Duitsland is één, maar nog geen eenheid
Onze oosterburen vierden dinsdag de Dag van de Duitse Eenheid. Ieder jaar gebeurt dat op 3 oktober, de dag waarop nu 33 jaar geleden Oost- en West-Duitsland één werden.
De viering vindt traditiegetrouw plaats in de deelstaat die op dat moment voorzitter is van de Bondsraad. Dat was dit jaar Hamburg, de stad die zelf een deelstaat vormt.
Hoogtepunt van de festiviteiten was de viering dinsdagmiddag in de Elbphilharmonie, met 1300 gasten waaronder veel hoogwaardigheidsbekleders. De belangrijkste spreker dit jaar was Stephan Harbath, de president van het grondwettelijke hof van Duitsland.
Harbath roemde de eenheid. Tegelijk stelde hij dat Duitsland diverser en individualistischer is dan ooit. „Wij zijn vandaag geen verdeeld land, maar wij zijn uit elkaar gerukt.” Hij waarschuwde voor de tendens alleen nog met politiek gelijkgezinden te spreken, terwijl het uitwisselen van verschillende meningen wezenlijk voor de democratie is.
Harbath heeft absoluut een punt. Zijn uitspraak wordt bevestigd door peilingen van onderzoeksbureau Forsa. De resultaten daarvan komen steevast op 3 oktober naar buiten. En wat blijkt? Dat wat Oost- en West-Duitsers van elkaar scheidt, overheerst over dat wat hen bindt. Van de ondervraagden zegt dat 60 procent. Hier is sprake van een toenemende tendens.
Vooral in de vroegere DDR is de stemming over de Duitse eenheid negatief. Volgens Forsa is van de burgers in het oosten van Duitsland zelfs 73 procent sceptisch over de eenwording. Zij wijzen dan onder andere naar de lagere lonen die worden uitbetaald en naar de lagere levensverwachting in Oost-Duitsland. En dat na 33 jaar Duitse eenheid. Als die verschillen er niet meer zijn, is er wat de Oost-Duitsers betreft pas echt sprake van eenheid.
Duitsland is dan één, maar daarmee is lang niet alles gezegd. Met de Duitse vereniging werd de ondergang van de DDR bezegeld. Dat was een staat die de rechten van zijn burgers met voeten trad. Hoe perfide en wreed de autoriteiten te werk gingen, kan men vandaag nog horen in vroegere Stasi-gevangenissen, waar vaak nog rondleidingen worden gegeven. Hier werden mensen gefolterd en gebroken.
Een groot aantal burgers in het oosten heeft weemoed naar deze autoritaire tijden. „Formeel werd de hereniging drie decennia geleden afgesloten, maar in veel hoofden leeft de autoritaire staat voort”, stelde de Duitse schrijver-journalist Johannes Bockenheimer deze week in de Frankfurter Allgemeine heel treffend.
Zorgwekkend is bovendien het antisemitisme in heel Duitsland. De Duitsers hebben na de Tweede Wereldoorlog nadrukkelijk spijt betuigd voor de moord op zes miljoen Joden. Toch is vijfenzeventig jaar na de oorlog de Jodenhaat niet verdwenen. Het antisemitisme mag dan geen staatsdoctrine zijn, iedere synagoge in Duitsland moet wel door de politie worden bewaakt.