Productiviteit tilt omvang Nederlandse economie tot boven de 1000 miljard dollar
Zonder dat u het weet, heeft ons land in economisch opzicht iets bijzonders meegemaakt. Niet dat iemand het doorhad; het is namelijk zo’n gebeurtenis die je niet kunt spotten. Maar ergens in de afgelopen week vond die toch plaats: Nederland is toegetreden tot de uiterst selecte groep landen waarvan de economie de omvang van 1000 miljard dollar (943 miljard euro) is gepasseerd. Met andere woorden: de waarde van alles wat we met elkaar in dit land maken, is bij elkaar hoger dan 1000 miljard dollar.
Van de 195 landen in de wereld waren er tot vorige week slechts zestien met een ”1000 miljard dollar pluseconomie” hadden. Nederland is het zeventiende. Nederland is ook het kleinste lid van de club, als we naar het aantal inwoners kijken. Australië, met circa 26 miljoen inwoners, staat net boven ons. Voor de liefhebber: de andere leden zijn de Verenigde Staten, China, Japan, Duitsland, India, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Italië, Canada, Zuid-Korea, Rusland, Brazilië, Spanje, Mexico en Indonesië.
Een interessante vraag die dit oproept, is hoe Nederland zo ver kon komen. Er zijn immers veel landen met aanmerkelijk meer inwoners, zoals de Filipijnen (117 miljoen), Pakistan (241 miljoen) of Zuid-Afrika (61 miljoen) om er maar een paar te noemen. Een cruciale oorzaak is de productiviteit per persoon per uur. Oftewel: hoe hoog is de waarde van wat iemand per uur produceert. Nederland behoort op dit gebied tot de wereldtop met een productiviteit van 70 dollar per uur. In de Filipijnen en Pakistan is dat minder dan 10 dollar en in Zuid-Afrika minder dan 20 dollar.
Niet uit de lucht
Maar de hoge productiviteit in Nederland komt natuurlijk niet uit de lucht vallen: die is ergens aan te danken. Zaken zoals infrastructuur, opleidingsniveau en ervaring en de mate van innovatie bij bedrijven spelen een doorslaggevende rol. Die factoren gedijen op hun beurt bij prudent overheidsbeleid dat bijvoorbeeld voor gezonde overheidsfinanciën zorgt, bij verstandig monetair beleid van de centrale bank en bij veel handel met andere landen. Dat laatste zorgt via stevige concurrentie ervoor dat bedrijven blijven innoveren om hun positie vast te houden.
In de afgelopen decennia profiteerde Nederland van deze mix. Die zorgde voor een sterke munt, lage rentes en lage inflatie. Als ik naar Nederland en de eurozone anno 2023 kijk, stemt de trend op de genoemde terreinen mij niet gerust. Inflatie wordt niet voldoende hard en van harte aangepakt door de Europese Centrale Bank, overheidsfinanciën verslechteren – ook in Nederland. Protectionisme wint in Europa aan kracht, bijvoorbeeld in de vorm van beleid dat verschillende sectoren afschermt en waarbij maar weinig vrijhandelsakkoorden worden afgesloten.
De auteur is hoofdeconoom bij OHV Vermogensbeheer.