Oud-topman Bruins: harde fraudeaanpak baarde UWV direct al zorgen
Het UWV had van meet af aan zorgen over de veel striktere aanpak van uitkeringsfraude waar de Tweede Kamer in 2012 mee instemde. De uitkeringsinstantie gaf in gesprekken met de ambtelijke top van het ministerie „zeer regelmatig” aan dat zij meer ruimte wilde om mensen die een fout maakten in hun aanvraag niet meteen een forse boete op te leggen, zoals de wet voorschreef.
Dat zegt voormalig bestuursvoorzitter Bruno Bruins (2012-2017) in zijn verhoor door de parlementaire enquêtecommissie die onderzoek doet naar het fraudebeleid van de overheid. Hij merkt daarbij op dat dit pleidooi op begrip kon rekenen van de topambtenaar met wie hijzelf vanuit zijn functie contact had. Hij gaat ervan uit dat deze signalen ook de politieke top hebben bereikt, maar zeker weet hij dat niet.
Het ministerie van Sociale Zaken werd destijds geleid door minister Henk Kamp, net als toenmalig staatssecretaris Paul de Krom een partijgenoot van VVD’er Bruins. Toen zij eerder deze week door de enquêtecommissie werden gehoord, verdedigden ze juist de hardere fraudeaanpak. Die zou het draagvlak voor het stelsel van sociale zekerheid ten goede zijn gekomen.
Als uitvoerder zag Bruins de keerzijde daarvan. Hij benadrukt dat veruit de meeste mensen die hun baan verliezen „niet bezig zijn de boel te flessen”. Zij zoeken „in een wiebelige periode in hun leven een steuntje in de rug”. Als zij dan een foutje maken in hun aanvraag, „in hun emotie” of omdat zij de procedure niet goed kennen, dan is het „een te ferme maatregel” om direct een boete op te leggen, vindt Bruins.
Daar komt bij dat het UWV in die tijd bezig was een digitaliseringsslag door te voeren die ook niet altijd vlekkeloos verliep. Maar als daarin iets misging, bleef dat zonder consequenties, terwijl vergissingen van uitkeringsaanvragers wél direct werden afgestraft. „Dat voelt heel onprettig en onrechtvaardig”, aldus Bruins.
Het UWV moest onder meer door meer zaken digitaal te regelen een half miljard euro bezuinigen. Bruins vond dat een „forse” opgave voor een organisatie met een jaarbudget van nog geen 2,5 miljard euro. Het leidde ertoe dat er minder ruimte kwam om mensen die daar behoefte aan hadden persoonlijk bij te staan. Een kort telefoontje met het UWV om te checken of je aanvraag klopte, was er niet meer bij.
Ook daar heeft Bruins bedenkingen bij. „Een hoogopgeleide meneer of mevrouw die prima met een pc en ambtelijk taalgebruik uit de voeten kan, die gaat fluitend door het systeem heen”, schetst hij. Maar er was ook een „grote groep” die deze zelfredzaamheid niet bezat. Daar was weinig oog voor. „Er is vanuit budget geredeneerd, niet vanuit de behoefte van mensen.”