Contract of relatie?
Contract. Sinds Pieter Omtzigt een ”rising star” is, komt dat woord vaker dan ooit langs in de media, is mijn indruk. Het doet me denken aan de typologie van relaties die door de godsdienstfilosoof Vincent Brümmer is beschreven en door collega Piet Verhagen uitvoeriger is uitgewerkt voor mijn vakgebied. Daar neem ik u vandaag graag in mee. Want de relatie tussen overheid en burgers kan getypeerd worden als sociaal contract, aldus Omtzigt, maar hoe zit het met de verhouding tussen mensen onderling, of tussen God en mens? Hoe zou u uw eigen relatie met uw ouders, uw eventuele echtgenoot of kinderen typeren? En uw verhouding tot God?
Relaties zijn er in verschillende soorten. Allereerst heb je de manipulatieve relatie, waarbij de ander gereduceerd wordt tot een object of functie, nuttig om in jouw behoeften te voorzien en niet meer dan dat. Bij slavernij is dit bijvoorbeeld het geval, of bij seksueel geweld. De ander heeft niets in te brengen en geen andere keus dan zich te onderwerpen.
In de tweede plaats kan een relatie de vorm van een contract hebben, gebaseerd op wederzijdse afspraken over rechten en plichten. Hierbij worden de belangen van beide partijen gewaarborgd. Er is dus sprake van samenwerking, maar die is wel voorwaardelijk: ”do ut des”, ik geef opdat jij geeft. Zo maken werkgever en werknemer in een arbeidscontract afspraken over inzet en betaling, maar je krijg je salaris alleen als je je uren ook daadwerkelijk maakt. En als je werkgever in gebreke blijft met salarisbetaling, komt er een moment dat je je inzet beëindigt. Verdrietig genoeg kan binnen intieme of hechtingsrelaties ook sprake zijn van de dynamiek van een contract. Liefde kan voorwaardelijk zijn: „Ik hou alleen van jou als jij voor mij…” Of een kind krijgt alleen waardering en erkenning wanneer het gehoorzaam doet wat de ouder vraagt.
Ten slotte is er de vriendschappelijke relatie, gebaseerd op wederzijdse liefde die onvoorwaardelijk en vrijwillig is. Je houdt van de ander om wie die is, niet om wat hij of zij doet of geeft. Het gaat dus om wie je bent als persoon; als je vriendschap of je liefde wordt afgewezen, word je zelf afgewezen.
In het echte leven zijn typen relaties niet altijd zo afgebakend als hierboven beschreven. Zo is een huwelijk in onze context in de meeste gevallen gebaseerd op wederzijdse liefde. Maar het heeft ook iets van een contract, er is sprake van wederzijdse verplichtingen in goede en slechte tijden, tot de dood ons scheidt. Ouders houden onvoorwaardelijk van hun kind, als het goed is, maar kunnen ook afspraken maken en gehoorzaamheid vragen.
Wat is er vanuit dit perspectief te zeggen over de verhouding tussen mensen en God? Mensen kunnen God weliswaar ervaren als veeleisend en manipulatief, maar dat lijkt me het tegendeel van de wijze waarop de Heere zich openbaart in de Bijbel. Het zou zomaar kunnen dat de ervaring van manipulatie ervaringen met medemensen weerspiegelt of vooral iets zegt over jezelf en je eigen levensgeschiedenis, of over selectief lezen. Bijbels gezien is er meer te zeggen voor de contractuele relatie: de Heere gaat een verbond aan met mensen, waarbij Hij belooft en vraagt. Gods wil overvalt je niet, maar is iets om te doen. Niet als slaven, maar als kinderen. Daarnaast lezen we over onvoorwaardelijke liefde. Paulus schrijft over Christus die gestorven is voor goddelozen en krachtelozen (Romeinen 5). Vergeving en verzoening zijn een genadig geschenk en niet pas te krijgen wanneer je je straf volledig hebt ondergaan (manipulatieve relatie) of voldoende boete en berouw hebt getoond (contractuele relatie). Er hoeft niets van ons bij; geloof en bekering zijn geen voorwaarden, maar gaven van de Heilige Geest – ja, het is deze maand Hervormingsdag. Een goede reden om Psalm 103 weer eens te zingen: „Hij is het Die ons Zijne vriendschap biedt, Hij handelt nooit met ons naar onze zonden.”
De auteur is rector van het Kennisinstituut christelijke ggz (Kicg), onderdeel van Eleos en De Hoop ggz, en bijzonder hoogleraar klinische godsdienstpsychologie aan de Vrije Universiteit Amsterdam.