Campagne #hierniet tegen online grensoverschrijdend gedrag
Veel Nederlanders zien online kwetsend gedrag als een groot probleem, maar toch doet maar een kleine groep er iets tegen. Dat concludeert Netwerk Mediawijsheid na onderzoek, waarin 25 procent van de ondervraagden aangeeft iemand actief aan te spreken of melding te maken. Om bewustzijn over online grensoverschrijdend gedrag te vergroten, lanceert Mediawijsheid de campagne #hierniet, ondersteund door ruim tweehonderd bedrijven.
Volgens het netwerk is de norm over wat kwetsend gedrag is in Nederland vervaagd. „Het begint met het herkennen van het gedrag”, aldus Maaike Drok en Floortje Jansen van Netwerk Mediawijsheid. Daarna kunnen mensen in actie komen. „Bijvoorbeeld door iemand online te blokkeren, te rapporteren of aangifte te doen.”
Onder kwetsend gedrag verstaan de onderzoekers onder andere cyberpesten, dreigen, haatreacties plaatsen, desinformatie verspreiden en cancelen. Drok en Jansen wijzen erop dat het percentage plegers van dit gedrag veel kleiner is dan de groep die er last van heeft. „De plegers overheersen de sfeer en de onlinecultuur”, aldus Drok en Jansen. Als meer mensen hen aanspreken, „kunnen we toewerken naar internet waar mensen met respect met elkaar omgaan en waar het leuk is”.
De campagne #hierniet is dan ook bedoeld om mensen bewust te maken van „waar we inzitten en hoe we het niet willen”, leggen de onderzoekers uit. De bedrijven die de actie tijdens de Week van de Mediawijsheid steunen zijn onder meer Snapchat, Meta (Facebook, Instagram, WhatsApp), TikTok, UNICEF en mediabedrijven en onderwijsinstellingen.
Door het hele land worden op plekken als bibliotheken, buurhuizen en zorginstellingen activiteiten georganiseerd voor jong en oud. Zo wordt er besproken hoe iemand aan te spreken op het kwetsende gedrag. Leerlingen van groepen 7 en 8 spelen gedurende een week een spel waarin ze wegwijs worden in het onlinelandschap. Tijdens ouderavonden leren volwassenen het te herkennen als er iets gebeurt bij een kind waar hij of zij last van heeft en hoe ze het kind kunnen ondersteunen.