Cold case moet in de schijnwerpers staan
Onopgeloste misdrijven. Mensen die verdwijnen en van wie nooit meer iets wordt vernomen. Het zijn zaken die tot de verbeelding spreken: hoe hééft dit kunnen gebeuren?
Waar ‘gewone’ onrechtvaardigheid al slecht verteerbaar is, geldt dat helemaal in zogenoemde coldcaseonderzoeken, zaken die vaak al lange tijd in nevelen gehuld zijn. Dat politiemensen en ook particulieren zich vastbijten in dit soort tragedies verdient steun en mag in de schijnwerpers staan.
De naam Maria van der Zanden zal jongeren weinig zeggen. Volwassenen kan de zaak niet zijn ontgaan. Bijna 29 jaar geleden vertrok deze toen 22-jarige vrouw op haar fiets bij haar ouderlijk huis in Putten. Sindsdien is nooit meer iets van haar vernomen.
Groot nieuws was dat destijds, ook omdat in januari van dat jaar (1994) de toen 23-jarige stewardess Christel Ambrosius in het huis van haar grootmoeder werd verkracht en vermoord, eveneens in Putten. Jarenlang onderzoek leidde tot de veroordeling van twee mannen, naar later bleek onterecht. DNA-onderzoek bracht later de werkelijke dader in beeld.
Maria van der Zanden, zo werd woensdag duidelijk, is al in de maand van haar verdwijning dood gevonden door de Duitse politie, in een meer ten oosten van Dortmund. Haar vingerafdrukken werden, voordat ze anoniem werd begraven, opgeslagen, maar niet internationaal gedeeld. DNA-materiaal werd in die tijd niet standaard afgenomen.
Al die jaren hebben naaste verwanten, vrienden en bekenden moeten leven met vragen waar geen antwoorden op kwamen. Vragen waar een relatieve buitenstaander al mee worstelt, maar die het leven van bloedverwanten volledig kunnen beheersen.
En dan te bedenken dat er meer dan 1700 zaken zijn die het stempel cold case dragen: onopgeloste levensdelicten of ernstige misdrijven waar een gevangenisstraf van twaalf jaar of langer op staat. Dat zijn ruim 1700 drama’s waar een veelvoud aan familieleden en vrienden dagelijks onder lijdt: wat is er precies gebeurd met onze geliefde?
In het geval van Maria van der Zanden was het de Peter R. de Vries Foundation die aandacht voor de zaak bleef vragen. Het coldcaseteam van de politie Oost-Nederland besloot daarop de vermissing internationaal weer in de schijnwerpers te zetten. Waar de Duitse politie dus op reageerde.
Speuren naar spelden in hooibergen is monnikenwerk. Daar is geld, menskracht en heel veel tijd mee gemoeid. Rechtvaardigheidsgevoel ook. Verbeterde opsporingstechnieken en DNA-analyse hebben de afgelopen jaren bewezen dat er meer moord- en verdwijningszaken kunnen worden opgelost dan vroeger voor mogelijk werd gehouden.
Al die inspanningen lonen. Alleen al omdat elk mensenleven waardevol is. Ook omdat nabestaanden recht hebben op de waarheid. Én opdat (potentiële) daders zullen beseffen: je geheim is niet veilig, weet dat er gerechtigheid bestaat.