OM eist cel- en taakstraf tegen agent om fatale aanrijding
Het Openbaar Ministerie eist een gevangenisstraf van 90 dagen, waarvan 89 voorwaardelijk, tegen een 26-jarige agent uit Eindhoven die vorig jaar december een dodelijk ongeval veroorzaakte door veel te snel te rijden. Bij de aanrijding op de Dr. Cuyperslaan in het Eindhovense stadsdeel Woensel-Zuid kwam een 31-jarige motorrijder om het leven. Naast de celstraf eist het OM 240 uur taakstraf en een rijontzegging van twee jaar, waarvan de helft voorwaardelijk.
Agent Niels van H. zou op 6 december maximaal 129 kilometer per uur hebben gereden waar 50 kilometer per uur is toegestaan. „Het was veel te hard en het had nooit mogen gebeuren. Ik heb spijt dat ik het gedaan heb”, zei de politieman dinsdag in de rechtbank in Den Bosch. Hij vertelde dat hij onderweg was naar een melding over een gestolen lokfiets en dat hij een fout had gemaakt door tijdens de rit niet goed genoeg de snelheidsmeter in de gaten te houden.
De officier van justitie sprak van een vreselijk ongeval en verwijt de agent roekeloosheid. Uit de boordcomputer blijkt dat de politieauto plankgas de kruising met de Woenselsestraat naderde en daar de motorrijder schepte. De agent zou deels op de linker rijstrook hebben gereden. Op het laatste moment probeerde hij een noodstop te maken. De motorrijder overleed ter plekke aan zijn verwondingen.
De agent had volgens de richtlijnen van de politie 40 kilometer per uur te hard mogen rijden. De officier noemde het disproportioneel om af te wijken van de richtlijnen. „Het algehele rijgedrag is niet beheerst geweest”, zei de aanklager. „Hij heeft de verkeersregels in ernstige mate geschonden.” Hij vindt dat van politieagenten extra behoedzaamheid mag worden verwacht.
„Agenten hebben geen volledige vrijbrief in het verkeer”, zei de officier. „Deze zaak kan als voorbeeld dienen om duidelijk te maken wat de consequenties kunnen zijn als het fout gaat.”
Volgens Van H.’s advocaat had de agent wel degelijk oog voor andere weggebruikers. Juist daarom had hij de blauwe zwaailichten aangezet, betoogde de raadsman. Volgens de advocaat is daarmee geen sprake van roekeloosheid: „Dat neemt niet weg dat mijn cliënt anders had moeten handelen.” De raadsman pleitte voor een taakstraf van maximaal tachtig uur.
De rechtbank doet 28 november uitspraak.