Cultuur & boeken

Tom Holland laat de erfenis van het christendom oplichten

Miljoenen in onze samenleving hebben weinig meer met het christendom. Maar, zegt Tom Holland, wie denkt dat hij het geloof van zijn voorouders achter zich gelaten heeft, houdt zichzelf voor de gek. Het Westen is gevormd door het christendom en die erfenis nemen we altijd mee.

Enny de Bruijn
28 February 2020 15:45Gewijzigd op 16 November 2020 18:22
Londen vanaf het dak van Methodist Central Hall, met in het midden Westminster Abbey.  beeld Wikimedia
Londen vanaf het dak van Methodist Central Hall, met in het midden Westminster Abbey. beeld Wikimedia

Hoe heeft het christendom de wereld veranderd? Als lezer denk je misschien dat het antwoord op die vraag voor historische onderzoekers helder en eenduidig is. Maar niets is minder waar. Ook lezen en schrijven over geschiedenis is vaak een kwestie van geloof. Vandaar dat er veel posities mogelijk zijn, met als uitersten: alles is de schuld van de christenen, of alles is de verdienste van de christenen. Zwart of wit, zonder veel aandacht voor de genuanceerde grijstinten daartussen.

Aan de ene kant zijn er schrijvers die stellen: christenen hebben uit fanatisme de cultuur vernield. Dat standpunt wordt bijvoorbeeld verdedigd door de Britse journalist Catherine Nixey met haar boek ”Eeuwen van duisternis” (2017). Zomaar een citaat van de flaptekst: „Lang is gedacht dat de eerste christenen zachtmoedig en psalmen zingend de martelaarsdood ondergingen. De waarheid ligt heel anders. De vroege christenen waren gewelddadig, militant en tot op het bot onverdraagzaam. (…) Iedereen die zich niet naar het christelijke geloof voegde werd vervolgd, gemarteld en vermoord. Tempels werden gesloopt, beelden werden aan stukken geslagen en grootse literatuur werd vrijwel volledig vernietigd.”

Dat klinkt nogal polemisch, en dat is ook de kritiek op Nixey: ze schrijft te bevooroordeeld, ze zet een onevenwichtig beeld neer, ze heeft te weinig oog voor de positieve invloed van het christendom. Niettemin is haar idee invloedrijk.

Aan de andere kant zijn er schrijvers die uitgaan van het tegenovergestelde: christenen hebben de cultuur juist verrijkt en menselijker gemaakt. Dat is de stelling van de Britse historicus Tom Holland. Hij laat in zijn nieuwe boek ”Heerschappij” zien hoe de bloeddorstige en militante Grieken en Romeinen getemd werden door het christendom. Christenen leerden immers dat je je vijanden moest liefhebben, dat je de mensen die op je weg kwamen moest helpen, dat zelfs slaven en vrouwen en weinigvermogenden als mens de moeite waard waren.

Holland kijkt dus vooral naar de uitgangspunten van het christendom, en naar de beste vertegenwoordigers ervan. Wat dan weer leidt tot andere kritiek: hoe past de christelijke geschiedenis van kruistochten, Jodenvervolging, kettervervolging en slavernij in dat zachtmoedige beeld van het christendom?

Holland ontkent overigens zeker niet dat christenen zich veelvuldig schuldig hebben gemaakt aan terreur. Maar zijn grote punt is: we zien die terreur achteraf als ontsporing, als afwijking van de norm, júist omdat we met christelijke ogen naar de geschiedenis kijken.

Wie een alomvattend boek wil schrijven over de manier waarop het christendom onze wereld beïnvloed heeft, kan niet anders dan breed schilderen met een grof penseel. Grote lijnen, gewaagde verbanden en gedurfde conclusies. Dat is de opzet van ”Heerschappij”. Natuurlijk is daar kritiek op mogelijk, en die kritiek heeft Holland –hij is gespecialiseerd in de geschiedenis van de oudheid– hier en daar ook gekregen. Dat neemt niet weg dat de hoofdlijn van zijn betoog zeer de moeite waard is. Tenminste, als je zien wilt wat hij ziet; voor christenen is dat natuurlijk eenvoudiger dan voor niet-christenen.

Voor Holland is het christendom de belangrijkste erfenis van de oudheid, een erfenis die onze cultuur heeft gevormd en veranderd, 2000 jaar lang. De mensen in Europa en Amerika kunnen wel denken dat ze niet langer in God geloven, maar Zijn schaduw ligt nog altijd over hun leven. De diepgewortelde overtuigingen van al die eeuwen van christendom zijn niet zomaar verdwenen. Waarom vinden we in het Westen bijvoorbeeld dat alle mensen gelijk zijn en gelijke rechten hebben? Hoezo is er sprake van een geestelijk en wereldlijk domein? Waarom is liefde het belangrijkste in het leven? Waarom is het belangrijk om zwakkeren te respecteren en zorg voor hen te dragen? Waarom ligt er waardigheid in het lijden, en is het edeler om lijden te ondergaan dan lijden te veroorzaken?

De veronderstellingen waaruit we leven, komen volgens Holland nog altijd rechtstreeks voort uit het christendom. Wat leidt tot een gewaagde stellingname: ook de dingen die vandaag allerminst religieus of christelijk lijken –atheïsme, #MeToo, vrouwenrechten, acceptatie van homo’s– zijn slechts mogelijk in een samenleving die onderhuids nog altijd een christelijk stempel draagt. Aan de basis van alle discussies in onze westerse wereld liggen immers de kernnoties van een fundamenteel christelijke levensbeschouwing: de ene mens is niet minder waard dan de andere, alle mensen zijn gelijkwaardig (want naar Gods beeld geschapen) en iedereen is geroepen om zorg te dragen voor zijn naasten.

Voor wie altijd in een westerse cultuur geleefd heeft, gaat het hier misschien om algemeen-menselijke vanzelfsprekendheden, die niets specifiek-christelijks hebben. Maar dat dat allerminst waar is, weet iedereen die ooit een kijkje buiten die westerse, christelijke wereld genomen heeft. In heden of verleden.

Dat Tom Holland het zo sterk kan beschrijven in zijn boek, is omdat het ook zijn persoonlijke ontdekking is geweest. Als kind, als jongere werd hij gegrepen door de prachtige, heldhaftige, indrukwekkende wereld van de oudheid. Niet de huilerige, lijdende Joden hadden zijn interesse, maar de schitterende Grieken en Romeinen. Hij maakte er zijn vak van, hij schreef met enthousiasme over de strijd van Athene en Sparta tegen de Perzische supermacht van hun dagen, of over de val van de Romeinse Republiek.

Maar hoe langer hij zich onderdompelde in de denkwereld van de klassieke oudheid, hoe vreemder en verontrustender hij die wereld ging vinden. De Romeinen en Grieken bleven wat hem betreft prachtig en fascinerend, zoals roofdieren dat zijn, maar hij zag ook steeds meer hun afschrikwekkende kanten. En dan ging het niet alleen om de gruwelen van Caesar of de huiveringwekkende moraal van Leonidas. Zoals hij zelf in een essay in The New Statesman schrijft: „Het waren niet de extreme uitwassen van wreedheid die ik steeds schokkender ging vinden, maar het gebrek aan besef dat de armen of de zwakken enige waarde in zichzelf konden hebben.”

Vandaar Hollands geleidelijke bekering tot een bepaalde vorm van cultuurchristendom. „Het heeft lang geduurd voordat ik besefte dat mijn moraal helemaal niet Grieks of Romeins is, maar door en door christelijk.” Tegen de achtergrond van de klassieke wereld, die hij inmiddels zo goed kende, las hij Paulus’ woorden met andere ogen: „Wij prediken Christus, de gekruisigde, voor de Joden een ergernis en voor de Grieken een dwaasheid.”

Holland: „Niets ging ooit zó dwars tegen alle veronderstellingen van Paulus’ tijdgenoten in – of het nu Joden waren, of Grieken, of Romeinen. Het idee dat een god lijden, marteling en dood aan een kruis kon ondergaan, was zo schokkend dat het weerzinwekkend scheen. Onze vertrouwdheid met het Bijbelse verhaal van de kruisiging heeft ons gevoel daarvoor verdoofd.”

Holland doet zijn best om die vertrouwdheid en vanzelfsprekendheid in zijn boek te doorbreken. Niet voor niets begint zijn verhaal met een schildering van alle gruwelen van een kruisiging in de oudheid. Fijne lectuur is dat niet. Ontdekkend wel. Hollands kracht ligt in het beeldend beschrijven van allerlei taferelen uit de westerse geschiedenis, en in het ontdekken van de christelijke moraal als drijvend principe achter die geschiedenis.

Intussen gelooft de schrijver persoonlijk niet in God, en hij beziet het gedoe van christenen uit alle eeuwen geregeld met enige milde ironie. ”Heerschappij” is dus zeker geen ‘gelovig’ of ‘christelijk’ boek. Het is geschreven vanuit het perspectief van de ongelovige, die zich verbaast dat hij nog zoveel christelijks in zijn manier van denken ontdekt.

Daarmee bewijst Holland onze cultuur een dienst. Tegenover Nixey en alle andere geschiedschrijvers uit de traditie van Edward Gibbon laat hij zien wat een geweldige, positieve kracht het christendom in de geschiedenis van de mensheid is geweest. Maar de grote vraag die je na het lezen van dit boek overhoudt is toch: hoe lang kan die christelijke erfenis nog overleven als het hart, het geloof in God, er uitgesneden is?

Heerschappij, Tom Holland; uitg. Athenaeum – Polak & Van Gennep; 640 blz.; € 29,99

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer