Nerya Davidi bleef zo lang mogelijk in Sderot om te helpen
Zo lang mogelijk bleef ze in Sderot om de achtergebleven inwoners van het Israëlische stadje hulp te bieden na de aanval van Hamas. Maar nu is het ook voor Nerya Davidi te gevaarlijk. „Ik moet bezig zijn om de beelden uit mijn hoofd te houden.”
Zaterdag 7 oktober staat voor altijd in het geheugen van Nerya Davidi (25) gegrift. „We werden wakker van het luchtalarm”, vertelt ze vanuit Jeruzalem, waar ze met haar familie tijdelijk verblijft. „Dat is voor ons in Sderot niets ongewoons. Ik leef al mijn hele leven met de dreiging van raketten. Ik ken geen andere realiteit.”
Dit keer was het echter anders, zegt de Israëlische, dochter van de burgemeester van Sderot, Alon Davidi. „We hoorden allerlei vreemde geluiden, alsof er een helikopter overvloog. Mijn broer zei: Er wordt geschoten. Het was sabbat en wij zijn religieus. Dus we konden niet op onze telefoon kijken wat er aan de hand was. We zijn naar onze seculiere buurman gegaan om te vragen wat er gebeurde. De terroristen zijn overal. Er ligt bloed op de straten, zei hij. We hebben snel alle ramen en deuren gesloten. Ondertussen hoorden we dat het schieten steeds dichterbij kwam.”
Evacueren
Bij wijze van uitzondering zette Nerya haar telefoon aan om het nieuws te volgen. „Dat had ik nog nooit op de sabbat gedaan. Ik belde mijn vader, die al de stad in was gegaan. Dat doet hij altijd na het luchtalarm, om te kijken of iedereen oké is. Ik hoorde dat terroristen het politiebureau hadden ingenomen en dat overal in het zuiden dorpen werden aangevallen.”
Zondag kregen de inwoners van Sderot, op een steenworp afstand van de Gazastrook, te horen dat ze moesten evacueren. „Mijn moeder en zus zijn naar mijn oma in Be’ersheva gegaan. Die stad ligt ook onder vuur, maar daar heb je een minuut om naar de schuilkelder te gaan. De rest van de familie is naar een hotel in Jeruzalem vertrokken.”
Zelf bleef Davidi zo lang mogelijk in Sderot om te helpen met uitdelen van voedsel en medicijnen, want de reguliere aanvoer ligt stil. Zo’n 10 procent van de bevolking van ruim 30.000 mensen is nog in Sderot. Om noodzakelijke zaken draaiend te houden. „Maar ook om Hamas te laten zien dat we ons niet laten verjagen”, zegt de Israëlische. Afgelopen dinsdag moest ook zij vertrekken. „Het is veel te gevaarlijk. Niet alleen vanwege de raketten, maar ook met het oog op de aanstaande grondoorlog. Sderot en de wijde omgeving zijn militair gebied. Je mag er alleen met een speciale vergunning nog in.”
Dat de grondoorlog er komt, staat voor Davidi vast. „Ik ben geen militair expert, maar het zal langdurig en keihard zijn. Ook noodzakelijk, want tot Hamas is vernietigd, kunnen we ons nooit meer veilig voelen.”
Leugens
Intussen moet de Israëlische proberen om te gaan met de verschrikkingen. „Ik ben naar de begrafenis van een vriend geweest. Toen hij die zaterdag hoorde dat kibboets Be’eri werd aangevallen, heeft hij zijn wapen gepakt en is ernaartoe gereden. Hij heeft gevochten tot hij zelf door Hamas werd gedood. Andere vrienden verloren hun twee jaar oude kindje. Ik weet niet hoe ik dit een plek kan geven. Ik moet bezig zijn om de beelden uit mijn hoofd te houden. Ik ben ook nog eens de oudste van ons gezin. Mijn broers en zussen rekenen op me. Ik kan niet teveel huilen.”
Alle leugens rond de gebeurtenissen maken het extra moeilijk, zegt de Israëlische. „Wreedheden van Hamas worden onder het tapijt geveegd. Zelfs bij de gebeurtenissen van 7 oktober worden vraagtekens geplaatst. Maar waar zijn mijn vrienden dan gebleven?”