meer moeite dan de huis-tuin-en-keukentosti.