„Gereformeerde scholastiek is apologetisch”
„De gereformeerde theologie is het verst ontwikkeld door de gereformeerde scholastici. Zij hebben de ruwe penseelstreken van Calvijn met fijne penseeltjes uitgewerkt.” Dat is de mening van dr. W. J. van Asselt, universitair docent kerkgeschiedenis aan de Universiteit Utrecht (UU).
Hij verwoordde zijn standpunt dinsdag tijdens een bijeenkomst van de Gereformeerde Theologische Studentenvereniging Voetius in Utrecht.
Dr. Van Asselt sprak over de scholastieke methode en haar betekenis voor de theologie van nu. Deze methode is een academische manier om over theologie te praten. Zij stamt uit de Middeleeuwen en werd ook op protestantse universiteiten gebruikt. Het gaat om een bepaalde betoogtrant, waarbij een afgebakend vraagstuk centraal staat. Hiertegen worden bezwaren geformuleerd, die vervolgens met een keur aan argumenten worden weerlegd. Door deze methode kon er, aldus dr. Van Asselt, op hoog niveau theologie bedreven worden, ook in de polemiek met de Rooms-Katholieke Kerk. Hij noemde Voetius als voorbeeld van iemand bij wie vroomheid en wetenschap samengingen. „Bij hem is de rationaliteit ingebed in spirituele diepgang.”
„De gereformeerde scholastiek heeft apologetische trekken”, zei dr. Van Asselt. „Haar vertegenwoordigers identificeren zich sterk met de Hervorming. Bovendien is er aansluiting bij de kerk der eeuwen, de beoefenaars staan in de traditie van de hele westerse kerk. Het is van belang om in deze tijd met veel verschillende godsdiensten het gesprek op niveau aan te gaan. De gereformeerde theologie moet zich daarbij niet schamen voor haar identiteit.”
Wat kan de scholastiek dan bijdragen aan de dialoog met andere religies? Drie dingen, meent dr. Van Asselt. In de eerste plaats de kwaliteit van argumenteren. „Gereformeerde scholastici richten zich op de Schrift en op een grondige analyse van de taal. De exactheid van de formulering is belangrijk. Definities en termen moeten helder zijn en zo nodig moeten meerdere betekenissen worden aangegeven. Vroeger kon er tenminste gecommuniceerd worden. Dat staat in grote tegenstelling met de begripsverwarring van nu.”
Verder is de gereformeerde scholastiek inclusief. „Niets blijft onbesproken. Elk paadje wordt langsgegaan en alles wat met het onderwerp te maken heeft, wordt in het betoog ingebracht, of dat nu ideeën van denkers uit de christelijke traditie zijn of van Griekse filosofen.”
Ten slotte hadden de gereformeerde scholastici ook een openheid naar andere wetenschappen, zoals filologie, exegese, wijsbegeerte en geschiedenis. „De studenten van Voetius moesten een brede kennis hebben. Er was ruimte voor tegenargumenten, die men woog. Er heerste geen ketterjacht.”
De huidige theologie zou, zo vindt dr. Van Asselt, veel van de scholastiek kunnen leren. Dat betreft de eerbied bij het omgaan met teksten, maar eveneens het gebruikmaken van deze methode in het gesprek met de moderne systematische theologie. Met name in het Engelse taalgebied is daar aandacht voor. De scholastiek kan volgens de universitair docent ook een instrument zijn om godsdiensten onderling te vergelijken. Zowel de islam als het jodendom kent de scholastiek. Scholastiek is niet allereerst bedoeld voor intern gebruik. „Zodra scholastiek zich opsluit in zichzelf, verliest ze relevantie en wordt ze sektarisch.”
De scholastiek is, in de opvatting van dr. Van Asselt, ook een methode om de gereformeerde theologie in deze tijd verder te ontwikkelen. „De gereformeerde theologie is open en uitnodigend en staat niet voor eens en altijd vast. De gereformeerde theologie is altijd in de maak. We moeten niet alleen maar naar het verleden kijken, maar ook in het heden staan.”
Hij merkte op dat ook de belijdenisgeschriften producten zijn van feilloze mensen. „In elke tijd moet het geloof opnieuw worden beleden. De confessie is principieel open voor kritiek. Traditie wordt een afgod als de waarheid wordt opgesloten. Een levende traditie ontwikkelt zich.”