Dat heeft demissionair minister Piet Adema (Landbouw) vrijdag besloten. Hij komt hiermee tegemoet aan een wens van de Tweede Kamer, die een motie van BBB en SGP hierover aannam.

De aardappelen moesten voor 1 oktober zijn geoogst, zodat boeren meteen daarna nog een zogenaamd vanggewas konden inzaaien. Daaronder vallen plantjes die stikstof opnemen uit de bodem en zo de uitspoeling van schadelijke stoffen naar het grondwater voorkomen.

Veel boeren liepen echter te hoop tegen deze in hun ogen onredelijke vorm van kalenderlandbouw. „Vanwege het slechte voorjaar zijn veel aardappels nog niet klaar voor de oogst”, zei aardappelboer en LTO-bestuurder Pieter Evenhuis vrijdag tegen de NOS.

Adema gaat daar nu in mee. Op de vraag of hij daarmee het risico loopt dat de Europese Commissie hem alsnog terugfluit, antwoordde hij: „Daar hebben we goed naar gekeken. We hebben te maken met een uitzonderlijke situatie, dus dit jaar verlengen we de oogstperiode. We blijven met Brussel in gesprek en gaan ook op zoek naar een alternatief.”

Evenhuis zei vrijdag te verwachten dat veel aardappelboeren ook de nieuwe deadline massaal aan hun laars zullen lappen. Telers die dat doen, riskeren als sanctie dat ze hun grond volgend jaar minder mogen bemesten. Dat is echter minder erg „dan een onrijp gewas oogsten”, vindt Evenhuis.

Adema benadrukte vrijdag wel dat hij de boeren „enkel voor dit jaar” tegemoetkomt. Ook gaat hij met de sector in gesprek over andere maatregelen die de waterkwaliteit zouden kunnen verbeteren.