Lang niet alles deugt wat de naam mensenrechten draagt
Mensenrechten staan in de westerse wereld hoog aangeschreven. Tegenover dictatoriale landen en andere culturen wordt beklemtoond dat zij universele gelding hebben. Maar wat rekent men daar allemaal onder? Geldt abortus tegenwoordig ook als een mensenrecht?
In orthodox-protestantse kring stonden de rechten van de mens vanouds in een kwalijke reuk. Was dat niet een product van de Franse Revolutie? In het revolutiejaar 1789 had men in een officiële verklaring uitgesproken dat het vergeten of verachten van de rechten van de mens de enige oorzaak was van openbare rampen en het bederf der regeringen. Vandaar dat onder toezicht van het Opperwezen (dat nog wel) allerlei rechten werden geproclameerd.
Een paar jaar eerder was aan de overkant van de oceaan, waar de kolonisten zich onafhankelijk verklaard hadden van Engeland, uitgesproken dat de mens door zijn Schepper bedeeld was met bepaalde onvervreemdbare rechten. Daartoe behoorden met name leven, vrijheid en het nastreven van geluk.
Het verschil tussen de Amerikaanse en de Franse benadering was wel dat de ideologen van de Franse Revolutie ervan uitgingen dat de mens van nature goed was, terwijl men in Amerika veeleer overtuigd was van de slechtheid van de mens. Dat laatste sloot meer aan bij het Bijbelse mensbeeld.
In beide landen ontbrak echter de notie van Romeinen 13 dat de overheid door God over ons gesteld is en wij daarom aan haar gezag onderworpen moeten zijn. Dat heeft er onmiskenbaar toe bijgedragen dat zowel de VS als Frankrijk zich kenmerken door sterke anti-overheidssentimenten.
Niet verkeerd
Inhoudelijk is veel van hetgeen in allerlei mensenrechtenverklaringen vastgelegd niet verkeerd. Dat geldt ook van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens die in 1948 in VN-verband tot stand kwam.
Mensenrechten moeten we hier niet in verticale zin duiden alsof een mens rechten zou hebben ten opzichte van God. Het gaat om rechten van mens tot mens. Met name van individuele mensen tot de overheid.
Het probleem is vaak wel dat die rechten nogal ruim geformuleerd zijn. Overheden hebben dan meer beloofd dan ze waar kunnen maken. We worden daar de laatste jaren mee geconfronteerd bij het asielrecht. Volgens onze grondwet moet de overheid ook zorgen voor voldoende woongelegenheid en voor de vrijetijdsbesteding van burgers.
Ondanks de postmoderne scepsis ten opzichte van allerlei waarheidsclaims staan de mensenrechten bij velen hoog genoteerd en beklemtoont men graag hun universele karakter. Buiten de westerse wereld zouden zij eveneens moeten worden nageleefd. Ook in een land als China, dat daar zo zijn eigen ideeën over heeft.
Met enige overdrijving zou men de mensenrechten kunnen duiden als een hedendaagse, weliswaar seculiere, geloofsbelijdenis. Schending van de mensenrechten geldt dan ook als een ernstige zonde.
Dat maakt de vraag relevant hoe we de verschillende mensenrechten moeten taxeren. Hoe verhouden die zich tot de normatieve kaders die ons in de Bijbel getekend worden? Passen ze wel daarbinnen? Wat in feite verkeerd is, wordt er niet beter op wanneer het als mensenrecht wordt gepresenteerd. Maar in de huidige tijd moeten we ons er niet over verbazen wanneer (ook in juridische termen) het kwade goed genoemd wordt en het goede kwaad.
Dat gezichtspunt is zeker aan de orde nu abortus steeds meer als een mensenrecht geproclameerd wordt. Hoe verontwaardigd reageerde men niet in brede kring toen het Amerikaanse Hooggerechtshof uitsprak dat je uit de grondwet geen recht op abortus kunt afleiden. President Macron wil het recht op abortus in de Franse grondwet vastleggen en ook toevoegen aan de grondrechten van de Europese Unie.
In de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw werd abortus in Nederland vooral verdedigd als een noodoplossing. Als het voor een vrouw echt niet anders kon dan moest het maar.
Thans wordt door velen gesteld dat het een autonome beslissing van de vrouw is om haar zwangerschap al dan niet uit te dragen. Dat behoort tot haar recht op privacy. Wie abortus tot een misdrijf maakt, schendt haar mensenrechten.
Dat is ook de lijn die een organisatie als Amnesty International aanhoudt. Een reden te meer om afstand te houden van deze organisatie. In het verleden werd er in sommige kerken in de gereformeerde gezindte wel voor Amnesty gecollecteerd.
Afrekening
Ook lhbti-rechten (en die omvatten meer dan het homohuwelijk) worden tegenwoordig als mensenrecht gepresenteerd. Landen die op dat gebied nog niet zo ver zijn, worden daar in het internationale verkeer op afgerekend. Dat zie je in de Europese Unie ten opzichte van Polen en Hongarije, je ziet het ook in de betrekkingen met landen elders, met name in Afrika.
Ook al is in die landen vaak wel het een en ander (en soms heel veel) af te dingen op de kwaliteit van de rechtsorde en de rechtshandhaving in het algemeen, toch heeft men daar altijd nog wat meer besef van wat op dit terrein normaal is. Normaal dan als overeenkomstig een hogere norm. Een norm die men afleidt uit de Bijbel of de natuur van de mens.
Dat er universele waarden zijn, is een terecht uitgangspunt. Als we dat loslaten, komen we uit bij een ethisch relativisme waarbij ieder land kan doen wat goed is in zijn ogen. Maar een betrouwbare basis daarvoor vinden we alleen in de Bijbel. In de Tien Geboden en alle andere normen die ons daarin aangereikt worden.
Daarbij geldt dat zij die leven buiten Gods openbaring toch nog enig besef hebben van het onderscheid tussen hetgeen betamelijk en onbetamelijk is, om de Dordtse Leerregels aan te halen. Het zou verkeerd zijn als we daar geen oog voor hadden.
Soms zie je dat dat besef nu sterker is dan voorheen. Bijvoorbeeld als het gaat om slavernij en rassendiscriminatie. Maar er zijn ook waarden en normen verloren gegaan die vroeger als natuurlijk en normaal beschouwd werden. Iets wat een mensenrecht wordt genoemd kan in werkelijkheid een groot kwaad zijn.
De auteur is oud-hoofdredacteur van het Reformatorisch Dagblad.