De waterkwaliteit van de beken moet verbeteren, historische loofbossen worden uitgebreid, exoten worden aangepakt en heide- en vennengebieden worden op orde gebracht. Het gaat op dit moment niet goed met de Veluwe, het grootste aaneengesloten natuurgebied van Nederland, meldde de provincie Gelderland dinsdag.

Gelderland heeft in de afgelopen jaren vijf herstelprogramma’s gemaakt voor de aanpak van de Veluwse natuur. De geplande maatregelen hebben niets te maken met stikstofbeleid, zo verzekert de provincie. „Ook daar zijn maatregelen nodig, maar dat doen we via andere programma’s en samen met het Rijk.”

De Veluwe heeft een ingewikkeld grondwatersysteem. Onder de Veluwse bodem zit een zoetwaterbel. Bovengronds stromen veel beekjes, waar een soort als de beekprik van profiteert. De provincie zegt de waterloop in de beken te verbeteren.

In de Veluwse bossen leven veel bijzondere dieren en planten, die samen unieke ecosystemen vormen. In sommige Veluwse bossen wordt houtoogst verboden om leefgebieden in stand te houden. Rond vennen moet er ruimte komen voor libellensoorten. De provincie wil vooral de randen van het natuurgebied reserveren voor recreatie.

Tegelijk staat de ruimte voor recreatie in heel Nederland onder druk, vindt de ANWB. Uit een onderzoek dat de dienst heeft laten doen, blijkt dat de groene ruimte per inwoner drastisch is afgenomen. In veel recreatie- en natuurgebieden is nu al te weinig ruimte. Dat leidt tot spanningen tussen de verschillende groepen recreanten en tot verstoring van de natuur. Nederland zou er tot 2050 in totaal 62.800 hectare aan groene ruimte bij moeten krijgen.

Op dit moment heeft Nederland per inwoner 308 vierkante meter aan recreatieruimte. Door bevolkingsgroei, toename van toerisme en beperking van de toegang tot natuurgebieden neemt volgens de ANWB de groene ruimte tot 2050 af tot 276 vierkante meter per persoon. Volgens de dienst zou 2 tot 5 procent van het totale landoppervlak in Nederland uit recreatieve ruimte moeten bestaan. Dat is „van groot belang voor de fysieke en mentale gezondheid en voor de leefbaarheid van het land”.