Opiniecommentaar
Waarom het verlangen om je te laten overdopen op een misvatting berust

Hoe moet de doop bediend worden? En als iemand als kind gedoopt is, is er dan nog ruimte voor een tweede doop? Deze week doken die vragen weer op, zoals talloze malen eerder in de loop van de kerkgeschiedenis. Het antwoord erop hangt samen met hoe je de doop ziet: als onderstreping van iemands persoonlijke keuze of juist als teken en zegel van Gods belofte.

Hoofdredactie
Doopvont in de St. Janskerk in Maastricht. beeld RD, Anton Dommerholt
Doopvont in de St. Janskerk in Maastricht. beeld RD, Anton Dommerholt

De Nederlandse Gereformeerde Kerken (NGK) denken na over een nieuw doopritueel. Gemeenteleden die als kind gedoopt zijn, spraken de wens uit om zich als volwassene opnieuw te laten dopen of een ritueel te ondergaan dat hen aan hun doop herinnert. De synode van de NGK gaat zich hierop beraden. Die vraag staat niet op zichzelf maar leeft breder. Ook in de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) is geen ruimte voor het zogenaamde overdopen, hoewel er jarenlang over werd nagedacht. Deze kerken ondervinden de aantrekkingskracht van evangelische of baptistengemeenten, waar de volwassendoop gangbaar is. Vanouds belijden de gereformeerde kerken echter dat de doop het teken is van Gods verbond waarvan in het Oude Testament de besnijdenis het sacrament was. Daarmee is er geen ruimte voor en geen behoefte aan een tweede doop.

Dat er desondanks in deze kerken vraag is naar overdopen of een doopritueel, laat zien welke misverstanden er leven over de betekenis van de doop. De doop is niet een onderstrepen van een menselijke belofte aan God, maar andersom. Het verlangen om de kinderdoop te vernieuwen door zich opnieuw te laten dopen zal zonder twijfel voortkomen uit iemands oprechte wens om zijn geloof te belijden, maar desondanks is het gebaseerd op een dwaling. Het is een verloochening en minachting van de doop die iemand als kind heeft ontvangen, terwijl daarbij toch de Naam van de drie-enige God uitgesproken en aangeroepen werd en de ouders er een eed hebben afgelegd.

Dat deze vraag naar volwassendoop, overdoop of doopvernieuwing steeds opleeft, toont aan hoe belangrijk een goed begrip van het genadeverbond is. De doop is niet bedoeld om iets te zeggen over het geloof of de intenties van de persoon die gedoopt wordt, maar de doop zegt iets over God Zelf. God betuigt daarmee dat Hij een eeuwig verbond der genade opricht met kinderen des toorns die uit zichzelf niet meer in Gods Rijk kunnen komen, tenzij ze wedergeboren worden.

Tegelijkertijd houden de vragen die nu in de NGK op de synodetafel liggen een spiegel voor aan kerken waar deze evangelische tendensen (nog) geen voet aan de grond kregen. Wordt daar de kinderdoop en de herinnering daaraan inderdaad beleefd als een teken en zegel van Gods belofte en de oproep tot geloof en bekering? Het doopwater wijst naar het verzoenend bloed van Christus. Voortleven buiten Hem is eveneens een verloochening en minachting van de doop en van Gods beloften in het genadeverbond.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl
Meer over
Commentaar

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer