BinnenlandBinnenland
Zeeuws levenswerk afgebrand; „Ik leefde op het bedrijf, alle spullen zijn weg”

Het bedrijf van Teunis van Nes is verwoest. Zelf kwam hij er met lichte brandwonden vanaf. „Hoe snel vuur zich verspreidt, ongekend.” Maar ook het medeleven maakt indruk. „Ongekend hoe lief de mensen zijn.”

L. Vogelaar
Teunis van Nes in Kloetinge is verrast door het vele medeleven nu zijn bedrijf door brand verwoest is. beeld Rob Paardekam
Teunis van Nes in Kloetinge is verrast door het vele medeleven nu zijn bedrijf door brand verwoest is. beeld Rob Paardekam

Zaterdag stond zijn advertentie nog bovenaan in de Schakeltjes in het Reformatorisch Dagblad: ”Radiateur kapot? Auto, tractor enz. Bel Teunis…” Van Nes (71) repareerde de motoronderdelen, al sinds 1 maart 1978. Dinsdag ging zijn bedrijfspand in het Zeeuwse Kloetinge echter in rook op.

TeunisvNes.png
Van Nes. beeld Wikimedia Commons

Van Nes was er die ochtend vroeg bij. „Ik was om zeven uur naar bed gegaan en ging ’s nachts om half twee naar het bedrijf, want er moest een oliekoeler schoon. Ik heb die met ontvetter op de kachel gelegd. Dat doen we vaker zo, maar deze keer is het blijkbaar niet helemaal goed gegaan. In mijn kantoortje zat ik wat administratie te doen. Ineens viel het licht uit. Ik liep naar de stoppenkast, maar zag een vlam. Snel heb ik de tuinslang uitgerold, duim op de straal en ik kreeg het vuur uit. Mooi. Bij de spuitkast zag ik nog wat vuur. Ook dat kreeg ik uit. Ik was er blij mee.

Ik hoorde een hoop gesis, want er was een luchtleiding gesprongen. Toen zag ik weer vuur. Ik draaide de gaskraan dicht en dacht: ik ben er. Maar toen was er gerommel boven me. Ik keek naar buiten en in de spiegeling van de ruiten van de buren zag ik vlammen.

Ik holde naar boven. Er was daar allemaal vuur rond de afzuiging, en ik zag geen brandblusser. Terug naar beneden, weer naar boven. Daar ging een golf van vuur langs het plafond, zo over me heen: woefff. Dan helpt zo’n brandblussertje niet meer.

Intussen had ik al twee keer 112 gebeld. „Ik verbind u door.” Ja, dahaag. Ik had de verbinding verbroken.

Mijn bedrijfsadministratie heb ik nog op papier. Die mappen legde ik m’n busje. De computer rukte ik los van de kabels en legde hem achterin de bus. Toen wilde ik weer terug naar binnen, maar dat ging al niet meer. Ik dacht de heftruck nog naar buiten te rijden, maar dat hele ding stond in de fik. Ongekend! Een stalen truck met oude verf, maar het ding brandde. Geel vuur, heel vreemd.”

Roker

Intussen arriveerden de hulpdiensten. „De politie zei: Jij gaat naar het ziekenhuis. In de ambulance werd ik op de zuurstof aangesloten, want ik had veel te veel rook ingeademd. Er werd bloed afgenomen. De dokter vroeg: Rookt u? Ik zei: „Twintig tot veertig sigaretten per dag.” Ze lachte: „Uw bloed is 100 procent in orde.” M’n lichaam is blijkbaar wat gewend. Zo kan een slechte gewoonte ook nog een goede kant hebben.”

Van Nes mocht naar huis. Maar „emotioneel is het niet lekker”. Het bedrijf is weg. „Je bent alles kwijt. Ik was meer op het bedrijf dan thuis. Ik heb maar een klein flatje; wat kan mij het schelen; ik leefde op het bedrijf. Daar lagen ook veel privéspullen, en spullen van buren. Dat is allemaal weg.”

Van Nes heeft één werknemer, terwijl enkele anderen in deeltijd voor hem actief zijn. „Ik ben wel van plan weer wat op te bouwen, maar hoe en waar, dat weet ik nog niet.”

Asbest

Nu zit hij eerst met de nasleep van de catastrofe die hem trof. „De ene na de andere expert komt langs. Er is wat asbest over de omgeving gewaaid. We hebben veel geluk dat het lekker regent, dus het gevaar is nul. Maar de regeltjes, daar zit je mee. Het moet op een professionele manier opgeruimd worden.” De rook waaide vooral richting Goes. Omwonenden kregen het advies de ramen dicht te houden; fietsende scholieren werden omgeleid. Drie blusvoertuigen kwamen naar het Westeinde om te voorkomen dat de vuurzee zou overslaan naar andere gebouwen.

De ramp heeft ook „mooie kanten”, zegt de berooide bedrijfseigenaar. „Ik heb dag en nacht voor anderen klaargestaan en nu krijg ik enorm veel medeleven terug: „Kan ik iets voor je doen?” Soms van mensen van wie je het helemaal niet verwacht; mensen die hier in die 46 jaar maar één keer zijn geweest.”

„Dank je wel, kerel”, zegt Van Nes als de journalist hem sterkte wenst.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl
Meer over
Beste van RD

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer