Beginsel eeuwige vreugde moet theologie en prediking stempelen
De gereformeerde theologie en prediking worden nauwelijks nog gedragen door het bovennatuurlijke element van het gevoelen van het beginsel van de eeuwige vreugde in het hart. Dat gemis werkt secularisatie in de hand.
Waarom is het gereformeerde denken en preken in de gehele gereformeerde gezindte vandaag vaak zo afgeplat en grijs? Mogelijk door minimale en verschraalde theologiebeoefening en prediking. De huidige theologiebeoefening en prediking missen in hoge mate het vereiste transcendente denken. Zij vervluchtigen omdat zij vluchten voor de eeuwigheid. Het barthiaanse denken ofwel de leer van de algemene verzoening heeft diepere sporen nagelaten dan wij voor waar willen hebben en houden.
Met transcendentie (het bovennatuurlijke) bedoel ik het overstijgen van de schepping. In eerste instantie is dit een eigenschap van God. Tegenover transcendentie staat immanentie, dat wat wij zintuigelijk kunnen waarnemen, waarbij God onlosmakelijk aan de schepping is verbonden. Daarnaast is transcendentie het op mystieke wijze ondervinden van het bovennatuurlijke, waarbij mensen ervaringen hebben die hen boven de gewone werkelijkheid uittillen.
De Heidelbergse Catechismus belijdt in Zondag 22 het beginsel van de eeuwige vreugde, dat ik in mijn hart gevoel. Dan gaat het om de troost die wij scheppen uit het eeuwige leven. Dit wordt beleden met het oog op dood en opstanding. Het is overduidelijk verbonden met de enige troost in leven en sterven waar Zondag 1 van spreekt.
Dubbele ervaring
Waarom staan midden in de wegstervende wereld van vandaag niet een theologie en een prediking die op dit eeuwige leven gericht zijn? Is dit gebrek niet de oorzaak van de sterk om zich heen grijpende secularisatie ofwel ontkerstening? Een ontkerstening die blijkbaar begint in de kerk, waar tallozen vluchten voor levenloze woorden en bewoordingen die de hemel niet het hart indragen, omdat ze zelf ”hemel-loos” geworden zijn.
In de Schrift is het hart immers, meer dan het verstand, de plek van het kennen. In ons hart doen we een dubbele ervaring op. Daar wordt de eeuwige vreugde in beginsel al gekend en daar ervaren we onze volstrekte ontoereikendheid om dit nieuwe geheel en al te overzien.
Chronisch bloedverlies
Momenteel is er sprake van een doorlopend transcendentieverlies vanwege mogelijk chronisch bloedverlies in de bediening der verzoening. De woorden zijn er nog wel in theologie en prediking, maar de beleving of ervaring daarvan wordt grotendeels gemist. Zo mist ”het scheepje onder Jezus hoede” de boot bij de huidige generaties. „Het zegt mij niets meer” wordt een synoniem voor „God zegt mij niets meer”, omdat de gereformeerde theologie en prediking nauwelijks nog gedragen worden door het bovennatuurlijke element van het gevoelen van het beginsel van de eeuwige vreugde in het hart.
Het gevoelen daarvan wordt zelfs systematisch verdacht gemaakt omdat het geloof mogelijk zou zijn zonder gevoel. Zelfs het gevoel van de helse smarten in de letterlijk Bijbelse zin van het woord, als tegenbeeld van de eeuwige vreugde, wordt soms verdacht gemaakt. In de inaugurele rede die prof. dr. A. Huijgen vorige week uitsprak, ontbrak deze Bijbelse notie zelfs.
Maar wie deze eeuwige vreugde niet gevoelt, verdwijnt op den duur en voor eeuwig. Een gevoelig verlies! Tijd om ons te bekeren vanuit de hemel in wedergeboorte en geloof naar de hemel toe. Want het verstandsgeloof „laat na de ware grond van het weldoen op te merken” (Psalm 36:1). Het bevindelijke leven komt immers op uit Gods eeuwig welbehagen.
De auteur is hervormd emeritus predikant.