Moord en doodslag tijdens de pax Romana
Velen zullen het tijdens de geschiedenisles hebben geleerd: de oude Romeinen zorgden voor vrede in hun uitgestrekte imperium. Iets wat leidde tot welvaart en vooruitgang. Maar volgens de Britse historicus Tom Holland was er ook een andere kant.
In 69 na Chr. slaan er metershoge vlammen uit de tempel voor Jupiter op het Capitool in Rome. Het imposante gebouw, een van de belangrijkste van het rijk, stort kort daarna met donderend geraas in. Tot afgrijzen van de inwoners van de stad blijft er slechts een ruïne over. Eeuwenoude archieven gaan verloren; er heersen chaos en ontreddering.
In dat gedenkwaardige jaar telt het Romeinse Rijk maar liefst vier keizers. De betrekkelijke stabiliteit die er onder de opvolgers van Augustus is geweest, lijkt voorbij, maar het pakt anders uit. Vespasianus, een voormalig handelaar in ezels die in Galilea en Judea tegen de opstandige Joden heeft gevochten, keert terug naar de hoofdstad en weet de macht te veroveren, om die niet meer uit handen te geven. Er breekt een periode van stabiliteit aan.
Nero
Met de pax Romana, de Romeinse vrede, wordt meestal de periode van 27 voor Chr. tot 180 na Chr. aangeduid, de tijd vanaf de start van de regering van Augustus tot de dag waarop keizer Marcus Aurelius zijn laatste adem uitblies.
Holland kiest een andere insteek. Zijn boek begint bij de nadagen van Nero, die stierf in 68 na Chr., en eindigt bij het bewind van Hadrianus, die regeerde tot 138 na Chr. Hij voert zijn lezers mee door zo’n zeventig jaar van de bewogen geschiedenis van een alsmaar uitdijend rijk. En dat doet hij knap.
Holland is dan ook niet de eerste de beste. Hij geldt niet alleen als een bekwaam historicus, maar ook als een goede verhalenverteller. Die combinatie zorgde ervoor dat hij in 2014 door de Britse krant The Guardian werd uitgeroepen tot een van de honderd invloedrijkste Britten.
Christendom
”Pax” is het derde deel van een serie over het Romeinse Rijk. In ”Rubicon” gaat het vooral over Julius Caesar en de ondergang van de republiek. In ”Dynastie” staan keizer Augustus en zijn directe opvolgers in de schijnwerpers.
Hollands belangstelling beperkt zich overigens niet tot het Romeinse Rijk. Hij schreef ook over de oude Perzen, de islam en de middeleeuwen. In zijn een-na-laatste boek, ”Heerschappij”, biedt hij zijn lezers een kijk op zo ongeveer de hele geschiedenis van het Westen. Een historie die volgens hem veel sterker is gestempeld door het christendom dan de meeste mensen denken. Die stelling maakt hij met tal van voorbeelden aannemelijk.
Wie verwacht dat hij in zijn nieuwe boek opnieuw uitgebreid aandacht besteedt aan de opkomst van het christendom komt bedrogen uit. ”Pax” gaat over vrede, maar vooral over oorlog. Hij besteedt wel aandacht aan religie, maar voornamelijk aan de dienst van de Romeinse goden.
Flavius Josephus
Vespasianus keert in 69 na Chr. terug naar het wespennest Rome, omdat hij ervan overtuigd is dat hij keizer moet worden. Dat besef is niet uit de lucht komen vallen. Een van de aanjagers ervan is de Joodse schrijver Flavius Josephus, wiens boeken in de studeerkamer van menig predikant te vinden zijn. Josephus, eerst een van de leiders van de opstand tegen de Romeinen, wordt gevangengenomen en komt bij Vespasianus in de gunst nadat hij heeft voorspeld dat deze de nieuwe heerser van het wereldrijk zal worden.
Zo belandt Josephus in Rome. Heel veel Joden zullen hem daarheen volgen, maar terwijl de geschiedschrijver een huis in de elitewijk van de hoofdstad mag betrekken, komen duizenden en nog eens duizenden van zijn volksgenoten als slaven Italië binnen, om daar onder meer te worden ingeschakeld bij de bouw van het Flavisch Amfitheater, het imponerende gebouw dat later het Colosseum zal worden genoemd.
De opstanden van de Joden tegen de Romeinse overheersing krijgen veel aandacht in Hollands boek, inclusief gruwelijke beschrijvingen van de wijze waarop de Romeinse legioenen tekeergingen. Het is interessant om te lezen dat er na de val van Jeruzalem, in 70 na Chr., nog andere grote Joodse opstanden tegen de Romeinse overheersing zijn geweest. Niet alleen in Judea, maar ook langs de kust van Afrika, in Alexandrië en Cyrene, grote steden die destijds voor een aanzienlijk deel door Joden werden bewoond.
Batavieren
Behalve de Joden werden ook andere volken te vuur en vooral te zwaard bestreden. Diverse revoltes elders in het Romeinse Rijk werden genadeloos de kop ingedrukt, zoals die van de Batavieren, die ook rond het jaar 70 na Chr. in opstand kwamen. En onder keizer Trajanus werden de Daciërs, de oorspronkelijke inwoners van het huidige Roemenië, massaal vermoord of gedeporteerd.
Er werden stromen bloed vergoten. Vooral onder de volken aan de rand van het Romeinse Rijk, als die van rebellie werden verdacht, maar ook daarbinnen: het bloed van opstandige generaals en politici.
Decadentie
Behalve over oorlogen schrijft Holland uitgebreid over de alsmaar groeiende stad Rome en over het leven van de opeenvolgende keizers. Ook hier wreedheid. Executies en gedwongen zelfmoorden waren belangrijke doodsoorzaken onder de elite, waaronder eerbiedwaardige senatoren uit oude geslachten.
Daarnaast heerste er decadentie. De levensstijl en opvattingen aan het toenmalige hof zullen tegenwoordig niet alleen de afschuw van christenen wekken. Het gebrek aan respect voor het leven, de vaak wrede behandeling die slaven ten deel viel, de soms bizarre tempelrituelen, het organiseren van orgies, het goddelijk verklaren van een minnaar, zoals Hadrianus deed, dat alles roept vervreemding op.
„Het verleden is een vreemd land; ze doen het daar anders”, schreef de historicus Hartley, en dat geldt zeker voor de oude Romeinen. Al moeten we wel vaststellen dat de wereld in sommige opzichten hetzelfde is gebleven. Het op grote schaal vergieten van bloed is bepaald geen verleden tijd en moderne slaven hebben het vaak niet beter dan hun voorgangers aan het begin van onze jaartelling.
Pax Christiana
Aan het einde van zijn boek schrijft Holland in een paar alinea’s over christenvervolging. Met die geringe aandacht lijkt hij te suggereren dat degenen die in Jezus Christus geloofden destijds nog weinig politieke en maatschappelijke invloed hadden. Meerdere keizers maakten zich echter wel degelijk zorgen, zoals Domitianus, die de christenen verbeten vervolgde.
Daarbij moet wel worden opgemerkt dat het aantal slachtoffers onder zijn bewind, net als onder dat van de beruchte Nero, betrekkelijk gering was. In de tweede en de derde eeuw werden er vele malen meer christenen om hun geloof omgebracht.
Niet dat die vervolgingen het gewenste resultaat zouden hebben. Het bloed van de martelaren bleek het zaad van de kerk. Gaandeweg veranderden de opvattingen in het enorme rijk onder de invloed van de volgelingen van de Vredevorst.
De pax Romana ging voorbij; het verlangen naar de pax Christiana bleef. Een paar eeuwen later zou het christendom de staatsgodsdienst worden. Toen werd het kruis, symbool van de Romeinse wreedheid, verboden als martelwerktuig. Het werd meer en meer het teken van degenen die in Jezus Christus geloofden.
Boekgegevens
”Pax. Oorlog en vrede in het gouden tijdperk van Rome”, Tom Holland, vert. Arian Verheij; uitg. Athenaeum; 400 blz.; € 32,50