Scholieren niet onder de indruk van ‘gouden ei’ van de BBB
De nummer 11 op de lijst van de BBB Marieke Wijen-Nass noemde de agrarische sector tijdens het Nationaal Scholierendebat in De Balie het „gouden ei” van Nederland, en vindt een beperking op de export van vlees daarom geen goed idee. De BBB-kandidaat is wel voorstander van verduurzaming in de agrarische sector. De scholieren bleken niet overtuigd: de bel die mocht worden ingedrukt als een politicus te vaag was of moeilijke woorden gebruikte, klonk na dit antwoord in het Amsterdamse debatcentrum.
„Verduurzaming en het gouden ei? Uhm... voor mijn gevoel een beetje vaag”, aldus een leerling tegen de BBB. „We hebben een morele verplichting in de voedselzekerheid, en daarom zijn er wellicht andere manieren om samen met die agrariërs te kijken naar hoe kunnen we het duurzamer en innovatiever doen”, legde Wijen-Nass uit. „Maar nee, die export beperken, daar zijn we geen voorstander van”. Ook opperde ze dat Nederland „gewoon heel erg goed is” in boeren, en dat het „ook goed is voor de economie”.
Fractievoorzitter van de PvdD in Noord-Holland Ines Kostić noemde het „absurd” dat de BBB zegt de verantwoordelijkheid te nemen voor voedselzekerheid. „De vleesindustrie is een voedselverspiller, omdat je voor vlees dieren moet voeden”, aldus Kostić. „Daarom is er honger in de wereld.”
„Ik hoor mijn buurvrouw de hele tijd over een gouden ei, en ik denk alleen maar waar komt dat gouden ei uit, uit een plofkip?”, zei Habtamu de Hoop (GroenLinks-PvdA). Het jongste Tweede Kamerlid van 25 jaar oud kon met die vraag op een luid applaus vanuit de zaal rekenen. Hij vertelde dat GroenLinks-PvdA vooral de vleesproducent zwaarder wil belasten.
Na afloop van het debat, waar ook Volt en de VVD aan deelnamen en waar ook onderwerpen als wonen en jeugdzorg passeerden, waren de scholieren verdeeld over de prestaties van de politici. Wel hadden de meesten het klimaat het hoogst op de agenda staan. Iemand vond De Hoop „erg sterk” omdat hij „bijna niet de vragen ontweek”. Ook VVD-Kamerlid Daan de Kort kon op lof rekenen „omdat hij ook openstond voor andermans ideeën”. Toch vond een andere scholier dat hij er „te vaak doorheen praatte”. En waar een scholier de PvdD „heel geloofwaardig” vond, dacht een andere leerling juist door de „tactiek” van Kostić heen te prikken. „Zij probeerde heel dicht bij ons te komen, en dat leek voor mij een beetje nep.”